Laura Lynn: “Altijd in de belangstelling staan… Dat is lastig”

Laura Lynn: “Ik hoef niet constant omgeven te zijn door muziek, ik snak dikwijls naar complete stilte en rust.” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck
Nancy Boerjan

Volgend jaar staat Sabrina Tack twintig jaar op het podium als Laura Lynn. Maar als dat al gevierd zal worden, zal het niet met toeters en bellen zijn. De schlagerzangeres heeft haar hoogtepunt gekend, trekt nu samen met haar tienerdochter naar optredens van de idolen van vandaag en zet intussen haar eigen muzikale weg verder. Dat vindt ze helemaal goed zo, zowel op het podium als thuis zit ze opnieuw uitstekend in haar vel.

Op de radio op weg naar Laura Lynn linkt de IJslandse chef Dagny Ros Asmundsdottir muziek maken aan koken. Dat zowel musiceren als lekker eten bereiden ons gelukkig maken en dat we het doen om anderen gelukkig te maken. Ik leg de stelling voor aan Sabrina Tack (48), zoals Laura Lynn naast het podium heet. “Daar herken ik me zeker in”, reageert ze. “Ik vind het heerlijk als mensen me laten weten dat ze van een optreden genoten hebben. Koken doe ik ook heel graag: met alles erop en eraan, het eten bereiden maar ook de tafel en mijn woonkamer tot in de puntjes aankleden en mijn gasten daarvan zien genieten.”

Dus ja, ze doet het nog altijd heel graag, zegt ze, mensen laten meedeinen, meezingen en dansen op haar muziek. “Ik zing na twintig jaar nog altijd met plezier Je hebt me 1.000 maal belogen, ik meen dat oprecht”, klinkt het. Op maandag 24 juni doet ze dat opnieuw tijdens de Batjes in Roeselare. Haar agenda voor de zomer dikt aan en nog tot eind 2025 toert ze met het programma Tienerklanken langs de culturele centra. Ze staat er opnieuw. Dat zag er vijf jaar geleden, na de scheiding van accordeonist Matthias Lens, even anders uit.

“Ik merk dat ik met de jaren minder make-up gebruik. Ik hoef er niet meer constant piekfijn uit te zien”

“Ik ben altijd blijven optreden, maar koos er bewust voor om wat uit de media-aandacht te blijven. De breuk viel me zwaar. Natuurlijk waren de gevolgen van corona verschrikkelijk, maar het isolement waarin we gedwongen werden, was voor mij op dat moment een cadeau. Het gaf me de kans om mijn hoofd tot rust te laten komen, om na te denken over wat ons overkwam. Het heeft een tijd geduurd om me weer goed te voelen. Toen we opnieuw mochten optreden, gaf me dat een dubbel gevoel. Enerzijds was ik blij, op het podium voelde ik me weer goed, maar anderzijds zag ik er tegenop om thuis te vertrekken en kon ik nadien ook niet gauw genoeg weer thuis zijn. Mezelf vrolijk tonen naast het podium lukte me toen niet goed.”

Waar vindt een zangeres dan troost in? In muziek?

“Neen, ik hoef sowieso niet constant omgeven te zijn door muziek, ik snak dikwijls naar complete stilte en rust. Maar ik ben wel, net door corona ook, in die periode beginnen wandelen. Ik doe het vandaag nog altijd: twee tot drie keer per week liefst. Dat lukt niet altijd, maar ik streef er wel naar. Ik maak kriskras tochten in de omgeving van Ardooie, waar ik woon, anderhalf tot twee uur lang. Nog het liefst in mijn eentje, meestal zonder muziek. Het doet me zoveel deugd, het brengt me volledig tot rust. Dat, en een stel goeie vrienden die niet toestonden dat ik mijn hoofd liet hangen, heeft me er weer bovenop gekregen.”

Om je nieuwe liefde niet te vergeten: turnleraar Joffrey Van Snick, in een vorig leven lid van de boysband EnZo?

“Ik ben supergelukkig, ja. (glimlacht) Om eerlijk te zijn, dacht ik na de scheiding dat het voor mij op dat vlak zo’n beetje voorbij was. Een nieuwe liefde vinden, leek me niet erg waarschijnlijk meer. Maar kijk, we zijn tweeënhalf jaar samen nu en het gaat echt goed tussen ons. Zo goed dat we eind deze maand gaan samenwonen. In Ardooie, ja. Joffrey woonde tot nu toe in Geraardsbergen, maar ik heb al gauw duidelijk gemaakt dat vertrekken uit Ardooie voor mij geen optie was. Hij heeft het er gelukkig voor over om hierheen te verhuizen.”

Je laat er geen gras over groeien. In de vakpers lees ik over ‘trouwen’, ‘Parijs’ en ‘een helikopter’. Hoe zit dat precies?

(lacht) “Maar dat was een grap! Het zijn de titels van drie nummers van mij: Ik wil met je trouwen, Nachten van Parijs en Helikopter US Navy 66. Daar maakte ik zes maanden geleden een medley van en intussen grap ik erover dat hij de hint nog niet helemaal begrepen heeft.” (lacht)

Maar ook professioneel laat je van je horen, onder meer met de theatertournee ‘Tienerklanken’. Een nieuw pad naast het schlagergenre?

“Ik zocht al langer naar iets wat ik naast mijn optredens zou kunnen brengen, weliswaar ook in het Nederlands. Mijn manager Ilia Beyers stelde voor om het te proberen met nummers uit Tienerklanken, een muziekprogramma voor jongeren uit de jaren 60 en 70, en die te brengen in de culturele centra. Dat vond ik meteen een prachtidee! Alleen… die theaters, was dat wel iets voor mij? Het moest allemaal rustiger, mooie covers brengen, tussendoor iets vertellen… Er werd nu eens niét verwacht dat ik de zaal op stelten zou zetten. (lacht) En de eerste keer was het wennen, ik wilde nog te veel gaan. Maar het zit helemaal goed nu, de reacties zijn ook heel positief.”

Je koos resoluut voor nummers van vrouwelijke stemmen: Marva, Ann Christy, La Esterella, Willeke Alberti… Wie zijn jouw favorieten?

“Goh, ik vind ze allemaal even goed. Ik heb er ook nieuwe nummers door ontdekt. De Mallemolen van Heddy Lester kende ik voordien niet, maar vind ik ongelooflijk mooi. Er was – en is – gewoon zoveel talent in ons landje. Niet dat dat altijd op veel erkenning kan rekenen, zeker het genre van het levenslied niet.”

“Mensen kunnen soms heel grof en gemeen zijn op sociale media”

Ik zie jou straks nochtans wel op de affiche van Straatfeesten Kalmthout staan tussen internationale bands, op Kamping Kitsch naast Praga Khan… Worden de muurtjes tussen de muziekgenres stilaan afgebroken?

“Ik merk wel dat sommige organisatoren daar bewust voor kiezen, ja. Ook het Schlagerfestival in Hasselt probeert zijn programma breder te maken. Maar ik hoor gemengde reacties. Sommigen vinden het toch maar raar, anderen vinden het juist verfrissend. Ik zie het zelf graag gebeuren alleszins. Ik zal me vroeger ook wel bezondigd hebben aan hokjesdenken, maar die tijd is voorbij. Al blijft een deel van mijn publiek erg gehecht aan wat ik breng en wie ik ben op het podium. De countrynummers die ik een paar jaar geleden probeerde, vonden ze schoon, maar ze hoorden toch liever mijn schlagers. Mijn haren kort knippen of de kleur veranderen, kan ik beter niet doen. Vreemd, maar het is niet anders.”

Je stond dan weer niet op de affiche van de 505-concerten in mei, die opriepen tot meer menselijkheid in de samenleving. Bij de voorlopers daarvan, de 0110-concerten in 2006, was je er wel bij. Blijf je liever weg van politieke stellingen in muziek?

“Ik ben daar niet zo mee bezig en doe dan ook liever geen uitspraken. Niet durven? Ik weet niet of het een kwestie van durven is. Het is vooral dat elk woord tegenwoordig zoveel reactie kan uitlokken. Mensen blijven daar dan op doordrammen… Het is niets voor mij om overal mijn mening over te geven. Dat brengt mij uit evenwicht, daarom blijf ik er ook liever weg van.”

Is altijd zwijgen niet ook vermoeiend?

“Zeker. Dat is meteen ook het enige minpunt aan mijn job: altijd in de aandacht staan, sinds de sociale media nog veel meer dan ooit tevoren, is lastig. Want deze uitspraak durf ik wél doen: mensen zijn soms heel grof en gemeen op sociale media. Dan heb ik zeker zin om te reageren en eens goed mijn gedacht te zeggen, maar waar leidt het toe? Als ik het te gortig vind, reageer ik wel eens in een privé-bericht. Dan vraag ik of ze wel beseffen wat ze aanrichten met die gemene commentaren. En of ze een volgende keer één minuut willen nadenken over wat ze zeggen. Het maakt me soms ziek. Maar ik probeer de raad van mijn manager op te volgen: er zijn zoveel positieve reacties, focus dus niet op die ene negatieve.”

Wegblijven van sociale media is geen optie?

“Ik heb de boot lang afgehouden, maar ik moet mee evolueren. Dus ja, ik post regelmatig iets. Ik doe ook al weinig interviews. Voor je het weet, vragen mensen zich af of je nog wel eens optreedt.” (lacht)

Je laat vrouwen die je bewondert herleven op het podium. Maar wie zijn de belangrijke vrouwen in jouw leven?

“Dan staat mijn mama, die er werkelijk altijd voor me geweest is en nog altijd is, toch wel bovenaan. En mijn dochter natuurlijk! Eliana wordt in september twaalf. Ik kijk naar haar op: een verstandige, lieve meid. Interesse in de showbizz? Ja! Ze is een enorme fan van Camille en Pommelien – wie niet op die leeftijd – en hoewel ik haar zelden hoor zingen, beweert ze dat ze later ook zangeres wordt. Ach, ze is nog zo jong. Het kan nog alle kanten op. Maar ik ga haar zeker niet pushen.”

Hoe kijk jij naar fenomenen als Camille en Pommelien? Had je graag zelf in die schoenen gestaan?

“Ze brengen topshows. Ik zag Camille in het Sportpaleis, samen met Eliana, en dat is gewoon af. Maar jaloers ben ik zeker niet. Ik heb bij het begin van mijn carrière ook de Lotto Arena een paar keer gevuld. Iedereen heeft zijn of haar moment en daar moet je van genieten zolang het duurt. Ik ben blij dat ik nog altijd kan leven van wat ik graag doe, dat volstaat voor mij.”

Van shows gesproken: heb je het Eurovisiesongfestival gevolgd?

“O ja! Maar het is niet meer als vroeger, natuurlijk. Ik herinner me die avond toen ik nog heel jong was, dat was een echt familiemoment. Iedereen voor de tv, met kaasblokjes, een Pisang voor mijn ouders en een limonade voor mij… En dan die spanning die zich doorheen de avond opbouwde! We bleven er ook voor thuis, maar nu leeft het niet meer. Ik heb gekeken, maar ik betrapte me erop dat als ik iets in de keuken ging halen, ik het programma niet eens stopzette. De show zit nog altijd prachtig in elkaar, maar het is een circus geworden. Zelf ambitie gehad? Nooit. Ik kan dat soort stress echt niet aan.”

Je bent dinsdag 48 geworden. Vrede mee?

“Op zich wel, al kijk ik toch niet uit naar die 50. Het leven gaat al zo snel! Ik verzorg mezelf goed, maar niet op een krampachtige manier. Ik ga niet plots intensief sporten of mijn toevlucht zoeken tot drastischer ingrepen. Zeg nooit nooit, maar mocht ik al een ingreep overwegen zal die er wel héél naturel uit moeten zien. Ik merk trouwens dat ik met de jaren ook minder make-up gebruik. Ik hoef er niet meer constant piekfijn uit te zien. Ik hoor het mensen wel eens zeggen: amai, die is verouderd. Ja zeg, wie niet misschien?”

Met medewerking van Café Lugano in Pittem.