Zeven Joegoslaven zijn vrijdag veroordeeld voor het uitbaten van een cannabisplantage in Kortrijk. De eigenares van de woning had geldproblemen en verhuurde de winkelruimte onder haar woning, maar merkte naar eigen zeggen nooit iets op van de cannabiskweek.
De eigenares van het pand in de Veldstraat in Kortrijk kampte naar eigen zeggen met geldproblemen. Toen een paar mannen haar vroegen of ze de benedenverdieping van haar woonst niet wou verhuren, hapte ze toe. De huurder zou er een eigen zaak starten. Maar blijkbaar hield hij er meer illegale activiteiten op na.
Nadat er enkele meldingen waren binnengelopen over een sterke cannabisgeur in de buurt, ging de politie een kijkje nemen. Daar troffen ze de restanten van een plantage aan. Uit onderzoek bleek dat er onlangs een inspecteur van Fluvius was langsgekomen voor de meteropname. Daarop waren de beklaagden in paniek geraakt en werd de plantage in allerijl afgebroken.
De eigenares van de woning beweerde dat ze “wel eens iets had geroken maar niets afwist van wietplanten”. De rechter hechtte echter weinig geloof aan de bewering en veroordeelde haar tot 15 maanden cel met uitstel. Haar vriend werd volledig vrijgesproken. Hij was net op bezoek toen de politie de woning binnenviel. De andere twee beklaagden kregen allen celstraffen gaande van 12 tot 15 maanden, deels met uitstel.
Enkel een man van veertig werd veroordeeld tot een effectieve celstraf van 15 maanden. “De rechtbank tilt zwaar aan de feiten, vooral omdat u al onder probatie-voorwaarden stond na een eerdere veroordeling op het moment dat u de cannabisplantage opstartte”, zei de Kortrijkse strafrechter maandag aan die laatste. Aan Gaselwest moeten de twee spilfiguren 90.466 euro terugbetalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier