Al sinds 1988 is platenzaak Compact Center de Oostendse hofleverancier van cd’s en lp’s. Gelegen in de VIndictivelaan, in de schaduw van de Mercator, is de winkel van Yves Deckmyn (64) en Ingrid Sanctorum een waar instituut voor muziekliefhebbers aan de kust en binnenland. “Ons pensioenfeest? Da’s nog lang niet aan de orde.”
Hoewel afgestudeerd als licentiaat economie en een tijdlang leerkracht, kwam Yves toch voltijds in de muizek terecht. “Ingrid had tussen 1976 en 1982 al een platenwinkel gehad in de Christinastraat”, legt hij uit. “Ze kwam pas van het middelbaar en had veel sympathie voor die branche. De toenmalige groothandelaar nam de zaak over. Maar op 11 juni 1988 zijn we dan gestart met Compact Center in de Vindictivelaan. Zij stond voltijds in de zaak, ik hielp er tijdens springuren, woensdagmiddag en in het weekend. In 1990 schakelde ook ik voltijds over naar de zaak.
De inrichting houten platenbakken, lange rekken is in al die jaren nauwelijks gewijzigd.
“Achteraan, waar nu de sectie blues, film en metal liggen, was vroeger een kantoortje. Maar écht grote wijzigingen hebben we verder nooit gedaan. Het idee erachter is dat je veel moet kunnen uitstallen. Kijk, de inhoud, goed aanbod en mooie stock, zijn belangrijk. Je kan veel investeren in een knap interieur, maar als klanten het aanbod snel gezien hebben, keren ze niet terug. We maakten de goeie keuze. Ook over het aanbod zijn mensen steeds verrast. De meeste cd-winkels zijn verdwenen. Als er al een nieuwe muziekshop opent, focust die op nieuw vinyl soms in combinatie met tweedehands. Maar wij hebben een unieke mix van én cd’s én vinyl én een beetje tweedehands. (lacht) Omdat we al zodanig ‘oud’ zijn, zijn we vrij uniek in het muzieklandschap.”
Heb je veel contact met andere platenhandelaars?
“Ik weet wie ze zijn, maar we kennen elkaar niet. Vroeger ging je fysiek muziek inkopen bij groothandelaars, en liep je daar collega’s tegen het lijf. Bestellingen plaatsen gebeurt nu via online systemen en softwareprogramma’s. Alles is geautomatiseerd.”
Da’s jammer, want je staat bekend als iemand die houdt van dat persoonlijke contact.
“Ik vraag klanten altijd wat ze graag horen of waar ze naar op zoek zijn. En van vaste klanten weet ik meestal wat ze willen. Ik heb daar een zekere feeling voor. Dat komt ook voort uit een oprechte interesse en ik vind het gewoon leuk om iemand een nieuwe plaat of artiest bij te brengen. Ook voor mezelf ga ik op zoektocht en die ontdekkingen kan ik dan ook aanraden aan anderen.
Als je al zo lang in de muziek meedraait, kunnen artiesten je dan nog verrassen?
“Zeker! Een interessante stem of een goeie song iets dat blijft hangen, tout court kan me altijd plezieren.”
Wie is je favoriete artiest?
“Oei, da’s een moeilijke vraag… (denkt lang na) Peter Gabriel of Ray LaMontagne mag je altijd opleggen. En nu ben ik fan van Jeremie Albino. Of weet je wat: ik kies voor Talking Heads. Ik ben niet de persoon die van één artiest plots álles in huis moét hebben. Ik hou van verscheidenheid en dat zie je ook in m’n platenkast. Want ook thuis heb ik een gigantisch cd-rek een muur vol. Ik vind trouwens ook dat cd en vinyl perfect naast elkaar kunnen leven.”
In je winkel speelt áltijd muziek. Thuis ook?
“Zeker. Al moet ik zeggen: sinds ik een smart-tv heb, trek ik vaak op ontdekking op YouTube om nieuwe dingen te leren kennen.”
Zie je grote streamingplatformen als concurrenten?
“Niet echt. Volgens mij zijn Spotify en co veeleer vervangers van de klassieke radio. De gemiddelde luisteraar zet een playlist op, gebruikers gaan er zelden een album van a tot z beluisteren. In tegenstelling tot pakweg Netflix, waar series en films om de zoveel tijd van het platform worden gehaald, blijft (meestal) alles op Spotify staan. Het grote probleem dat ik met Spotify heb, is dat weinig artiesten iets aan die streams overhouden. Ik vernam onlangs ook dat als artiesten niet aan een bepaald minimum raken, ze zelfs voor dat lage aantal streams geen vergoeding meer zullen krijgen. Dat vind ik erg. De enige die eraan verdienen, is de raad van bestuur van Spotify.”
Daarom dat veel bands bij jou hun eigen creaties in de winkel komen leggen.
“Klopt. Als iemand pakweg 5 euro wil verdienen aan een plaat, moet je al héél veel streams halen. Kijk, The Wolf Banes brengen nu een nieuwe plaat uit en frontman Wim Punk brengt die ook naar hier.”
De voorbije jaren gingen verschillende muziekketens over de kop. Dacht je ooit dat je het ook moeilijk ging krijgen?
“Er zijn altijd ups en downs. Te midden van de bankencrisis, toen we hier al zo’n 20 jaar gevestigd waren, liet ik het huurcontract openbreken. Dat schiep zowel voor mij als de verhuurder meer zekerheid. Verder bleven we altijd uitgaan van onze eigen sterkte: muziek, muziek, muziek. We hebben bewust geen films of videogames in ons aanbod. Ik ben er zeker van dat er voor de fysieke muziekwinkel een toekomst is weggelegd, idem voor bijvoorbeeld boekhandels. Is de e-reader zo’n overdonderend succes? Ik heb alvast nooit de behoefte gehad om te lezen op een scherm. Kijk, de comeback van vinyl is ook te wijten aan nostalgie en de menselijke drang naar gezelligheid. En muziek moet je linken aan gezelligheid, om sfeer te creëren. Ja, dat kan ook digitaal, maar ‘the real thing’ in handen hebben en intrinsiek met iets bezig zijn, is van een heel andere orde.”
Je besloot onlangs om een extra sluitingsdag in te lassen. Is dit het begin van het einde?
“Mijn vrouw is al vier jaar thuis en verhoudingsgewijs ben ik er te weinig. We willen die vrije dagen wat meer met elkaar spenderen. Met die vrije extra dag is er ook ruimte om de zaak (knipoogt) hout vasthouden! verder uit te baten. Fysiek is alles dik in orde. (lacht) Kijk, er staat geen stoeltje achter de toonbank, hé. Schrijf maar op: een pensioenfeest is nog lang niet aan de orde.”
Bio
Privé: geboren in Oostende op 19 september 1960. Al ruim 40 jaar getrouwd met Ingrid Sanctorum (66). Samen hebben ze één zoon. Woont in Bredene.
Loopbaan: behaalde z’n licentiaat economie (VUB, 1978-’84). Ging na z’n legerdienst (1985-’86) in het onderwijs, en doceerde economie en boekhouden in het Koninklijk Atheneum III en Ensorinstituut (1986-1990). Richtte samen met Ingrid Compact Center op (1988) en ging er in 1990 fulltime aan de slag.
Vrije tijd: lezen, wandelen. En muziek, muziek, muziek.
Mercatorgesprek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier