In zijn debuut ‘De ogen van de muskusos’ vertelt Paul De Marez het verhaal van zijn pelgrimstocht naar de Nidaroskathedraal in Trondheim, waar het graf van Sint-Olav, de koning die Noorwegen kerstende, zich bevindt. “Het was een fascinerende reis”, zegt Paul. “Een pelgrimstocht gaat voor mij over het ervaren van betekenis op het ritme van de voeten.”
Boeken, cultuur en wandelen zijn de rode draad in het leven van Paul De Marez (68). Hij heeft een professionele loopbaan in de Kortrijkse cultuursector achter de rug en is een gedreven pelgrim. Paul deed al meerdere maandenlange voettochten vanuit Kortrijk naar de meest bekende Europese pelgrimsoorden. Zo wandelde hij in 2004 en 2010 naar Santiago de Compostela en in 2013 naar Rome. Hij stapte in 2014 door de Balkan naar Istanbul en ging in 2016 op tocht naar Trondheim in Noorwegen. Paul vertelt in zijn debuut ‘De ogen van de muskusos’ zijn tocht van 2.700 kilometer langs Nederlandse en Duitse Jakobswegen, over de Deense Ossenweg en het historische Olavspad. Het boek is het verhaal van een fascinerende reis.
Jij praat steevast over pelgrimstocht en niet over voettocht.
“Dit zijn niet zomaar sportieve wandeltochten. Pelgrimeren was vroeger een bedevaart naar een heilig oord. Men deed dat om de hemel te verdienen. Vandaag is pelgrimeren op zoek gaan naar de diepere waarden van ons leven en betekenis ervaren, op het ritme van de voeten. Niet de bestemming, maar de weg zelf is het doel. Daarom vertrek ik altijd graag van thuis: van mijn dagelijks leven. Anders heb ik het gevoel een wandeltoerist te zijn.”
Je vertrekt bijna letterlijk van ‘thuis’, met name Broeder Isidoor.
“Ik wou gewoon het Olavspad doen, een historische pelgrimsweg van Oslo tot Trondheim. Toen ik een collega-pelgrim ontmoette, kreeg ik opnieuw zin om opnieuw van thuis te vertrekken. Later liep ik toevallig nog eens binnen bij Broeder Isidoor. Ik begon een en ander te lezen en door de aanslagen in Brussel en Zaventem kwam alles in een stroomversnelling. Plots was ik op tocht op zoek naar het spirituele onderweg, de vele gezichten van wat ik ‘het God’ noemde. Het gaat over zingeving.”
Het is de eerste keer dat je een boek schrijft over je pelgrimstochten.
“Vroeger maakte ik wel brochures of aantekeningen. Op een dag zat ik aan tafel bij de 82-jarige kunstenaar Koenraad Tinel. ‘Maat, zei hij, zolang ge kunt stappen moet ge stappen en alles in uwe kop opslaan, daarna moet ge u zetten en ‘skrieven”. Onderweg voelde ik inderdaad elke dag meer die schrijfbehoefte. Op een zanderige weg ergens in Duitsland stopte plots een wagen en een jonge gast stapte uit. Dat was een heel bijzondere ontmoeting. Het verhaal in het boek gaat over die onbekende die je onverwacht uit je comfortzone haalt. Het gaat over begrijpen, maar niet kunnen formuleren. Die ontmoeting van pakweg een uur met een gast – van wie ik zelfs zijn voornaam niet weet – bleef mijn hele tocht wat nazinderen.”
Is je boek een heel persoonlijk verhaal?
“Eigenlijk schreef ik in de eerste plaats voor mezelf, om op die manier klaarheid te krijgen in de eigen tocht. Maar daarna wou ik ook anderen meenemen op tocht. Anderen aansporen om zelf op tocht te gaan, hun eigen tocht te beleven. Te voet, met de fiets, ofwat dan ook, maar vooral je kwetsbaar opstellen, ballast achterlaten en je tijd nemen. Je moet dus gewoon durven starten met je rugzak en zoveel mogelijk achterlaten. Wat bovendrijft achteraf is de totaalervaring die meestal heel mooi en bijzonder is.”
De auteursopbrengst wordt geschonken aan vzw De Kier die mensen in armoede ondersteunt. Het boek is uitgegeven bij Uitgeverij Beefcake Publishing Gent en telt 301 pagina’s. Te koop aan 22,50 euro vanaf 20 oktober in Boekhandel Theoria en overal te bestellen in de reguliere boekhandels in Vlaanderen en Nederland.
(PVH)
Literatuur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier