De kruisvaarders van het West-Vlaams

't Hof mag 20 kaarsjes uitblazen. © KW
Philippe Verhaest

Als Hendrik Conscience zijn volk leerde lezen, dan zorgde ‘t Hof van Commerce ervoor dat de Vlamingen het West-Vlaams leerden omarmen. Twintig jaar geleden zag de hiphopformatie het levenslicht onder de Izegemse kerktoren, nu is er ‘niemand grodder’ dan hen. Veel van hun nummers behoren tot het collectieve geheugen, maar zonder het zelf te beseffen werden Flip Kowlier en co de kruisvaarders van het West-Vlaams. Kruisvaarders die bovendien op bákken respect kunnen rekenen, zo blijkt… Een terugblik in vier legendarische rhymes.

Eind jaren negentig: Filip Cauwelier, Serge Buyse en Kristof Michiels – beter bekend als Flip Kowlier, Buzze en DJ 4T4 – zijn de schoolbanken amper ontgroeid wanneer ze met Dommestik & Leverancier, met de legendarische leuze Zeg nekjir oe loat is ‘t, een bom van jewelste in het Vlaamse muzieklandschap gooien. Wat volgt, is twintig jaar muziekgeschiedenis in onversneden West-Vlaams.

*West-Vlamse hiphop, ge goat er nog van worn. Most ek van joe zin, kzoe er mie nie an stworn* (Dommestik & Leverancier)

In hun allereerste radiohit in 1998 spraken de heren al profetische woorden. ‘t Hof van Commerce was er er om te blijven. Iets wat indertijd ook Wim Opbrouck (49) niet was ontgaan. De man gaf in In De Gloria gestalte aan de legendarische Gerrit Callewaert uit Bavikhove, dé voorvechter om West-Vlamingen niet langer te ondertitelen op televisie. Met ‘t Hof van Commerce kreeg hij er plots een stevige medestander bij. “Die kerels zijn ronduit fantastisch“, zegt Wim Opbrouck.

“Bij hun eerste plaat had ik een hoeragevoel. Kwaliteitsmuziek in het West-Vlaams: het kán’, dacht ik toen” – Wim Opbrouck

“Ik volg hen van bij hun allereerste plaat. Ik had toen meteen een soort hoeragevoel. ‘Eindelijk kan er ook kwaliteitsmuziek in het West-Vlaams worden gemaakt, dacht ik destijds. En die werd ook nationaal opgepikt. Ik doe een knieval voor de heren van ‘t Hof van Commerce. Ze ádemen West-Vlaanderen, maar gaan zoveel breder. Overal in Vlaanderen – en zelfs in Nederland – worden hun nummers bejubeld en meegerapt. ‘Ondanks’ het feit dat ze het West-Vlaams hanteren. Dat zegt veel.”

Dominiek Hemeryck uit Roeselare (53) kreeg de – toen nog – jonkies van ‘t Hof van Commerce over de vloer tijdens zijn Delirium Festival in Handzame. “Eind jaren negentig organiseerden we een rockconcours. Ook een beginnend, onbekend hiphopgroepje uit Izegem stuurde een democassetje op. Ik was meteen verkocht, maar de rest van het bestuur volgde me niet echt. Ik heb toen mijn wil doorgedrukt, want ergens voelde ik dat ‘t Hof van Commerce het zou maken.”

Dominiek Hemeryck.
Dominiek Hemeryck.© STEFAAN BEEL

Dominieks buikgevoel werd tijdens het rockconcours echter niet bevestigd. “Ze eindigden allerlaatste”, glimlacht hij. “Maar dat lieten ze niet aan hun hart komen. Hun inschrijvingsgeld – 1.600 oude Belgische franken – hebben ze integraal aan de toog gespendeerd. Ik heb Flip Kowlier toen wel nog even apart genomen en hem aangespoord om hun demo naar Studio Brussel op te sturen. Ik weet nog dat ik hem echt heb moeten overtuigen. Maar onrechtstreeks lig ik dus mee aan de basis van het succes van ‘t Hof.”

Anne-Sophie Ghyselen.
Anne-Sophie Ghyselen.© GF

Ook de Langemarkse Anne-Sophie Ghyselen (29), doctor-assistent Nederlandse Taalkunde aan de UGent, onderstreept het belang van ‘t Hof van Commerce. “Ik ben zelf met hun muziek opgegroeid. Wat ze voor het West-Vlaams betekend hebben, valt niet te onderschatten“, zegt ze. “Momenteel beleven we een dialectenrenaissance. Overal in Europa zien we dat dialecten langzaam maar zeker verdwijnen en dan beginnen mensen dergelijk erfgoed te koesteren. In West-Vlaanderen houdt onze moedertaal iets langer stand, maar de jongere generatie praat al lang niet meer zoals onze grootouders. Op zulke momenten neemt de cultuursector het voortouw om wat verloren dreigt te gaan, in stand te houden.”

“Door hun muziek zullen we niet meteen méér West-Vlaams praten, maar ons erfgoed blijft wel bewaard” – Anne-Sophie Ghyselen

Dat ‘t Hof al twintig jaar in het West-Vlaams rapt, is bewonderenswaardig, zegt Anne-Sophie. “Maar tegelijk heeft het geen directe impact op ons taalgebruik. Mensen zullen niet plots weer méér West-Vlaams praten, maar het erfgoed blijft op die manier wel bewaard. Waar het wel goed voor was, en is: de houding tegenover dialecten is ten goede veranderd. In de jaren zestig werd dialect geassocieerd met laagopgeleiden en lagere sociale klassen, dat is niet langer het geval. En daar heeft ‘t Hof zeker zijn steentje toe bijgedragen. Mede dankzij hen kunnen we genieten van programma’s in het West-Vlaams en is het nu algemeen aanvaard om dialect te horen én te praten op radio en televisie.”

Het magische trio achter 't Hof van Commerce.
Het magische trio achter ‘t Hof van Commerce.© KW

*Ik ben van ‘t Westn van Vloandern. Daddis niet te verandern. En oaj wil zoakn doen me mie, goaj moetn onderhandeln. Ik ben de boas* (Boas)

Midden jaren negentig werd West-Vlaams nog als minderwaardig beschouwd, anno 2018 is ons dialect net hip. “Vroeger was een West-Vlaming per definitie een boerke. Nu liggen de kaarten toch iets anders. En dat hebben we deels aan de heren van ‘t Hof te danken”, vindt Wim Opbrouck. Hij pleit ervoor om die typisch West-Vlaamse bescheidenheid voor eens en voor altijd achter ons te laten. “Want die is totaal onterecht”, benadrukt hij. “Samen met Limburg hebben we last van een zeker minderwaardigheidscomplex, maar we moeten net trots zijn op wie we zijn en waar we voor staan. ‘t Hof van Commerce is van ons en onze taal is uniek. Betere ambassadeurs dan Flip en zijn vrienden kunnen we ons niet inbeelden.”

Wim Opbrouck.
Wim Opbrouck.© VIER

“Wie twintig jaar geleden de televisie aanzette, hoorde vrijwel uitsluitend Antwerps. Nu zijn alle dialecten algemeen aanvaard. En dat is goed, want zo komt een verhaal veel natuurlijker over. Kijk maar naar het succes van een reeks als Bevergem. Volledig West-Vlaams en zelfs niet ondertiteld. Hulde aan ‘t Hof van Commerce daarvoor.”

“Ik spoorde ze aan om hun demo op te sturen naar Studio Brussel. Zo lig ik mee aan de basis van hun succes” – Dominiek Hemeryck

Eind de jaren negentig was ‘t Hof in zijn eigen genre baanbrekend. “In hun kielzog zijn een pak rappers gevolgd die in hun eigen taal hun ding doen”, gaat Wim verder. “Maar voor mij blijft Willem Vermandere de absolute godfather van het West-Vlaamse lied. Hij heeft, samen met mensen als Arno Hintjens, het pad geëffend. ‘t Hof van Commerce heeft die weg breder gemaakt. Ze zijn tegelijk op en top West-Vlaams, maar hebben ook iets van de Wu-Tang Clan (legendarische Amerikaanse hophopformatie, red.) in zich.”

De leden van 't Hof van Commerce: Serge Buysse, Flip Kowlier en Kristof Michiels.
De leden van ‘t Hof van Commerce: Serge Buysse, Flip Kowlier en Kristof Michiels.© KW

Dat het West-Vlaams dezer dagen zo’n hoge toppen scheert, hebben we voor een groot stuk aan ‘t Hof van Commerce te danken, zegt ook Dominiek Hemeryck. “Zonder hen zou er nooit sprake geweest zijn van Het Zesde Metaal. En werden we nog altijd steevast ondertiteld op televisie! Dankzij ‘t Hof zijn we veel trotser op onszelf en onze provincie. Wij zíjn West-Vlaanderen. Dat was vroeger wel anders.”

Dominiek loopt Flip Kowlier af en toe nog eens tegen het lijf. “En hij herinnert me nog keer op keer aan het feit dat ik hen heb aangespoord om niet op te geven. Ons vast ritueel is een selfie van ons beiden. Ik heb er ondertussen al een pak met de keizer van de West-Vlaamse muziek.”

*Herinner dje u Patrick Sercu of Karel Declercq, Ulla Werbrouck en Veerle Dejaeghere, is da nie sterk?* (Punk of Yo!)

Met deze rake zinsnede steekt ‘t Hof van Commerce de loftrompet af over de vele bekende Izegemnaren en namedroppen ze naar hartenlust iconische stadsgenoten. Want dat ze van Izegem afkomstig zijn, dat weet ondertussen iedereen in Vlaanderen.

De kruisvaarders van het West-Vlaams
© Frank

“Alleen heb ik Flip Kowlier daar nog niet voor kunnen bedanken, want we hebben elkaar nog nooit ontmoet”, glimlacht Ulla Werbrouck (46). De ex-judokampioene woont al sinds 1997 in Lendelede, maar vindt het een hele eer om in het repertoire de revue te passeren. “Ze zijn ook zelf trots op hun taal, provincie en haar inwoners. Dat hoor je in vrijwel elk nummer. Ik kan hun muziek wel smaken. Dat het West-Vlaams vandaag zo populair is, hebben we grotendeels aan ‘t Hof van Commerce te danken.”

“Ik heb Flip nog nooit kunnen bedanken om me te vernoemen. We hebben elkaar nog nooit ontmoet” – Ulla Werbrouck

“We moeten er over waken dat die kennis niet verloren gaat. Met mijn mama kan ik nog integrale gesprekken in het plat West-Vlaams voeren, met mijn eigen kinderen is dat niet meer mogelijk. Woorden als lattestoors en persjiènen kennen ze niet meer. Zij hebben het gewoon over rolluiken. Ik betreur het dat dit stukje erfgoed deels verloren gaat, maar het mes snijdt aan twee kanten. Jongeren hebben er baat bij om het Algemeen Nederlands accentloos te beheersen, en tegelijk mag onze moedertaal – het West-Vlaams – niet verdwijnen. Wij proberen thuis ons dialect levend te houden, maar het is een moeilijke oefening. Gelukkig is ‘t Hof van Commerce er nog om ons erfgoed levend te houden.”

*Wie kent er ier best God? Intusn beste moatn, ie komt ‘s oavonds loate ip de kafie noast de stroate, ie bespreekt de dingn me mie en ie zegt ‘metn dien goak ne kji da doen, metn dien goak ne kji da doen’. Peisje datn em doar mee bezig ot? God is ne leeggoard!* (Tusn Eemle en Elle)

Stijn Nys (37) is van de weinige West-Vlaamse rappers die het podium deelde met ‘t Hof van Commerce. De Izegemnaar zorgt voor het peper en zout op Tusn Eemle en Elle op het album Rocky 7. “Ondertussen al zestien jaar geleden”, grijnst Stijn, nu de trotse papa van de anderhalf jaar oude Alice Khady. “Ik werk nu bij AD Delhaize in Ingelmunster en door ons dochtertje staat mijn rapcarrière op een lager pitje, maar ik heb de beste herinneringen aan mijn gastbijdrage bij ‘t Hof. “Ik had met Emelgang (naar analogie met de Izegemse deelgemeente Emelgem, red.) een eigen hiphopformatie en met ‘t Hof van Commerce prijkten we vaak samen op de affiche. Zo leerden we elkaar kennen. Toen ze me vroegen om met hen mee te rappen, heb ik geen seconde getwijfeld.”

“Zonder overdrijven: ‘t Hof van Commerce heeft een groot aandeel in de huidige populariteit van onze moedertaal” – Stijn Nys

Als contributor heeft Stijn Flip Kowlier en de zijnen altijd van dichtbij gevolgd. “Het is straf wat ze bereikt hebben. En dan nog in het West-Vlaams. Ze waren de pioniers. Wij rapten nog in het Engels en het Frans. West-Vlaams, daar dáchten we zelfs niet aan. Zonder overdrijven: ‘t Hof van Commerce heeft onze moedertaal weer op de kaart gezet.” Dankzij zijn passage bij ‘t Hof maakte Stijn een pak onvergetelijke momenten mee. “Ik stond op het podium van Pukkelpop en na een scoutskamp ben ik rechtstreeks naar Suikerrock gereden. Ik heb me toen snel-snel gedoucht in de loge van Will Tura en sprong mee de main stage op. Schitterend, toch?”

Stijn Nys.
Stijn Nys.© STEFAAN BEEL

Vandaag beperkt Stijn zijn rapbestaan tot het spelen van gastheer op de hiphopwedstrijd De Bestn vant Westn. “Maar ‘t Hof mag me altijd bellen om hun verjaardagstournee extra pigment te geven. Ik laat meteen alles vallen”, glimlacht hij.

Lees meer over ‘t Hof van Commerce op www.kw.be/thvc