Geert Van Parys onderzoekt al 25 jaar moorden: “Niet zo romantisch als CSI Miami”
Al bijna 25 jaar onderzoekt specialist gerechtelijke geneeskunde Geert Van Parys (61) zwaar geweld, drugsdoden, moorden en ander onheil in opdracht van het gerecht. CSI West-Vlaanderen, dat is zijn job. Maar de realiteit is niet zo romantisch als de fictie. “Ik ben nog altijd verwonderd over wat mensen elkaar kunnen aandoen”, zegt hij.
Toen hij begon, in 1996, waren er nog geen geromantiseerde televisieseries over wetenschappelijk politiewerk. De keuze van Geert Van Parys om wetsdokter te worden, is ingegeven door de liefde voor de wetenschap en een maatschappelijk engagement. “Bij behandeling van patiënten werk je meer klinisch gericht, terwijl wij advies geven op een wetenschappelijke manier over allerlei medisch gerelateerde problemen die zich in de rechtbank stellen. Een dokter die patiënten behandelt, kan die mensen helpen en voor hen een belangrijke rol spelen.”
“Als wetsdokter werk je in een groter kader. Als ik bijvoorbeeld bij onderzoek naar drugsdoden een nieuwe drug ontdek, dan kan door mijn werk voorkomen worden dat er nog meer doden vallen. Die overleden mensen kan ik niet meer helpen, maar de ruimere samenleving wel. Dat geeft toch ook een grote voldoening”, zegt dokter Van Parys, die als professor ook les geeft aan studenten van de UGent.
Doorgaans praten uw ‘patiënten’ niet meer.
“Dat is een grote misvatting. Als wetsdokter werken wij niet enkel met lijken. Ik zie deze namiddag bijvoorbeeld mensen die het slachtoffer zijn geworden van slagen en verwondingen of die een poging tot vergiftiging hebben overleefd. Als een baby hersenbloedingen vertoont en de ouders beweren dat dit komt omdat ze met de baby op de fiets over slechte wegen gereden hebben, dan moeten wij onderzoeken of dat een verklaring kan zijn.”
Nog voor het lichaam van Stijn Saelens gevonden was, wist ik al dat het moord was
“Een tijd geleden stelde men vast dat alle drugsverslaafden die onder voorwaarden stonden en in het spreekwoordelijke potje moesten plassen, plots allemaal negatief testten. Terwijl doorgaans zo’n twintig procent toch positief test. Uit mijn analyse is dan gebleken dat ze een middeltje hadden gevonden om drugs te blijven gebruiken en toch altijd negatief te testen. Wij worden gevraagd voor alle mogelijke problemen die rijzen in de rechtbank.”
Twijfelt u soms?
“Absoluut. Het ergste wat je kan overkomen, is iemand iets in de schoenen schuiven waarvan nadien blijkt dat het niet klopt. Je wil het niet geweten hebben dat iemand een tijdlang in de gevangenis zat en achteraf onschuldig bleek te zijn. Dat is al gebeurd, missen is nu eenmaal menselijk, maar dat is een nachtmerrie. Door de jaren heen word je nog voorzichtiger. Hoe ouder je wordt en hoe meer ervaring je hebt, hoe minder zeker je bent van je stuk. Soms komen we niet tot een exact oordeel, maar we kunnen wel zeggen welke mogelijke versie van de feiten de meest aannemelijke is op wetenschappelijke basis. Oordelen ga ik nooit doen, dat is de taak van de rechter.”
Elk jaar blijven naar schatting 200 moorden onder de radar in ons land.
“Dat cijfer is een gissing, maar er worden inderdaad moorden gepleegd waar de daders mee wegkomen. Dat zou eruit gefilterd kunnen worden door meer onderzoeken te doen. Kijk, als ik vanavond naar huis ga en ik vergiftig mijn vrouw, dan mag ik daar als dokter een attest van overlijden van opmaken en dat aangeven in mijn gemeente als een natuurlijk overlijden. Dat zal niet meer onderzocht worden. Case closed. In het buitenland is dat ondenkbaar, daar moet een onafhankelijke arts het attest opmaken. Ook het klassieke spuitje met insuline dat toegediend wordt aan oudere mensen, dat komt niet altijd uit.”
“Ik heb ooit een roofmoord geweten, zeker twintig jaar geleden, die bijna onontdekt gebleven was. Het ging om een oudere man, in volle griepperiode, die dood lag in zijn flat. De zoveelste griepdode dacht iedereen, tot iemand opmerkte dat die man een blauwe teen had. Bleek dat hij zijn teen tussen de deur had gestoken toen de roofmoordenaars zijn appartement wilden binnendringen. Had niemand die teen gezien, dan was dat gepasseerd als een natuurlijk overlijden.”
Schrikt u soms nog van het geweld als u een slachtoffer onderzoekt?
“Schrikken is een groot woord, maar ik ben nog altijd verwonderd om te zien wat mensen elkaar kunnen aandoen. Mocht ik sommige dossiers in een filmscenario gieten, iedereen zou zeggen dat het vergezocht is. Maar ze zijn echt gebeurd. Mensen kunnen elkaar vreselijke dingen aandoen. Soms zijn dat geen moorden, maar slachtpartijen. En dat is altijd al zo geweest, alleen wordt dat nu in het lang en in het breed in de media uitgesmeerd.”
“Als ik op maandag in mijn bureau de krant opensla, kan ik nalezen wat ik in het weekend heb gedaan. Met die smartphones van vandaag filmen mensen alles en dat komt soms bij de journalisten terecht. Vroeger was er meer discretie, nu meer openheid. Vroeger kende men pas alle details toen het assisenproces begon, nu gaan de advocaten vooraf al de media bespelen.”
U werkte ook in de zaak van de Kasteelmoord. U wist al heel snel dat er van een verdwijning van kasteelheer Stijn Saelens geen sprake was.
“Dat was een heel intrigerende zaak. Nog voor het lichaam gevonden was, had ik al gezegd dat het een moord was. Op dat moment deed nog de hypothese de ronde dat Stijn Saelens alles in scène had gezet om in alle stilte naar Australië te kunnen vluchten. Door mijn onderzoek is dat gekanteld en wisten de speurders dat ze een lijk moesten zoeken. Op basis van de bloedsporenanalyse in de inkomhal van het kasteel wist ik dat dit onmogelijk kon geënsceneerd zijn. Er zaten luchtbelletjes in dat bloed, dus er moet een letsel aan de longen geweest zijn. Dat kan je niet ensceneren.”
Staat uw opvolging al klaar?
“Er zijn veel kandidaten omdat ons beroep al eens in de media komt met mooie series op televisie maar eens ze de realiteit zien, haken de meesten af. Ik heb veel stagiairs, maar weinig die blijven. Op financieel vlak kan je ook veel meer verdienen in de gewone geneeskunde. Het is allemaal ook niet zo romantisch als in CSI Miami. Als je ‘s nachts uit je bed gebeld wordt om naar een moord te gaan in een vuil huis in een marginale buurt, dan is dat niet plezant.”
“Of als je naar een lichaam moet dat al vier weken ligt te rotten. Veel collega’s kiezen toch voor iets anders als ze dat zien. Er zijn nu een tiental mensen zoals ik in België. Ik krijg nu versterking van Evy De Boosere, die afkomstig is uit Izegem. Ik mag werken tot mijn 75ste, maar ik denk niet dat ik het nog zo lang zal doen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier