Moordmysteries (slot): De ‘hartaderbreuk’ die dan toch een moord bleek te zijn

De mysterieuze moord op kasteelheer Paul d’Hollander was maandenlang hét gespreksonderwerp in en rond Vladslo.
Laurens Kindt

Waren het stropers die hij op heterdaad betrapt had, boeren uit de buurt die hij het leven zuur had gemaakt of was het toch zijn eigen echtgenote die kasteelheer Paul d’Hollander in de winter van 1981 van dichtbij in de rug schoot met een jachtwapen? De moord in het koetshuis van het feeërieke kasteel Ter Heyde in Vladslo kent na ruim 41 jaar nog altijd geen ontknoping.

Speurders braken er jarenlang hun hoofd op, families blijven achter met meer vragen dan antwoorden. Ook in onze provincie zijn er nog ‘cold cases’, moordonderzoeken die niet opgelost raken. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt reconstrueert deze zomer vier bloedstollende verhalen.

Moorden die plaatsvinden op een kasteeldomein spreken altijd tot de verbeelding. Dat was het geval bij de moord op arts Frans Debaillie (90), die twee jaar geleden vermoord werd door zijn eigen zoon Tom in zijn kasteeltje op Hoog Mosscher in Kortrijk. De zoon, een voormalige bodybuilder die in het kasteel inwoonde met een transgender prostituee, moet zich daarvoor wellicht volgend jaar al voor het hof van assisen verantwoorden. De meest tot de verbeelding sprekende moord op een kasteel is vanzelfsprekend die op kasteelheer Stijn Saelens in 2012 in Ruiselede, genoegzaam bekend als de Kasteelmoord. Over die zaak zijn liters inkt gevloeid en talloze tv-programma’s gedraaid. Heel (West-)Vlaanderen volgde jarenlang elke stap in het onderzoek van dichtbij. Mocht de moord in een rijhuis gebeurd zijn, zou dat wellicht niet het geval geweest zijn.

Ook de zaak van Paul d’Hollander uit Vladslo kreeg in 1981 bijzonder ruime aandacht in de kranten. De mysterieuze moord op de kasteelheer was maandenlang hét gespreksonderwerp in en rond Vladslo. Roddel en achterklap dreven het dorp zo ver dat iedereen na verloop van tijd iedereen verdacht. Maar een doorbraak kwam er niet. Het geklungel van de huisdokter en de rijkswacht in de eerste cruciale uren na de moord speelde daar een doorslaggevende rol in, net als de omertà die er heerste onder de landbouwers in de omgeving van de hoeve. Het moet de echtgenote geweest zijn, een vrouw uit de betere kringen. In zulke milieus steken ze onfrisse zaakjes al wat sneller in de doofpot, is de redenering bij velen in Vladslo die zich de zaak nu nog kunnen herinneren.

Verenigde Naties

Op een barkoude winteravond net na de jaarwisseling in 1981 zit kasteelheer Paul d’Hollander hout te klieven in het koetshuis van kasteel Ter Heyde in Vladslo. Niet zijn eigendom want d’Hollander huurt het kasteel van de adellijke familie de Crombrugghe de Picquendaele, die jarenlang zelf in het kasteel woonde. De man – afkomstig van het Oost-Vlaamse Overmere – woont er sinds 1974 met zijn vrouw Monique Butaeye en hun twee zonen.

Het kasteel, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de vijftiende eeuw, staat dan al meer dan 35 jaar leeg en is niet meer in al te beste staat. De familie de Crombrugghe de Picquendaele laat het gezin d’Hollander-Butaeye het kasteel huren in ruil voor wat opfrissingswerken. De maandelijkse huur is een peulschil. Dat moet ook want hoewel Paul iedereen wijsmaakt dat hij afgestudeerd is als burgerlijk ingenieur en als consultant engineer voor de Verenigde Naties werkt, komen er maar weinig inkomsten binnen. Monique Butaeye – afkomstig uit een rijke magistratenfamilie uit het Gentse – werkt niet. Maar geeft wel geld uit. Veel geld.

In dit koetshuis, dat vroeger dienst deed als boswachterswoning, werd het lichaam van Paul d'Hollander gevonden. (archief KW)
In dit koetshuis, dat vroeger dienst deed als boswachterswoning, werd het lichaam van Paul d’Hollander gevonden. (archief KW)

Wanneer Monique Butaeye die avond de oprijlaan van het kasteel oprijdt met haar aftandse wagen, merkt ze dat haar man niet thuis is. Althans: hij is nergens in het kasteel te bespeuren. Monique maakt zich nog geen zorgen en rijdt naar het postkantoor om wat brieven te posten. Bij thuiskomst een halfuur later is er nog altijd geen spoor van Paul d’Hollander. Monique Butaeye ziet dat Paul wel al de kippenren aan het bijgebouw heeft afgesloten maar dat hij de honden, die overdag in een kennel zitten, nog niet binnengelaten heeft in het kasteel. Vreemd, vindt ze, en ze besluit het 40 hectare grote kasteeldomein uit te kammen.

Na een uur zoeken doet ze in het koetshuis een lugubere ontdekking. Haar man ligt er op zijn rug, met bloed rond zijn mond. De vrouw holt terug naar het kasteel en belt de hulpdiensten. De ambulanciers zien meteen dat het slachtoffer niet meer kan geholpen worden en dus bellen de twee gendarmen van de rijkswacht naar de huisarts. Die komt ter plaatse, bekijkt het lijk eens van ver en besluit dan dat Paul d’Hollander wellicht aan een hartaderbreuk is gestorven. Natuurlijk overlijden, noteert hij. Ook de magistraat van het Veurnse parket heeft niet veel zin om zijn warme kantoor te verruilen voor een koud kasteeldomein en dringt niet langer aan. Case closed.

Bolwassing

Monique Butaeye foetert echter. “Mijn man had helemaal geen hartproblemen, het moet iets anders zijn”, blijft ze volhouden. Na veel vijven en zessen besluit het parket van Veurne dan toch maar om een wetsdokter te vorderen voor een lijkschouwing. Wanneer die het lichaam van Paul d’Hollander op zijn buik legt op de autopsietafel, breekt zijn spreekwoordelijke klomp. In de rug van het slachtoffer zit een schotwonde, in het lichaam zitten tientallen hagelkorreltjes van een patroon kaliber 12. Een jachtwapen, gebruikt om eenden en hazen mee neer te knallen. Uit verder ballistisch onderzoek blijkt al snel dat het slachtoffer van zeer nabij – maximaal één meter – moet zijn neergeschoten. De huisdokter die de zaak afdeed als een natuurlijk overlijden krijgt een fikse bolwassing, net als de Veurnse procureur die het zaakje op zijn beloop liet. Vier dagen na de dood van Paul d’Hollander start een moordonderzoek.

De voormalige hovenier van de familie de Crombrugghe de Picquendaele, de heer Debruyne, kende Paul d'Hollander als een teruggetrokken man. (archief KW)
De voormalige hovenier van de familie de Crombrugghe de Picquendaele, de heer Debruyne, kende Paul d’Hollander als een teruggetrokken man. (archief KW)

Eerste verdachte, zoals zo vaak: de partner. Maar het was Monique Butaeye zelf die aandrong op verder onderzoek en dus lijkt ze niet echt verdacht. De omgeving dan maar. Uit het onderzoek komt naar voren dat Paul d’Hollander bang was voor stropers op zijn domein. Hij stuurde daarover zelfs brieven naar het parket. De speurders vatten een paar stropers bij de kraag, maar vinden geen bewijzen.

De boeren uit de buurt, misschien? Landbouwer Arthur Follet, die de hoeve op het kasteel runt en wiens vader nog boswachter was bij de de Crombrugghe de Picquendaeles, wordt aan de tand gevoeld. Hij verloor ooit een rechtszaak tegen Paul d’Hollander omdat die de boer verbood om de kasteeldreef te gebruiken om met de tractor naar zijn veld te rijden en was daar altijd verbitterd over gebleven. Maar ook tegen boer Follet, noch tegen gelijk welke andere landbouwer uit de buurt, kunnen de speurders ook maar enig bewijs verzamelen. Ze moeten allen hun jachtwapens afgeven en krijgen ze allen ook netjes terug.

