Die man die drie medebewoners aanviel in het wzc in Dentergem, hoorde eigenlijk niet langer thuis in het woonzorgcentrum. Er was besloten dat hij moest worden geïnterneerd, maar het dossier werd pas drie maanden na de beslissing aan de Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij (KMB) overgemaakt.
Tijdens een hoogoplopende ruzie sloeg de man vier jaar geleden zijn echtgenote met een hamer op het hoofd. Hij werd aangehouden, maar kwam in 2022 vrij onder voorwaarden in afwachting van een proces. De Kortrijkse raadkamer besloot in oktober uiteindelijk om de man niet voor het hof van assisen te brengen voor de moord op zijn vrouw. Volgens een geactualiseerd deskundigenverslag van de gerechtspsychiater was gebleken dat D. ontoerekeningsvatbaar was. De man zou dement zijn. Daarop werd besloten om hem te interneren. In tussentijd verbleef hij in het woonzorgcentrum.
Vrij onder voorwaarden
“De raadkamer besliste dat de 90-jarige verdachte verder in vrijheid werd gelaten mits naleving van een aantal voorwaarden en dat tot uiterlijk aan de eerste zitting van de KBM (Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij)”, aldus het parket van West-Vlaanderen. “Die voorwaarden waren onder meer dat de man verder moest verblijven in het WZC in Dentergem. Die beslissing werd op 22 november definitief, maar de nodige documenten moeten worden opgesteld om tot uitvoering te kunnen overgaan.”
In tussentijd bleef Aloïs D. in voorwaardelijke vrijheid in het woonzorgcentrum. Pas drie maanden later, op 20 februari, werd het dossier doorgegeven aan de KBM, die daarna zou bepalen naar welke instelling hij zou verhuizen.