Oostende onder de loep (41) – Vuurtorens accentueren zee- én ook luchthaven

foto ML
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Velen (her)ontdekken tegenwoordig het plezier van het wandelen. Zowel in de natuur als in de stad. Wie Oostende doorkruist, passeert ettelijke plaatsen, beelden of objecten met een bijzondere geschiedenis. Marc Loy, stadsgids bij Gidsenkring Lange Nelle, haalt elke week zijn loep boven, op zoek naar opvallende Oostendse verhalen.

Vuurtorens’, de imposante compositie in cortenstaal van Jacky De Maeyer vangt willens nillens de blik van iedere passant aan verkeerskruispunt in Raversijde ter hoogte van de luchthaven.

“Ik stapte met de maquette van dit kunstwerk al bgin 2002 naar burgemeester Jean Vandecasteele die toen enthousiast reageerde. Mijn voorstel verdween nog voor onbepaalde tijd in de administratieve schuif, maar in 2011 werd het project goedgekeurd door het schepencollege om de Vuurtorens een plaats te geven op de verkeersrotonde aan het Van Glabbekeplein.

Het drukke verkeersplein waar de auto’s onder het viaduct van de spoorwegbundel duiken richting oostkust bleek uiteindelijk totaal ongeschikt om het 59 ton zware kunstwerk te etaleren. Het zou mogelijk extra grote wegtransporten kunnen hinderen en ook de hellingsgraad van dit verkeersknooppunt leverde extra problemen op bij de plaatsing.

Ter plaatse gelast

In 2016 valt dan de beslissing het ensemble op de rotonde aan de luchthaven te plaatsen. Een 9 kubieke meter zware betonsokkel moet de Vuurtorens, ondertussen door N.V. Victor Buyck Steel Construction uit Eeklo uitgevoerd, stabilliseren. Op 21 april 2017 wordt de stalen creatie getransporteerd van de opslagloods naar haar definitieve bestemming en ter plaatse gemonteerd en gelast. De sfeervolle nachtelijke verlichting van de 10 meter hoge kunstwerk komt er in 2020.

De Maeyers monumentale werken in cortenstaal vragen nog meer dan zijn totem-werken om de weidsheid en dynamiek van de openbare ruimte. “Zijn vormentaal en betekenis werd tot de essentie herleid”, zo merkt kunstcriticus Hugo Brutin op. En we citeren verder uit zijn monografie over de kunstenaar: ‘De Vuurtorens zijn een synthese van de beeldtaal van de kunstenaar, een kathedraal van cortenstaal , sterk en rank tegelijk, duidelijk en raadselachtig, triomfantelijk in hun sierlijke verticaliteit, de (ultieme) droom van de beeldhouwer.’

Andere werken

In de Oostense stedelijke ruimte is nog meer van zijn monumentaal werk te bewonderen: Hoop staat nabij het Bloemenuurwerk in het Leopoldpark, Levensboom op de begraafplaats Stuiverstraat, Zeilen in Raversijde, De (bronzen) lotus bloeit ter hoogte van het bordes van de Koninklijke Villa, The eye of Mutoh in het gelijknamige bedrijf en Herleven aan de ingang tot BZIO-IMBO op de Zeedijk in Mariakerke. In dat instituut bevindt zich ook een aantal kleurrijke acrylwerken van zijn hand, waaronder een drieluik.

Autodidact

Jacky De Maeyer is een autodidact die als kunstschilder debuteert. In 1967 maakt hij, na een zoveelste strandjutterstocht, zijn eerste assemblages met aangespoeld verweerd wrakhout. Al rap breidt hij die bruikbare ‘grondstof’ uit tot elementen van oude meubelen, deels verkoolde houtblokken en boomstammen. Bijna spontaan evolueert zijn beeldtaal tot de vandaag direct herkenbare ovalen, mondjes of lippen: zijn artistieke handtekening en handelsmerk. Ook in zijn Vuurtorens zijn die meteen herkenbaar.

Nog eens Hugo Brutin: “De Maeyer put zijn vormentaal hoofdzakelijk uit zichzelf, uit een vreemd ordenen, schikken van onderdelen, die een geheel worden van bewegingen die tot een lichaam, gestalte, profiel en een aanwezigheid uitgroeien.” En zelf zegt de kunstenaar over zijn altijd herkenbare, antropomorfe scheppingen: “Ik houd van de soberheid, de gaafheid, de zuiverheid van volumes. Ze geven me een goed gevoel.” Eenzelfde artistieke visie dijt ook in zijn juweel- en meubelontwerpen verder uit.

(ML)