12 miljoen frank

Een doorbraak lijkt er pas te komen wanneer de speurders de belabberde financiën van Paul d’Hollander en Monique Butaeye onder de loep nemen en de vrouw van de kasteelheer daar nogmaals over ondervraagd wordt. Uit dat verhoor blijkt dat d’Hollander recent een ongevallenverzekering had afgesloten van twaalf miljoen Belgische frank. Wél uit te keren bij overlijden door moord, niét uit te keren bij overlijden door ziekte. “Daarom drong de weduwe zo aan op extra onderzoek, anders zou ze niets krijgen”, redeneren de speurders en ze besluiten Monique Butaeye aan te houden.

Dat de vrouw bovendien eerder verklaarde dat er een grote som geld verdwenen was uit de portemonnee van Paul d’Hollander, maakt haar extra verdacht. De speurders gaan ervan uit dat ze ook dat – fictief? – geld wilde recupereren van de verzekering en het verhaal dus bij elkaar fantaseerde. Maar Monique blijft bij haar verhaal: “Ik zat de hele namiddag bij vrienden in Kortrijk”. Het wordt gecheckt en gedubbelcheckt maar het verhaal klopt. Monique Butaeye kan de moord niet gepleegd hebben. Althans niet zelf.

Onze verslaggever Eric Pinket bij getuige Alice Steen, die met haar man Arthur Follet in de kasteelhoeve woonde. (archief KW)
Onze verslaggever Eric Pinket bij getuige Alice Steen, die met haar man Arthur Follet in de kasteelhoeve woonde. (archief KW)

Of die piste – een huurmoord, zoals bij Stijn Saelens – ooit onderzocht werd, is niet bekend. Na een onderzoek van amper twee jaar belandt het dossier van Paul d’Hollander ergens op een stapel in het gerechtsgebouw van Veurne. En blijft er liggen, om alleen nog stof te vergaren. In die tijd verjaarden misdrijven zoals moord al na twintig jaar en dus wordt het dossier in 2001 al afgesloten zonder gevolg. Althans zonder juridisch gevolg. Voor Monique Butaeye was er wél een gevolg. De vrouw, die dan al lang niet meer in kasteel Ter Heyde woonde, cashte van de verzekeringen de som van 300.000 euro en verdween met de noorderzon.

In Vladslo hebben ze haar alvast niet meer gezien. Ook de twee zonen zijn niet meer in de streek gesignaleerd. Kasteelheer Paul d’Hollander ligt begraven onder een eenvoudig houten kruisje, zijn anonieme graf overwoekerd door een gigantische struik. Alleen de oudere inwoners van Vladslo herinneren zich vandaag nog de mysterieuze moord op kasteel Ter Heyde. Velen hadden gedacht dat de waarheid, net zoals bij de moorden op Frans Debaillie en Stijn Saelens, uiteindelijk wel naar boven zou komen maar kregen ongelijk. Het meest aannemelijke scenario – klinkt het in het dorp – is dat Monique Butaeye er toch voor iets tussen zat en ze er dankzij de connecties van haar familie mee weggekomen is. De vrouw is ondertussen overleden.

In Vlaamse Velden

Na de passage van het echtpaar d’Hollander-Butaeye werd het kasteel begin jaren 2000 verkocht aan de Roeselaarse architect Hendrik Vermoortel. In 2014 kwam het kasteel nog prominent in beeld als één van de locaties waar de fictieserie In Vlaamse Velden zich afspeelde. Toen Hendrik Vermoortel het jaar nadien overleed, bleef zijn echtgenote Ingrid Lesage er nog enkele jaren wonen tot het onderhoud van het enorme domein de vrouw te veel werd. Twee jaar geleden werd het kasteel opnieuw in de etalage gezet en uiteindelijk verkocht aan het Koekelaarse ondernemerskoppel Tom Vermeersch en Angelique Derycke, die er samen met hun drie kinderen wonen.

De zaak Paul d’Hollander

• Slachtoffer: Kasteelheer Paul d’Hollander (55) uit Vladslo.

• Feiten: het lichaam van Paul d’Hollander werd op donderdagavond 8 januari 1981 gevonden in het koetshuis van kasteel Ter Heyde in Vladslo. Wat eerst werd afgedaan als een ‘natuurlijk overlijden’ bleek toch een moord te zijn.

• Onderzoek: na de flater in de beginfase van het onderzoek zette het gerecht alles op alles en onderzocht het talloze pistes. Zonder resultaat, in 2001 werd het onderzoek afgesloten.

Lees meer over: