“Dubbele schedelbreuk?!”: uitbaatster en kinderverzorgster voor rechter na incident met peuter in kinderdagverblijf

Beeld ter illustratie. © Getty Images
Redactie KW

Meer dan vijf jaar nadat een peuter (1) tijdens een verblijf in hun kinderdagverblijf in Oostrozebeke een dubbele schedelbreuk opliep, moeten de uitbaatster (36) en een kinderverzorgster (31) zich voor de rechtbank in Kortrijk verantwoorden. Voor opzettelijke slagen en verwondingen en schuldig verzuim. Maar beiden wassen hun handen in onschuld. Hoe verging het de peuter ondertussen en waarom stelden de ouders zich geen burgerlijke partij?

Op 23 april 2019 bracht de vader zijn peuter ’s morgens naar het kinderdagverblijf, dat intussen niet meer bestaat. ’s Avonds haalde de moeder de jongen af en stelde ze vast dat er een grote buil op zijn hoofd zat. “Wellicht het gevolg van een val op de speelmat buiten”, klonk het aanvankelijk bij de uitbaatster en de kinderverzorgster die zich die dag over het jongetje had ontfermd. De moeder vertrouwde het zaakje niet helemaal en trok met haar zoontje naar het ziekenhuis in Waregem. “Schedelbreuk”, klonk de diagnose, waarop het jongetje naar het UZ Gent werd overgebracht. “Dubbele schedelbreuk”, was daar zelfs het verdicht, en dat vonden de artsen heel verdacht. Ze raadden de ouders aan klacht in te dienen. Dat gebeurde ook en bracht een gerechtelijk onderzoek op gang. “Niet om er geld uit te slaan, maar om te weten te komen wat er precies was gebeurd, om de waarheid te achterhalen”, aldus de papa van de jongen, ondertussen 6 jaar.

Dichtklappende deur

“Ze schrok zich een hoedje toen ze ’s anderendaags van de ernstige verwondingen hoorde”, aldus advocaat Michiel Hoet, die de kinderverzorgster dinsdag op de rechtbank in Kortrijk verdedigde. “Dan heeft ze met de uitbaatster de gebeurtenissen van de dag voordien overlopen en herinnerde ze zich dat er door de tocht een deur dichtklapte toen ze met het jongetje op de arm net een knuffel wou oprapen. Ze dacht dat zij de klap van de deur had opgevangen, maar mogelijk raakte de deur ook de jongen.” “Maar hij weende niet op dat moment. Dat zou je dan toch verwachten”, aldus de kinderverzorgster zelf op de rechtbank.

Pas na zijn middagdutje stelde de kinderverzorgster bij het kammen van het haar vast dat de peuter een fikse buil op het hoofd had. Ze lichtte de uitbaatster in, maar samen oordeelden ze dat het wel niet zo erg zou zijn en ze de buil gewoon aan de moeder zouden signaleren bij de ophaling. Wat ook gebeurde. “Open kaart gespeeld, niet meteen het gedrag van iemand die iets wil verzwijgen”, vond advocaat Jan Leysen, die de uitbaatster van het kinderdagverblijf verdedigde. Hij vroeg de volledige vrijspraak. “Zij heeft de jongen die dag ook niet vast gehad. Toen ze misschien vermoedde dat de klap van de deur de oorzaak zou kunnen zijn, stuurde ze meteen een berichtje naar de mama. De kinderartsen van UZ Gent konden zich daar in vinden als mogelijke oorzaak.” Een aangestelde gerechtsdeskundige kwam 3 jaar later evenwel tot een andere conclusie, met de rechtszaak wegens opzettelijke slagen en verwondingen en schuldig verzuim tot gevolg. De openbare aanklager vorderde een voorwaardelijke celstraf van twaalf maanden voor de uitbaatster en de kinderverzorgster.

Het kinderdagverblijf waar alles gebeurde, is op vandaag niet meer operationeel, maar de uitbaatster is wel nog altijd bij een ander kinderdagverblijf actief. De kinderverzorgster vond ondertussen een nieuwe job in de zorgsector. “Dit houdt haar al jaren bezig, ze ligt er wakker van”, aldus Michiel Hoet. “De beschuldigingen vallen haar heel zwaar. Het jongetje gedroeg zich normaal. Er was geen enkel opzet om hem te verwonden, maar misschien had ze wat voorzichtiger moeten zijn. Van schuldig verzuim was er echter geen sprake. Behalve de buil waren er geen andere alarmerende signalen dat er iets ernstigs mis was. Er was dus geen groot gevaar. Bij aankomst in het ziekenhuis was de peuter nog altijd alert, en uiteindelijk was er geen chirurgische ingreep nodig. Ze is niet bewust onverschillig gebleven.”

Toch nog schuldig?

De ouders van het jongetje stelden zich geen burgerlijke partij. Tijdens de gerechtelijke procedure troffen ze een schikking met het kinderdagverblijf. “We wilden gewoon de waarheid achterhalen”, aldus de papa. “Het belangrijkste is dat onze zoon er geen blijvende gevolgen aan over hield en het ondertussen goed maakt. Of de piste van de dichtklappende deur werkelijk is wat er gebeurde, dat weten we niet honderd procent zeker, maar we laten het nu achter ons.”

Op 14 januari krijgen de uitbaatster en de kinderverzorgster te horen of ze ergens schuldig aan bevonden worden en zo ja, welke straf ze krijgen. Hun beide advocaten vonden dat het toch wel heel lang heeft geduurd vooraleer de zaak voor de rechtbank kwam. “Het verslag van de gerechtsdeskundige liet eerst anderhalf jaar, en daarna nog eens negentien maanden op zich wachten”, stipten ze aan. “Daarmee is de redelijke termijn overschreden.” (LSi)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier