Herlees het interview met Nicole en Hugo: “Straks samen in het rusthuis zingen en dansen? Zijde zot?”
Op donderdag 3 november 2022 is Nicole van het bekende duo Nicole & Hugo overleden. Daarom publiceren wij hier nog eens een interview met het duo dat verscheen 25 maart in De Krant van West-Vlaanderen.
“Als de mensen wat meer Nicole & Hugo zouden zijn, dan zou de wereld er beter aan toe zijn.” Een uitspraak van Bart Peeters. Kan tellen, dezer dagen. Op de achterflap van het pas verschenen boek ‘Goeiemorgen, morgen – Nicole & Hugo, 50 jaar onafscheidelijkheid’ staat in paarse letters (remember hun pakjes): dit is het verhaal van glamour en glitter, van ziekte en verdriet. En van twee mooie mensen, van altijd durende liefde. Nauwelijks een half uur volstond om te begrijpen waarom Nicole & Hugo, op rust nu, een uniek koppel vormen. Hij: “Ik vind Nicole een ongelooflijk sterke madam.” Zij: “Maar de beste man ter wereld, die heb ik.” Ga zitten voor een heuse vitaminekuur.
Dit is Vlaamse muziekgeschiedenis en wordt beschouwd als zijnde gekend, van 7 tot 97 jaar. Nicole & Hugo, dat is en blijft het iconische liedje Goeiemorgen, morgen. Prijkt ook op hun voordeur in Wemmel. Geelzucht bij Nicole hield Goeiemorgen in 1971 weg van het Eurovisiesongfestival – natuurlijk hadden ze toen gewonnen. Dat ze met Baby baby twee jaar later laatste eindigden, so be it. Vijftig jaar Nicole & Hugo: dat is een leven lang musicals, cruises en vooral nog een paar hits als Pastorale en Schietgebed. Maar vooral ook 50 jaar het on(af)scheidbare echtpaar Hugo en Nicole Verbraeken. Zo heet Hugo eigenlijk, Hugo Sigal (74) komt van Krekel, de straat van het huis van zijn grootouders en ouders. Nicole Josy (75) komt van het meisje van Jozef, haar pappie. “De tortelduifjes van de Belgische showbizz”, placht wijlen Jan Theys te zeggen. Dan zeiden zij: “Mannekes, ‘t is goed, iedereen wéét nu wel dat wij mekaar geire zien.”
Het staat allemaal in het boek. Net als hun verdriet: borstkanker (x2) en darmkanker. En, in november, bij het afsluiten van het boek, werd bij Nicole ook nog alzheimer vastgesteld, Hugo liet nog een pakkend nawoord optekenen. Vandaag, 11 november, weent mijn hart… Gisteren, op 10 november, werd duidelijk dat de herinneringen in het hoofd van Nicole voor altijd vager zullen worden.
Er is op de mediadag waarop het boek vorige week werd voorgesteld, niets van te merken. Het ene interview na het andere – wij kregen een half uurtje – maar ze zijn beiden in de late namiddag nog steeds even fluks en blijgezind. En Nicole laat zich niet kennen. Een meisje van 75, Hugo’s Colleken. Wat volgt is de onversneden weergave van 36 minuten levensblijheid.
Gefeliciteerd met het boek.
Hugo: “Dank u wel. Filip (Osselaer, red.) heeft dat onvoorstelbaar mooi uitgeschreven. Niet als een roman die je in vijftig keer, per hoofdstuk uitleest. Ik denk dat de lezer met ons boek de drang krijgt om almaar verder te lezen.”
West-Vlaanderen speelt een belangrijke rol in jullie leven. Ik leg jullie drie ankerpunten voor en jullie vertellen me het eerste wat in jullie opkomt. We beginnen met Het Witte Paard in Blankenberge, waar jullie net geen tien jaar hebben opgetreden.
Hugo: “Heel veel fun en plezier.”
Nicole: (komt meteen tussen) “En een heel triest verhaal…”
Je kreeg er op het podium een miskraam. Waarna jullie jullie kinderwens opborgen.
Nicole: “Het is een herinnering die nooit zal weggaan. Een week later stond ik weer op het podium. We konden de mensen die voor ons kwamen toch niet in de steek laten? En alle collega’s rondom ons…”
Hugo: “Het Witte Paard is voor ons nog steeds de combinatie van een heel slecht verhaal met negen mooie jaren met het orkest en de collega’s. Met de bazen iets minder (omdat Nicole & Hugo zogezegd te veel geld vroegen volgde er geen tiende jaar, orkestleider Lou Roman liet hen ook vallen, red.). Maar als we zouden moeten kiezen tussen Het Witte Paard en de cruises die we liefst vijfentwintig jaar hebben gedaan, dan weten we het wel. De cruises!”
Nicole: “We zaten daarbij niet de hele tijd op de boot zelf hoor. We hebben daardoor de hele wereld gezien.”
Hugo: “Meerdere keren zelfs! Japan, China, Zuid-Amerika, Afrika, Australië…”
Staat jullie huis in Wemmel dan helemaal vol met souvenirs?
Hugo: “Neen, gij! Je vindt bij ons geen dingen uit Thailand, Afrika of Indonesië. Al onze herinneringen zitten hier.” (wijst op hart en hoofd)
Maar jullie waren wel heel verliefd op Australië en hadden zelfs graag naar Sydney willen emigreren. Nooit spijt van gehad?
Hugo: “Neen. Ik kan eerlijk zeggen dat we van geen enkele beslissing die we in ons leven hebben genomen ook maar enige spijt hebben. Dus ook niet over de beslissing om niet naar Australië te trekken.”
Eerlijk: ik zie Nicole en Hugo niet op de stranden van Sydney. Jullie zijn zó Vlaams.
Hugo: “Neen! Wij zijn Belgen! Geen Vlamingen of Walen. Gaan we naar boven, dan spreken we Nederlands, gaan we naar beneden, dan Frans. En aan de zijkant spreken we Duits.”
Nicole: “Ja! Ik ben van Brussel en Hugo is een Antwerpenaar, geboren in de Congo zelfs. Wij zijn Belgen!”
Hugo: “Nicole heeft heel vaak in het Frans gezongen, hoor. In haar repertoire zaten dan liedjes van Annie Cordy.”
Maken jullie zich zorgen over de politieke ontwikkeling in België?
Hugo: “Oh neen! We onthouden ons van politiek. Wemmel is een faciliteitengemeente, maar als men in een winkel liever Frans spreekt, gaan we heus niet ambetant doen.”
Tweede West-Vlaamse ankerpunt: ‘Zo mooi, zo blond’, jullie succesvolste musical over het leven op de Blankenbergse Camping Bonanza.
Hugo: “Die we alleen hebben gespeeld in de Antwerpse Elckerlyck. Gert Verhulst had in Londen Mamma Mia gezien en wilde met Studio 100 ook zoiets met Vlaamse liedjes. Ik vind het nog steeds doodjammer dat Gert die musical in de zomer niet naar Blankenberge heeft gebracht. Zo’n musical, zingen, dansen en acteren was altijd helemaal ons ding. Záálig om te doen!”
Hebben jullie eigenlijk ooit één dag jullie job, zingen, dansen en acteren, met tegenzin gedaan?
Nicole: (beslist) “Nooit! Naar élk optreden gingen we even blijgezind.”
Hugo: “Dat was ons leven: het publiek entertainen! We hebben wellicht tienduizenden keren Goeiemorgen, morgen gezongen. Het valt echt zelfs niet bij benadering uit te rekenen hoeveel keer. Maar het was tienduizenden keer met evenveel plezier.”
Nicole: “Nooit tegen onze goesting! (begint spontaan te neuriën) Daa, daa, noe, daa…”
Komen we bij de derde West-Vlaamse link: jullie afscheidsshow in 2015 was in Brugge.
Hugo: “We hebben daarna tot 2019 nog wel een aantal optredens gedaan, maar Brugge was onze laatste theatershow. Nicole heeft altijd gezegd dat ze liever wilde horen spijtig dat jullie gestopt zijn dan het werd tijd dat jullie stopten.”
Nicole: “Klopt helemaal!”
Arno kon de muziek niet missen, Rob de Nijs het applaus, denk ik. Missen jullie niets?
Hugo: “Vooral dat laatste concert van Rob de Nijs vond ik pijnlijk. Draai of keer het zoals je wil: de mensen die er in het Sportpaleis bij waren, hebben gezien dat Rob eigenlijk niet meer verder kon en alleen door hen het einde heeft gehaald. Die mensen gaan dan naar huis en zeggen: weet je nog hoe hij… Dát blijven ze onthouden.”
Nicole: “Ik mis zeker en vast niets.”
Hugo: “Zeker voor haar was het een afgesloten hoofdstuk.”
Dat klinkt alsof je moest luisteren naar jouw vrouw.
Hugo: (geschrokken) “Oh neen! We hebben altijd alles samen beslist. Ook dit.”
Nicole: “Maar we doen nog steeds alles samen, ik ga nog steeds overal mee. Ik mág ook niet thuisblijven.”
Je ziet er nog steeds heel kwiek uit, Nicole. Jouw oogjes blinken nog. Ondanks je ziekte die herinneringen doet vervagen.
Nicole: (schalks) “Weet je hoe dat komt? Ik was mij niet zoveel meer!” (Hugo schatert)
In 1982 een kind verloren, in 2005 een eerste keer borstkanker, in 2020 opnieuw, darmkanker, alzheimer… En toch kent jullie positivisme geen grenzen?
Nicole: (klopt op houten tafel) “Alles is momenteel onder controle! En Hugo blijft maar doorgaan.”
Hugo: “Maar jij blijft zó positief. Onvoorstelbaar. Dát is de reden waarom we kunnen doorgaan. Die kankers, alzheimer… Hoe zou ik het zeggen? (denkt na) We wilden een eerlijk boek dat laat zien hoe we echt zijn, dat niets uit de weg gaat. Niet alleen de tortelduifjes, niet alleen het nette, het mooie… (stil) Ik vind Nicole een ongelooflijk sterke madam.”
Nicole: (fluisterend) “Maar de beste man ter wereld, die heb ik. Mijn eerste, mijn enige.”
Hugo: “We hebben zo’n schoon leven gehad.”
Nicole: “Tien op tien.”
Hugo: “We hopen op nog schone jaren. Af en toe eens weggaan. Af en toe een restaurantje. En een glaasje champagne.”
Nicole: “Dat laatste zegt de dokter ook.”
Hugo: “Dat vraagt ze élke keer aan de dokter: dokter, mag ik nog een glaasje champagne drinken?” (lacht)
Nicole is een weegschaal en jij bent een schorpioen. Is dat het recept van jullie onverwoestbare liefde voor elkaar?
Hugo: “Misschien wel. Nicole was altijd de balans die nooit ruzie kon verdragen. Dat was onze succesformule. Een mens wordt ouder, ik ben milder geworden, maar ik was vroeger heftiger en impulsiever. Ik heb dikwijls gedacht: ik had beter mijn tong twee keer rondgedraaid.”
Nicole: “Maar we zijn nooit gaan slapen vooraleer alles werd bijgelegd. Nooit!”
Wablieft? Nicole & Hugo maken soms ook ruzie?
Hugo: “Haha, de mensen denken blijkbaar dat ons leven één groot romanneke is? Neen dus! Maar we zien elkaar écht graag, hé. We zijn niet samen omdat het toevallig zang- en dansmatig klikte. Neen, dan zijn we eerder bijna een eeneiige tweeling.” (lacht)
Het moment om nog eens te vertellen over een ‘boekske’ dat jullie voorstelde om een verhaal te publiceren met als kop: ‘Breuk tussen Nicole en Hugo!’
Hugo: “Met zo’n gebroken hart. Om dan na twee weken te verkondigen dat we weer samen waren. Met een hartje aan elkaar geplakt. We waren te saai, zeiden ze, altijd liefde… Voor allebei goede reklaam. Ons antwoord: zijde zot?”
Is ook een deel van jullie geheim dat jullie ongelooflijk gestructureerd leven? Al 40 jaar lang in juni en september op vakantie naar Saint-Tropez, steeds in dezelfde kamer in hetzelfde hotel, onderweg een stop in hetzelfde hotel, op de heen- en terugreis altijd hetzelfde diner.
Hugo: “En elke dag doen we in Saint-Tropez hetzelfde toerke. We hebben al honderddduizenden keren dezelfde straatjes afgelopen en nooit steekt dat tegen. Die sfeer daar, hé.”
Nooit gedacht om jullie laatste jaren in Saint-Tropez door te brengen?
Hugo: “Graag eigenlijk. We zijn vroeger wel eens naar Mykonos en Benidorm geweest en zo, maar we zijn altijd trouw gebleven aan Saint-Tropez. Maar ik zou mijn jongste broer niet kunnen missen. Mijn andere broer is ook oké, maar ik heb een ongelooflijke band met mijn jongste broer die twaalf jaar jonger is. Nicole ook trouwens. Ik heb nog zijn pampers ververst, pannenkoeken gebakken voor hem en verhaaltjes voorgelezen. En die band wordt nog sterker met ouder worden.”
Nicole: “We zijn ook gelukkig in Wemmel. Weet je, in het begin zei ik: poeh, een Antwerpenaar. En hij: een Brusselette.”
Hugo: “Het is toch goed gekomen. (lacht) Onze sterkte is ook dat we zo goed kunnen praten met elkaar. We zijn gisteren nog gaan eten bij een Italiaan. We zaten daar weer constant te babbelen. Toch straf, hé.”
Jullie doen al meer dan vijftig jaar alles samen. Waarover blijven jullie dan babbelen?
Hugo: “Over vanalles en nog wat. Futiliteiten soms.”
Wie kookt er morgen, bijvoorbeeld?
Nicole: “Wij doen in het huishouden alles samen. Of neen, ik zet ‘s morgens het ontbijt klaar. En dan rinkel ik met mijn bel, dan mag hij opstaan.”
Hugo: “Op woensdag komt er een poetsvrouw langs, voor vier uurkes. Maar al de rest doen we áltijd samen! Volgens een strak schema alweer. Die dag dat kuisen, enzovoort. (grinnikt) En in de tuin ligt sinds een paar jaar kunstgras.”
Zit ook in jullie recept: gelukkig zijn met de kleine dingen. In het boek staat dat jullie principieel altijd netjes de helft spaarden van wat jullie verdienden en nooit te grote sier maakten.
Hugo: “Zo komen we nu niets te kort.”
En met dit boek kunnen jullie je helemaal rustig terugtrekken?
Nicole: “Neen!”
Hugo: “Waar we ook komen, we worden nog steeds aangesproken. Nicole en Hugo! Of we worden om selfies gevraagd.”
Nicole: “Dat doen we dan heel graag. Natuurlijk. Het zijn die mensen die ons leven zo mooi hebben gemaakt.”
Hugo: “Zij zijn diegenen die ons hebben aanvaard als Nicole en Hugo, aanvaard wat we deden. Wij hebben die mensen een paar uren gelukkig gemaakt. Dat was altijd ons enige doel.”
In het boek staat ook: ‘het enige waar we schrik voor hebben, is alleen te vallen’. Ooit zal dat een van jullie overkomen.
Hugo: “Het klinkt anders dan ik bedoel, maar ik hoop dat ik Nicole kan overleven. Want ik weet dat zij niet zonder mij kan. Ik kan ook niet zonder haar, maar misschien nog net iets meer.”
Nicole: “Ik zou niet verder kunnen.”
Soms lees je dat wel eens in de krant. Koppels waarvan de ene heel snel sterft na de dood van de ander. Uit verdriet.
Hugo: “Ik kan mij dat voorstellen. Als ik als eerste zou gaan, zal Nicole niet lang meer leven, denk ik. Maar alles is voorzien, ons testament is gemaakt en mijn broer weet alles.”
Maar als jullie eerst samen in een rusthuis belanden, staan jullie er binnen de kortste tijd te zingen en te dansen voor de medebewoners, denk ik.
Hugo: “Zijde zot?”
Nicole: “Luister, als je ouder wordt, krijg je zo’n tremolo in je stem. (zingt hohohooo…) En dat wil ik niet.”
Hugo: “We zeggen liever uit heel ons hart: Dankjewel, het is mooi geweest.”
Dankjewel, ik wens jullie nog een heel lang en mooi leven. En elke dag ‘You’re the first, the last, my everything’ van Barry White, het enige liedje waarop jullie altijd meteen beginnen te dansen, zo staat in het boek.
Nicole: “Waar we ook zijn.” (begint te roffelen: tada tam, tadadad tam…)
En ze dansen. Even voor de fotograaf, maar dan ook voor het plezier. Algauw danst de helft van de omstaanders mee. Nicole & Hugo, dat zijn vitamines voor het leven. Goeiemorgen, morgen. Goeiedag, zonneschijn. Dank u, morgen, dat ik mag zijn.
‘Goeiemorgen, morgen’, uit bij Borgerhoff & Lamberigts, 22,99 euro.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier