Koen De Bouw: “Verhalen vertellen is de essentie van mens zijn”

Master Koen De Bouw is ook de zien in de openingsfilm ‘Nowhere’. © Davy Coghe Davy Coghe
Gillian Lowyck

Het Filmfestival Oostende kan na het jongste overlegcomité niet meer plaatsvinden eind januari, maar het festival komt er zeker van zodra het kan. De master staat gelukkig al vast. Topacteur Koen De Bouw neemt met veel plezier de taak op. Hij stelt een mooie selectie van films voor én schuift een belangrijk thema naar voren: mentale gezondheid. Daarmee zorgt hij voor een lichtpuntje in de donkerste dagen van het jaar.

Het is een stralende winterdag wanneer we afspreken met Koen De Bouw aan de Mercator. Het schip is onverwacht gesloten, maar dat is niet erg: we nemen plaats in de zon met zicht op de bekende Oostendse zeilboot. Koen is een tevreden man. Hij komt net van de persvoorstelling van het Filmfestival Oostende, waar hij zijn masterselectie en thema bekend mocht maken. Nadat Filmfestival Oostende vorig jaar noodgedwongen niet kon doorgaan, ziet het er naar uit dat de eerste wintereditie van 2022 een bijzonder evenement zal worden.

Koen, heb jij iets met boten?

“Nee, eigenlijk heel weinig, moet ik bekennen. Ik woon in de Ardennen, dus heb veel meer iets met de natuur, het heuvelachtige… Maar ik moet wel zeggen dat de kust me de laatste jaren meer en meer aantrekt. En boten specifiek? Ik was onlangs in het Van Goghmuseum, waar er een volledige verdieping gewijd is aan maritieme kunstwerken. Veldslagen op zee en in de havens, dat soort taferelen. Ik hou ook heel erg van Venetië en ben van havenstad Antwerpen afkomstig… Laat ons dus zeggen dat het gegeven mij meer en meer fascineert.”

Wat is jouw band met Oostende?

“Twintig jaar geleden hebben we hier de serie Sedes en Belli gefilmd, waar ik in meespeelde. Toen zijn we hier dus heel vaak geweest. Ik moet zeggen dat ik de stad voordien niet zo goed kende. En het voordeel van acteur zijn is dat je heel vaak op plaatsen komt waar je als toerist of gewone bezoeker niet zomaar kan gaan. Zo heb ik dus ook een bijzondere kant van Oostende leren kennen. We filmden vaak in het havengebied, maar ook in de binnenstad. In die twintig jaar is hier heel veel veranderd. Veel steden raken helemaal verknoeid in de loop der jaren, maar dat is niet het geval met Oostende. (wijst naar de jachthaven en Mercator) Kijk hoe mooi het hier is. Oostende is de Koningin van de Wereld geworden.”

In januari ben je master van het Filmfestival. Heb je lang getwijfeld over je deelname?

“Nee. Ik ken Peter (Craeymeersch, directeur van FFO, red.) natuurlijk al heel lang en weet wat hij allemaal doet voor de Vlaamse film. Ik heb dus niet lang moeten nadenken toen de vraag kwam. Ik moet wel eerlijk toegeven dat het een beetje uit mijn comfortzone treden is. Normaal gezien stel ik een film en dat verhaal voor, nu sta ik zelf in de schijnwerpers. Dat voelt wat onwennig. Maar toevallig speel ik mee in de openingsfilm. Dus zo komt het goed.” (lacht)

Is het een uitdaging, master zijn?

“Goh, uiteindelijk heb ik er twee jaar over gedaan (lacht). Ik heb dus wel al wat tijd gehad om na te denken. Ik heb ook beslist om een ander thema te kiezen. Dat is dit jaar going mental, waarbij ik mentale gezondheid in de kijker wil zetten. Want dat is in deze huidige periode onderbelicht. Er zijn heel veel mensen die het erg zwaar hebben. Ikzelf ook, maar zeker en vast mijn sector. Terwijl die net zo belangrijk is. Theater, cinema, verhalen vertellen: dat is de essentie van mens zijn. Als dat wegvalt, wat blijft er dan nog over? In mijn selectie films steek ik theatrale en poëtische films, maar ook een comedy. Want er eens helemaal uit zijn en aan niets anders moeten denken, dat is ook belangrijk.”

Hoe heb jij de coronacrisis tot nu beleefd?

“Met vallen en opstaan. Tijdens de eerste lockdown was het vooral financieel overleven. Toen heb ik in totaal zes dagen kunnen werken. Tijdens de tweede lockdown was het mentaal – en ook wel nog financieel – overleven. Gelukkig zijn er toen wel al meer projecten kunnen doorgaan, zoals de film Nowhere, die nu Filmfestival Oostende opent. Maar het is nog niet hetzelfde zoals voordien.”

Waar haal jij als acteur de meeste voldoening uit?

“Uit het delen van verhalen, of dat nu voor of achter de camera is. Al is het maar voor één iemand, je kan het leven van mensen veranderen met verhalen.”

Ben jij een gelukkig man?

“Ja, echt wel. Pas op: ik kan ook diep zitten. Maar ik heb me in de loop der jaren weten te omringen met de juiste mensen. Dat helpt heel veel. In feite begint het allemaal bij zelfinzicht. Ook als acteur is dat van belang. Als je jezelf kent, dan ken je de ander. Daar ben ik van overtuigd.”

Wat staat er nog op jouw bucketlist?

“Goh, ik ben daar niet zo mee bezig. Ik leef vooral in het nu. Maar als er één iets is dat ik wél nog heel graag zou meemaken, dan is het een concert van Billy Joel (lacht). Geen grootse levensplannen, nee. Hoe ouder je wordt, hoe eenvoudiger je wensen, vermoed ik. Of nee, toch nog een grote droom: dat het beter gaat met de wereld dan vandaag het geval is.”

Bio

Privé: Koen De Bouw (57) werd geboren in Turnhout. Hij woont vandaag in de Ardennen.

Opleiding/loopbaan: studeerde aan de Studio Herman Teirlinck in Antwerpen. Vertolkte de hoofdrol in tal van Belgische en internationale films en televisieseries. Denk maar aan De Zaak Alzheimer, Loft, De Premier, Dossier K… Hij speelde ook mee in de tv-series Grenslanders, The Last Tycoon en Professor T.. Hij is ook actief in het theater.