Na een beraadslaging van een maand heeft de raadkamer in Veurne toch beslist om drie oud-medewerkers van woonzorgcentrum De Zathe in Nieuwpoort naar de strafrechter te verwijzen. Een toenmalig verpleegster en hoofdverpleegkundige pasten ‘voor de grap’ een aerosoltherapie toe op het achterste van een dementerende man. Zij worden vervolgd voor mensonterende behandeling, schuldig verzuim en onopzettelijke slagen en verwondingen. Voor dat laatste wordt ook de oud-directeur vervolgd, net als voor schuldig verzuim. De advocaten van het drietal wilden niet reageren op de zaak.
Volgens het parket speelden de feiten in woonzorgcentrum De Zathe in de Onze Lieve Vrouwstraat in Nieuwpoort zich af tussen 2012 en 2017. De feiten kwamen aan het licht eind 2017 toen een nieuwe, jonge verpleegkundige melding maakte van bizarre feiten. Die feiten staan nu gerapporteerd in een inspectieverslag van de Zorginspectie, in navolging van het onderzoek van het parket. “Ze moest onder druk van een andere verpleegkundige en haar hiërarchische meerdere, de hoofdverpleegkundige, een aerosolbehandeling toepassen op het achterste van een dementerende man, zogezegd om de stoelgang te bevorderen. Ze maakten haar wijs dat het om een nieuwe therapie ging”, staat er onder meer te lezen.
Tijdens het onderzoek kwamen volgens het parket nog elementen naar boven op nog eens drie andere slachtoffers. De raadkamer oordeelde nu dat dat de zaak een beoordeling moet krijgen van de strafrechter en verwees de drie door. Voor de verpleegster en hoofdverpleegkundige gaat het om een vervolging voor mensonterende behandeling, schuldig verzuim en onopzettelijke slagen en verwondingen. Voor de oud-directeur, die nog steeds op non-actief staat, gaat het om onopzettelijke slagen en verwondingen en schuldig verzuim. Daarbij neemt men aan dat hij op de hoogte moet geweest zijn maar niet ingreep. Voor het toedienen van schadelijke stoffen en opzettelijke slagen en verwondingen is het drietal buitenvervolging gesteld.
Enkel maar grap
Een maand geleden pleitten de drie advocaten van de beklaagden nog een uur lang bij de raadkamer om de buitenvervolgingstelling te vragen. Volgens hen deden ze eigenlijk niks strafbaars en ging het louter om een wansmakelijke grap waarvoor niemand vervolgd moest worden vonden ze. Temeer omdat de beide verpleegkundigen sinds de feiten niet meer in het woonzorgcentrum werken.
De raadkamer zag dat nu anders en verwees het drietal door. In principe is daartegen geen beroep mogelijk, toch niet over de grond van de zaak. Beroep tegen de doorverwijzing kan enkel als men fouten aanhaalt in de procedure. De rechtszaak komt er in principe dus. Vermoedelijk wordt die zaak dan over enkele maanden ingeleid waarna de advocaten om een conclusiekalender zullen vragen en hun standpunten nog eens op papier zullen zetten. Een proces ten gronde zal op die manier ten vroegste voor het najaar zijn. Na afloop van de doorverwijzing wilden de advocaten niet dieper ingaan op de zaak. (JH)