Oostende onder de loep (39): Oostendes Kleine Zeemeermin

(foto ML)
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Velen (her)ontdekken tegenwoordig het plezier van het wandelen. Zowel in de natuur als in de stad. Wie Oostende doorkruist, passeert ettelijke plaatsen, beelden of objecten met een bijzondere geschiedenis. Marc Loy, stadsgids bij Gidsenkring Lange Nelle, haalt elke week zijn loep boven, op zoek naar opvallende Oostendse verhalen.

In Den Hof trekt Willy Kreitz’ Zeemeermin de aandacht van wandelaars op het lommerrijke wandelpad. Rustend op haar sierlijk zwiepende staart fatsoeneert ze op de oever van de vijver in volle glorie en geconcentreerd haar haar. Minder populair dan haar Deense collega uit het sprookje van Andersen verleidt ze ook in het Leopoldpark menig passant tot een selfie. Ooit was er het plan om van Den Hof een beeldenpark te maken als doorgangspassage tussen Mu.ZEE en De Grote Post. Toen was het Cultureel Centrum nog ingekleurd als nieuw stadsmuseum. Hoewel die droom al lang gearchiveerd is, duwt de bevallige aanwezigheid van De Zeemeermin het park samen met creaties als De Hoop, ruimtelijke Zelfstandigheid, De leeuwin, Ex-Voto, de Ensorbuste, De Dwind, Sorry, Allegorische koppen… toch weer wat meer richting beeldentuin.

Sirenen

Zeemeerminnen, ze bestaan in alle maten en gewichten en bevolken onze wereldgeschiedenis in alle culturen op alle continenten, meestal ter hoogte van de zeespiegel. Op zijn Odyssee krijgt Odysseus al met de lokroep van de sirenen te maken en ook de Argonauten ontsnappen er, op een staartlengte na, aan. Met hun vissenstaart staan ze ook in steen gebeiteld in tal van middeleeuwse kloosters en kathedralen.

Sprookje

Ze lokken, zo blijkt uit veel bijgelovige verhalen, onze vissers in het verderf of de dood en ook de Loreley dwingt in een verraderlijke Rijnbocht menig binnenvaarder op de rotsen met haar zoete zangstem. Toch verwerven de zeemeerminnen vanaf de 19de eeuw een lieflijker imago. Zo maakt sprookjesschrijver H. C. Andersen zijn Kleine Zeemeermin en zichzelf onsterfelijk in het gelijknamige sprookje. Ze wordt terecht vereeuwigd in brons op een rotsblok in Kopenhagen als Den Lille Havfrue. In de 20ste eeuw zijn het vooral de Disneystudio’s die de meerminnen meer minzaam maken met films als Splash en de animatiefilm The Little Mermaid.

Oorspronkelijk schiep de Antwerpse beeldhouwer zijn zeemeermin als blikvanger in het midden van een rond vijvertje op de muurgrijze binnenplaats van het Feest en Kultuurpaleis op het Wapenplein. Toen het complex gerenoveerd werd tot winkel- en wooncomplex kreeg onze meermin een tweede leven in een groene, waterrijke omgeving. De stenen muurfragmenten aldaar zijn de restanten van een vroegere pergola waaronder ooit het naakte beeld Flora resideerde. Fatsoenrakkers hebben dat kunstwerk nog voor de Tweede Wereldoorlog fataal het water ingekieperd. Nadien kwam er een stenen vaas die later samen met de pergola verdween.

Compensatie

Willy Kreitz (1903-1982) kennen we natuurlijk het best als de componist van het Nationaal Monument voor de Zeelieden, kortweg De Pisser. Ook voor het nieuwe Casino-Kursaal werd Kreitz aangezocht om reliëfs te maken voor een gevelvlak aan de kant van het Monacoplein en op de nu nog altijd lege sokkel aan Petit Nice was een grote zeemeermin van zijn hand voorzien. Ook die kwam er, wellicht uit financiële overwegingen, niet. Ter compensatie kreeg hij dan van de stad een paar opdrachten in het nieuwe Feest en Kultuurpaleis op het Wapenplein. Zo ontwierp deze kunstenaar en Olympisch IJshockeyspeler, geïnspireerd door de tekens van de Dierenriem voor dat gebouw ook de wijzerplaat van de klok op de westelijke toren. Ook de stenen Dolfijn aan de kroonlijst kant Kerkstraat is van zijn hand.