Brihang brengt langverwachte plaat ‘Droomvoeding’ uit: “De Boudy van tien jaar geleden zou trots zijn”

Boudy Verleye, beter bekend als Brihang. © Alexander Popelier
Bert Vanden Berghe

Het vaderschap en een halve identiteitscrisis blijken de perfecte combo te zijn om een dijk van een plaat af te leveren. ‘Droomvoeding’, het derde album van Boudy ‘Brihang’ Verleye (30), is een poëtisch pareltje dat gaandeweg steeds dieper onder je vel kruipt. “Ik wou nochtans geen ik-heb-kinderen-gekregen-plaat maken.”

Hij had vroeger enigszins schrik voor interviews, zegt hij terloops. Dat hij moest zorgen dat hij de juiste dingen zei. Nu denkt hij er niet meer over na. “Dit is hoe ik ben. Dit is wat je krijgt. En dat is ook zo met mijn muziek.” Hij zegt het nog steeds zonder een greintje dedain, omdat hij het ook méént. Op Droomvoeding – zijn derde plaat na Zolangmogelijk en Casco doet hij het omfloerst, die waarheid prediken, maar met zoveel eerlijkheid dat we haast geneigd zijn om dat vieze woord authenticiteit in de mond te nemen. Zo opent hij met Accepteren, waar hij zijn kinderen de hemel inprijst, omdat ze zijn leven zoveel rijker maken, maar hij benoemt ook de andere kant: Je leerde me van alles, maar je pakt ook zoveel af.

Letterlijk twee minuten ver in je plaat en ik dacht al: ‘fuck, ja’.

“Het is wel een binnenkomer, inderdaad. (grijnst)Ik had ook alleen maar die leuke aspecten kunnen opsommen, maar de rest interesseert me meer: die verandering, die slag in het gezicht die je soms krijgt. Ik wou eigenlijk niet dieik-heb-kinderen-gekregen-plaat maken. Ik heb het uiteindelijk toch gedaan, maar daar moest ik mij efkes overzetten. Ook al omdat het succes vanCasco er was en dan stond ook nog eensSteentje daarop.”

Was er een specifieke trigger om die knop om te draaien?

“Ja. Ik ben pas echt serieus beginnen doorschrijven op het einde van de zomer vorig jaar. We waren op reis vertrokken naar Griekenland, drie maanden lang rondgetrokken met de van. Daar is alles zowat samengekomen.Accepteren, omdat Inca en ik veel mensen tegenkwamen met kindjes, en ik doorhad dat we eigenlijk allemaal kinderen zijn van. Het is een universeel thema en ik kan het er dus wél over hebben. Onderweg is ook het nummer Berg ontstaan. Inca was aan het rijden, ik zat naast haar aan het schrijven op mijn laptop en Inti lag achteraan te slapen. Ik keek naar het landschap en zag die bergen. Ik begon te fantaseren. Er zijn er die klimmen, er zijn er die er niet aan beginnen. De reis moesten we helaas vroegtijdig stopzetten omdat we een telefoontje kregen over de grootmoeder van Inca. Een telefoontje waarvan we wisten dat het er zat aan te komen. Op weg naar huis begon ik aan Telefoontje te schrijven en dacht ik:ik ga er gewoon invliegen, maken wat ik moet maken en er niet van weglopen.”

Was de schrik niet groter om terug te komen? Niet alleen omdat deze plaat heel persoonlijk is, maar je bent ook heel lang van de radar gebleven.

“Ik heb bewust gekozen om even van die socials weg te blijven. Als ik niets te zeggen heb, waarom zou ik dan iets posten? Ja, oké, om in de kijker te blijven, maar niemand weet hoe dat echt allemaal werkt, dat algoritme. Ik heb er nog nooit een euro aan uitgegeven en ik vertik het ook om te betalen aan Facebook of Instagram. Ergens is het dus organisch gegroeid. We zijn nu tien jaar later, en het is ook gelukt.”

En verkoop je met sprekend gemak drie keer de AB uit.

“Zot, hé. Puur door mensen die komen voor de muziek. Die het voelen, die het begrijpen. Ik hoef niemand te overtuigen, en dus al zeker niet door een gesponsord bericht dat je duizend keer in het gezicht krijgt.”

Ik veronderstel dat het wel spannend was om ‘Tussenin’ los te laten op de wereld?

“Het is het eerste dat je van je laat horen en je wilt ergens wel een beeld schetsen van wat er gaat komen. Het gaat heel zacht, maar ook heel hard. Ik vond dat een goeie eerste track om te zeggen: voilà, hier ben ik weer.”

Net als in dat ander nummer ‘Cut op de set’ klinkt het iets rauwer. Had je het gevoel dat je niet té mild wilde overkomen?

“Ik weet niet of ik echt bezig ben met hoe ik overkom. Ik hou ook van harde hiphop, dat zit wel ergens in mij, al zou je het niet altijd verwachten. Vroeger, toen ik begon met rappen, waren al mijn tracks mega-agressief. Ik wilde stoer doen, maar dat is er uitgegroeid. Omdat ik zelf ook veranderd ben.”

“Waarom ik niet meer in het plat West-Vlaams rap? Dat is hoe ik nu spreek na al die jaren in Brussel”

Heeft dat voor een zekere existentiële crisis gezorgd? Omdat hiphop aan de basis zich afzet tegen een zeker establishment. En opeens ben je er – met alle respect – zelf een soort onderdeel van omdat je je leven op de rails lijkt te hebben.

“Ik heb me daarin nooit druk gemaakt. Dat vooroordeel –ik moet mijn frustraties uiten– dat heb ik al redelijk lang losgelaten. Dat is niet iets waar ik mee bezig ben. Hetzelfde met de vraag hoe het komt dat het niet meer in het plat West-Vlaams is… Dat is hoe ik nu spreek en hoe ik geworden ben door jaren in Brussel te wonen met mijn lief (die van Dendermonde afkomstig is, red.). Dat accent verandert gewoon. Denk ik daarover na? Nee, alleen in West-Vlaanderen omdat het dan weer opvalt. (lacht) Maar dit is what you get.”

Hoe zou de Boudy van tien jaar geleden kijken naar de Boudy van vandaag?

“Ik denk dat die Boudy wel trots zou zijn. Het stond nooit op de planning om te leven van muziek. Dat was ergens wel een droom. Stel je eens voor. Maar ik had nooit gedacht dat het écht kon: een bereik hebben met de keuzes die ik gemaakt heb. Ik heb niet gekozen voor de platte commerce of de makkelijke weg. Mij gericht naar de radio, bijvoorbeeld. Nee, die zijn mee in ons verhaal gestapt omdat ze zagen dat de mensen kwamen kijken.”

© Alexander Popelier

Die koppigheid om je eigen weg te volgen, deel je ook met je West-Vlaamse collega’s.

“’t Hof van Commerce heeft ook nooit zotte platendeals getekend of zotte promotours opgezet. Ze hebben altijd hun eigen esthetiek ontwikkeld. Hetzelfde met Wannes (Cappelle, red.) en Het Zesde Metaal. Dat is gewoon puur en oprecht. En met goeie teksten.”

Leuke knipoog overigens naar ‘Nie voe kinders’ van Het Zesde Metaal in je nummer ‘Mama’s buik’. Is er een nummer dat er voor jou uitspringt op deze plaat?

“’k Wou da’k het kon zeggen. Het voorlaatste op de plaat. Ik weet ook niet zo goed waarom. Het is heel speels en spontaan, bijna als grap begonnen. Dat refrein heeft zoveel betekenis voor mij. Ik kreeg het niet gezegd met een zin of een woord, ‘k wou da’k het kon zeggen door te knippen met mijn oog. Ik vond dat wel iets hebben. Iets niet gezegd krijgen, terwijl ik hier net een plaat aan het volrappen ben… Maar ik krijg soms ook de dingen niet gezegd. Soms kan je ook mensen lezen door hun lichaamshouding. Dat gaat over Inca en ik in onze relatie. Ik spreek niet zo goed over mijn gevoelens eigenlijk. Het is altijd Inca die het eerst is, en mij zegt: kom, we moeten nu praten. Ik wou dat ik het kon zeggen, maar je bent mij altijd voor. Dus ik zing het in een lied in de hoop daj het hoort. Eigenlijk zeg ik het toch wél eerst hoeveel ik van haar hou, maar toch ook niet. Het is complex in zijn eenvoud.” (grijnst)

In het laatste nummer zeg je: ‘Ben ik nog wie ik wil zijn?’ Klinkt ook wel existentieel…

“Ik liet het horen aan Inca en ze zei ook: wow, dat is wel heel eerlijk. Waar trek je die grens, hé? Ik vecht met het monster van erkenning, leven van muziek stond nooit echt op mijn planning. Ik ben maar een naam, ik ben van korte duur. Besta alleen maar door je apparatuur. Je bent opeens een publiek figuur en voor anderen slechts een stem door de radio, terwijl je daar wel je ziel blootlegt. Er komt wel druk bij kijken, bij dat monster van succes.”

“Ik heb bewust gekozen om even van de socials weg te blijven. Als ik niets te zeggen heb, moet ik het dan delen?”

Was het een geruststelling dat de ticketverkoop heel vlot verliep?

“Zeker met die AB’s. Ik had de keuze gemaakt om een jaar of bijna twee niets van me te laten horen. En dan moet je zeggen: ik ben hier nog, hé. Het is fijn om dan te merken dat de fans er óók nog zijn. En natuurlijk doet dat deugd. Het streelt je ego, sowieso. Maar zoals ik eerder al in jullie krant zei: ik heb er ook geen probleem mee om volgend jaar dakwerker te worden. Met plezier zelfs. Ik heb megaveel bewondering voor die stielmannen. Er is niets mooiers dan een huis te bouwen. Wat is er belangrijker dan een dak boven je hoofd? (denkt na) Het is wel iets, wi. Dat applaus, dat aanbeden worden. Mijn beste maat stond achter het podium van het Beste van het Westen vorig jaar in Dranouter, en zag het ook. Ik snap dat grote artiesten in grote arena’s echt zot worden.”

Mag ik vragen wat voor vader je bent?

“Dat is een moeilijke. Ik ben wel strenger dan mijn vrouw, denk ik. Of misschien heb ik minder geduld. Maar ik ga niet echt kwaad worden of zo. Ik geef veel ruimte aan Inti. Ik vind dat spelend opvoedend wel belangrijk. Maar wat voor vader ben ik? (blaast) Een lieve vader, denk ik. Iemand die veel spreekt ook. Inti is nu 3,5 jaar, maar we vinden het wel belangrijk dat ze benoemt hoe ze zich voelt of wat er gebeurt. En echt over alles.”

Is dat een soort van wiedergutmachung, omdat je dat zelf niet altijd kan?

“Ik heb gemerkt dat praten heel belangrijk is, ook in een relatie. Dat gaat over de stomste, de kleinste details. Als je je afvraagt of je erover moet praten, dan is dat al een reden om het te doen. En dat is niet altijd even gemakkelijk. Maar het is wel zo belangrijk dat je dat kan.”

Want opeens zit je met twee kinderen in een heel andere rol. Dat is een totaal nieuw evenwicht dat je moet zoeken.

“Keihard. Ik heb het ook al vaak gezegd tegen Inca: al een chance dat wij zo’n goeie basis hebben, dat we echt al lang samen zijn en weten wat we aan elkaar hebben. Als je de basis niet hebt, en dan een kind krijgt…”

Heb je nu het gevoel dat je alles bereikt hebt? Met andere woorden: what’s next?

“Dat speelt wel door mijn hoofd, maar ik heb er ook vrede mee. Met de tickets die ik verkocht, kan ik twee Lotto Arena’s vullen, maar zo’n grote zaal vullen, zegt me niets.”

Brihang in het Sportpaleis, dat voelt inderdaad wat wrang.

“Dat klopt niet, hé. Ik voel dat ook aan. Dus what’s next? Het is oké met hoe het nu is. Ik dacht dat ik de top had bereikt met Casco, maar ik voel dat er nog marge is om te groeien. Dat is wel tof om te merken. Ik begin er ook mijn plaat mee: Vanaf nu leg ik de lat niet meer hoger, ik hou hem laag, dus klimt er maar over, het leven loopt trager, dat is wat je nodig hebt om alles te aanvaarden. Dat zegt alles.”

‘Droomvoeding’ van Brihang is vanaf vandaag te verkrijgen op cd en lp en is ook te beluisteren via de streamingdiensten. De limited edition-lp kan je enkel kopen op vijf marktdagen, waaronder de zaterdagmarkt van Brugge op 7 oktober en op de maandagmarkt van Kortrijk op 9 oktober.

Tickets, voor onder meer Kortrijk op 1 februari: www.brihang.be

Lees meer over: