Assisen ‘Duivelskoppel’: “Ze hangen aaneen van de leugens” volgens burgerlijke partij
Op het tweede assisenproces tegen Jean-Claude Lacote (54) en Hilde Van Acker (57) hebben de advocaten van de burgerlijke partijen hun pleidooien gehouden. Volgens meester Thibaud Delva zijn er voldoende bewijzen dat beide beschuldigden betrokken waren bij de moord op Marcus Mitchell (44) in mei 1996 in De Haan.
In haar pleidooi vroeg meester Wendy Bosschaerts eerst aandacht voor het leed van de weduwe en de drie zonen van de Britse zakenman. “Alle drie hebben ze te lijden gehad: boosheid, flashbacks en trauma’s. Het is ook op financieel vlak heel moeilijk geweest.”
Bij de start van het proces vroeg de verdediging om de burgerlijke partijstelling af te wijzen, omdat ze afwezig bleven op het proces bij verstek. “Ik vond dat hallucinant en dat is iets wat ik nooit zal begrijpen.”
Goedgelovig
Marcus Mitchell werd omschreven als een goedgelovige man, die volledig in de ban was geraakt van Jean-Claude Lacote. Meester Bosschaerts vindt het onterecht dat de beschuldigde het slachtoffer nu probeert neer te zetten als een wapenhandelaar. “Het criminaliseren van een slachtoffer is hem niet vreemd.”
Het Duitse slachtoffer van een eerdere oplichting werd door de tussenkomst van Lacote zelfs even aangehouden als vermeende drugskoerier.
Telefonisch contact
Meester Thibaud Delva schetste bij aanvang van zijn pleidooi eerst de aanloop naar de feiten. Daaruit blijkt onder andere dat Mitchell op 23 mei 1996 aan zijn geldschieters had beloofd om hen heel snel terug te betalen. Die namiddag bevonden zowel Van Acker als Lacote zich onder zendmasten in Charleroi. “Daaruit kan afgeleid worden dat ze contact hadden gemaakt en daarna perfect konden communiceren zonder telefoons nodig te hebben.” Volgens de burgerlijke partijen trokken de beschuldigden die avond dan ook samen naar Knokke.
Die vermoedelijke dag van de feiten was er ook elf keer telefonisch contact tussen Lacote en het slachtoffer. “Wij stellen vast dat de volgende dagen nooit geen enkele keer gebeld is geweest naar dat gsm-nummer van Mitchell.” Meester Delva merkte daarnaast nog op dat de persoonlijke documenten van Mitchell werden aangetroffen op een strand vlakbij het eiland Wight. “En wie is daar in de buurt geweest? Het koppel Lacote en Van Acker.”
Robotfoto
“Zij hebben hier dagen aan een stuk mist zitten te spuien. De rookmachines staan al klaar om ons ook morgen te bedwelmen onder de vragen en de vraagtekens”, werd de houding van de verdediging gehekeld. De advocaat van de familie Mitchell verwees bijvoorbeeld naar de mogelijke rol van een zekere Ali, een vermeende Libische wapenhandelaar. “Beter bekend onder zijn alias Ali Alibi. Wij denken dat het zeer duidelijk is dat die man niet bestaat, of minstens in dit dossier geen enkele betrokkenheid heeft.”
Meester Delva wees de juryleden ook op het feit dat Hilde Van Acker door een viertal mensen herkend werd op basis van een robotfoto. Daarnaast zag hij ook een drietal extra elementen. “De feiten zijn gebeurd in een bos dichtbij de woning van een nonkel en tante van mevrouw Van Acker.”
Volgens de advocaat leidde ze Mitchell bewust naar die locatie in De Haan, waar iemand anders nooit toevallig terecht zou komen. Bovendien kocht ze kort voor de moord een riotgun en twee busjes traangas in Rijsel. “Er is niet mee geschoten, maar misschien is hij er zelfs uitgehaald om ook te gebruiken om iemand te bedreigen. De flesjes traangas kunnen gebruikt zijn, maar dat kunnen we niet weten.”
Liegen en bedriegen
“Die mensen hangen aaneen van de leugens, ze doen niets anders dan mensen beliegen, bedriegen en bedotten”, stelde de advocaat van de familie Mitchell ook. Daarbij werd verwezen naar hun wisselende verklaringen, maar ook naar de andere oplichtingen. Wegkomen met een moord werd als de ultieme oplichting omschreven.
“Ze hebben eigenlijk bijna alles samen gedaan. Van oplichting naar oplichting, van land naar land, tot zelfs de bevrijding van haar echtgenoot uit de gevangenis.”
Geld als motief
Ten slotte werden ook vier elementen tegen Jean-Claude Lacote aangehaald. “Er is hier maar één motief dat heeft meegespeeld. En dat motief was geld.”
Meester Delva suggereerde dat Mitchell die bewuste avond mogelijk zijn geld terugeiste en dreigde naar de politie te stappen. Bovendien had Lacote die dag een wapen gekocht van hetzelfde kaliber als het moordwapen. Daarnaast wist hij bijna als enige dat Mitchell in Knokke was en kon hij de persoonlijke spullen dumpen vanop de ferry.
Dadelijk zal procureur-generaal Yves Segaert-Vanden Bussche zijn requisitoir houden.
Duivelskoppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier