Muziek is onmisbaar in het leven van Martine Verkindere: “Een passe-partout op muzikaal vlak”

Muzikant Martine Verkindere poseert met haar klarinet en sopraansaxofoon. (foto Stefaan Beel) © STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Peter Soete

Martine Verkindere (60) speelt al meer dan een halve eeuw muziek. Haar eerste instrument was de klarinet, ondertussen speelt ze ook sopraansaxofoon en in de fanfare van Harelbeke staat ze aan het slagwerk. Maak kennis met een bijzonder veelzijdige muzikale dame.

Martine Verkindere: “Ik was een meisje van acht jaar toen ik, na de muziekschool, mijn broer Danny vergezelde naar de repetities van de harmonie Door Strijd Naar Kunst. Danny was negen jaar ouder dan ik en was een uitstekende muzikant. Hij leerde al accordeon spelen toen hij pas vier jaar was en in de harmonie speelde hij dwarsfluit.”

Het duurde niet lang of je werd zelf lid van de harmonie?

“Dat was zo in die tijd. Wanneer er van een bepaalde instrumentengroep er wat te kort waren, werd een nieuw lid gevraagd om dat instrument te spelen. En voilà, ik mocht klarinet leren spelen.” (lacht) “Nog geen jaar later liep ik al mee in de 1 mei-stoet, met Cecilia en op 1 november.”

En je stapt nog altijd mee?

“Niet meer met de eerste harmonie die ondertussen gestopt is, maar ja, ik ben ondertussen al 50 jaar muzikant. Weet je, ik heb voor De Weekbode zelf veel artikels geschreven over mensen die 50 jaar muziek spelen en ik ben er nu zelf al bij. Maar ik heb nog maar weinig vrouwen mogen interviewen die een halve eeuw bij een muziekvereniging actief zijn.”

Door de muziek heb je ook je echtgenoot Martin ontmoet?

“Ik had Martin al enkele keren ontmoet op muziekwedstrijden en tornooien van de verschillende federaties. Ik herinner me vooral dat ik hem toen al een ‘kloeke kerel’ vond en dat hij bijna altijd met de meeste bekers naar huis trok. Ik moet zelfs nog een wedstrijd gespeeld hebben waarbij Martin in de jury zetelde. Ik heb dat een tijdje geleden ontdekt toen ik eens in mijn oude diploma’s snuisterde.”

“Op een bepaald ogenblik leerde ik Martin beter kennen toen hij dirigent werd van Door Strijd Naar Kunst. In 1988 zijn we gaan samenwonen en in 1989 zijn we getrouwd.”

En overal waar Martin dirigent werd, volgde je?

“Ja, maar voor we samen waren, had ik ook al in de harmonie Sint-Cecilia Rumbeke en bij Die Original Egerländer Gesellschaft uit Ledegem gespeeld. En dan volgde ik inderdaad Martin. Dat begon in de fanfare Arbeid in Wevelgem, dan harmonie De Plicht in Menen, vervolgens de Koninklijke Maatschappij der Kuurnse Gilden, fanfare Sint-Cecilia Passendale en harmonie Sint-Cecilia Leisele. Daarna volgden fanfare De Ware Vrienden uit Eernegem, fanfare Sint-Cecilia Harelbeke en de Concertband uit Handzame. En in die laatste drie zijn we nu nog altijd actief.”

En je speelt bijna evenveel instrumenten als de fanfares en harmonieën waar je aan de slag bent?

“Mijn eerste instrument was dus de klarinet, maar later leerde ik sopraansaxofoon en speelde ik dat in Passendale en nu nog in Eernegem en Handzame. In Harelbeke vervoeg ik de rangen van het slagwerk en neem ik de tamboerijn, woodblock, triangel, de cymbalen, gong, … voor mijn rekening. Je ziet het, ik ben een echte passe-partout op muzikaal vlak.” (lacht)

Ook jullie dochter Marcia kreeg de muziekmicrobe mee?

“Het begint al met haar naam. Marcia is een term die je heel veel op partituren leest: Tempo de Marcia of marstempo komt vaak voor. En dat haar naam, net zoals die van mij en Martin, ook nog eens met de letters ‘mar’ begint, is natuurlijk ook geen toeval. Marcia speelt tuba en piano, maar dat staat nu op een laag pitje. Met twee kleine kinderen en een job als verpleegkundige in AZ Delta is het vaak erg druk.”

Jullie beleven nu een goedgevulde muzikale periode?

“Er wordt overal Sint-Cecilia gevierd en als je in meerdere muziekverenigingen actief bent, kan het inderdaad heel druk zijn. Het gebeurt vaak dat we volledige weekends aan het musiceren én feesten zijn.”

Wie rijdt dan met de wagen?

“We wisselen af. Met het laatste Sint-Ceciliafeest reed ik en bij de volgende gelegenheid zal Martin rijden. Maar de spreuk ‘geen drank, geen klank’is vandaag al fel afgezwakt bij de fanfares en harmonieën. Het is niet verantwoord om met de wagen te rijden als je veel hebt gedronken.”

Staan jullie reizen ook in het teken van muziek?

“Neen, toch niet. Ik hoop in de eerste plaats dat we mooi weer zullen hebben. Als we in Duitsland, Oostenrijk of Italië zijn, proberen we ter plaatse wel eens een concertje mee te pikken op een mooie locatie, maar onze vakantiebestemmingen worden niet gekozen in functie van de muziek.”

Mag het leven verder gaan zoals het nu is?

“Ja, eigenlijk wel. Het is soms druk, maar ik kan het aan. Martin en ik komen bij veel mensen en de muziek houdt ons jong. We draaien allebei mee in de muziekmolen van ons gezin. En doordat we bijna altijd samen op pad zijn, is er nooit een van ons te laat thuis.” (lacht)