“Wat hier wel werkt, lukt ginder niet altijd”: tussen Dogbo en Roeselare met Stéphanie Rosseel

Stéphanie Rosseel: “De klik met Dogbo en de bevolking was er onmiddellijk.” © Stefaan Beel
Peter Soete

Stéphanie Rosseel is een geboren en getogen Izegemse, maar ze werkt als beleidsmedewerker voor de stad Roeselare. Ze is nog maar enkele maanden als beleidsmedewerker mondiaal beleid aan de slag maar ze had onmiddellijk een klik met zusterstad Dogbo in Benin.

Je werkt in Roeselare, maar je woont in Izegem?

Stéphanie Rosseel: “Ik ben inderdaad een geboren en getogen Izegemnaar en we wonen er nog steeds. Of ik moet zeggen ‘opnieuw’. Na mijn studies in Gent ben ik een tijdje blijven hangen. Na drie jaar ben ik teruggekeerd naar het echte West-Vlaanderen (lacht). We wonen weer in Izegem.”

En dus volgt een dagelijkse autorit naar je werk in Roeselare?

“Absoluut niet, ik kom iedere dag met de fiets naar mijn job. Weer of geen weer, het is fietsen geblazen. Mijn collega’s zijn het al gewoon dat ik bij regenweer helemaal ingepakt aankom.”

“Ik heb mijn wagen twee jaar geleden zelfs verkocht en probeer me zo veel mogelijk met het openbaar vervoer te verplaatsen als het niet met de fiets kan. Of met een autodeelplatform wanneer ik een uitstap met de kinderen plan waarbij het openbaar vervoer geen optie is en mijn man niet mee kan met ons.”

Als beleidsmedewerker mondiaal beleid moet je veel inlevingsvermogen hebben?

“In het middelbaar volgde ik de richting Humane Wetenschappen en daarna studeerde ik sociologie en gezondheidsbevordering. Ik heb dus altijd al interesse gehad in verschillende culturen en hoe mensen samenleven.”

“In anderhalf jaar ben ik inderdaad drie keer in Dogbo geweest”

“Mijn eerste jobervaring was voor het Minderhedenforum vzw waar ik kon werken rond integratie en diversiteit. Toen ik na drie jaar kon beginnen voor Stad Izegem mocht ik ook met die thema’s blijven werken. Hier in Roeselare ben ik al drie jaar beleidsmedewerker kinderopvang en sinds midden vorig jaar is mondiaal beleid er bijgekomen.”

Werk genoeg, me dunkt, met dergelijke thema’s?

“Het is druk, ja en er komen soms grote uitdagingen op ons af. Gelukkig kunnen we rekenen op heel goede collega’s die met ons meedenken en meewerken.”

Hoe ziet de samenstelling van het departement beleidsontwikkeling er precies uit?

“Ons departement bestaat uit elf collega’s en een departementshoofd. Het is onze taak om zaken en ideeën op te pikken en te zoeken of we dat idee kunnen implementeren in onze organisatie en in de stad. Door een soort helikopterzicht kunnen we veel opportuniteiten ontdekken en projecten uitwerken met verschillende partners. Een mooi voorbeeld is de ‘duurzame picknick’ die we hebben ontwikkeld in samenwerking met Broederlijk Delen.”

Je bent sinds kort ook verantwoordelijk voor de samenwerking met Dogbo, de zusterstad van Roeselare in het West-Afrikaanse Benin. Toch wel een speciaal verhaal?

“Inderdaad, want ik ben de eerste keer met Dogbo in contact gekomen door deel te nemen aan de personeelsreis. Ieder jaar kunnen een negental personeelsleden van de stad inschrijven voor een inleefreis naar Benin. Ik ben in februari 2023 in mijn vakantieperiode meegegaan op een tiendaagse reis naar Benin waar twee gidsen van de vzw DOGBO-Dogbo ons wegwijs hebben gemaakt in de structuur van het land, van het lokale bestuur van Dogbo en van de projecten die er aangestuurd worden. Die reis is me heel goed bevallen, de klik was er onmiddellijk. Zelfs in die mate dat ik lachend tegen mijn collega’s vertelde dat wanneer de collega die al zeventien jaar alles tussen Dogbo en Roeselare coördineerde, zou stoppen ik die taak graag zou overnemen. En die collega besloot een tijdje later toch wel een andere uitdaging aan te gaan, zeker! Ik heb toen nogmaals aangegeven dat ik haar engagement er graag zou bijnemen. Die collega heeft me nog een half jaar een warme overdracht kunnen geven.”

Wat zijn de speerpunten van het Roeselaarse engagement voor Dogbo?

“We zijn in een meerjarenprogramma gestapt waarbij er wordt gefocust op versterking van het lokale bestuur en van de lokale economie. Jongeren en vrouwen die economisch actief willen zijn, krijgen onze bijzondere aandacht.”

Je hebt er al een aantal reizen naar Dogbo opzitten?

“In anderhalf jaar ben ik inderdaad drie keer in Dogbo geweest: een keer op vakantiereis in februari ‘23, een keer op professioneel vlak in november ‘23 en nu begin maart nog eens. En we hebben ook vaak telefonisch contact.”

Je draagt die Afrikaanse gemeenschap in je hart?

“Eigenlijk wel, ik vind het een persoonlijke verrijking. Je perspectief verandert: wat hier werkt, werkt ginder niet altijd en omgekeerd. Ik vind het een zeer interessante dynamiek. In Dogbo is er het ‘Rien n’est jamais sûr-plein’ en dat is eigenlijk de nagel op de kop. Je kunt een volle agenda hebben maar als je je been breekt, valt die agenda in duigen. Wij vergeten dat net iets te vaak.”