Echte Mannen
Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.
Mannen van West-Vlaanderen, we zijn gejost. Bedankt, Karel Sabbe. Bedankt, Matthieu Bonne. Bedánkt.
Wij hebben net de vuilniszakken buiten gezet en liggen even te bekomen van die inspanning. Wij hebben net het gras gemaaid, de perkjes geharkt, het onkruid gewied, de haag gesnoeid, het snoeihout bijeengebonden en gaan even zitten met een biertje tegen de dorst. Wij hebben net de funderingen gegraven, het beton gestort, de ruwbouw gemetseld, het dakgebinte getimmerd, de nutsvoorzieningen geïnstalleerd en zetten twee stappen achteruit om het resultaat te overschouwen bij het genot van een sigaretje. Het maakt niet uit: we zijn gejost. Wij zijn geen Karel Sabbe of Matthieu Bonne. Wij zijn geen Echte Mannen. Erger zelfs: wij zijn geen Echte West-Vlaamse Mannen.
Laten we klein beginnen: met een snor. Later volgt dan een fluohesje
Bredenaar Matthieu Bonne is maandag begonnen aan een poging om in één week 4.000 kilometer te fietsen (het wereldrecord bedraagt 3.590 kilometer). Voor zijn plezier. Vorig jaar zwom, fietste en liep hij acht triatlons in acht dagen. Voor zijn plezier. En tweeënhalf jaar geleden zwom hij als eerste mens ooit in één ruk de Belgische kustlijn af. Jawel: voor zijn plezier. Nog zo’n flauwe plezante is Waregemnaar Karel Sabbe, ondertussen wellicht de bekendste tandarts ter wereld. Die liep vorig weekend vijf keer naeen twintig mijl, met daarin achttienduizend hoogtemeters, in minder dan zestig uur. Voor zijn plezier. En eerder vestigde hij twee wereldrecords in ultralopen, van Mexico naar Canada en van Georgia tot in Maine – mijn verhaal wordt eentonig – voor zijn plezier.
Mannen van West-Vlaanderen, ik weet niet hoe het met jullie sportieve prestaties is gesteld, maar die zijn hopelijk voor jullie indrukwekkender dan die van mij: op jaarbasis fiets ik ongeveer twintig kilometer (en doe daar tweeëntwintig kilometer over) en loop ik nul kilometer – ik wandel, uit lijfsbehoud. En de laatste keer dat ik voor mijn plezier heb gezwommen, dateert van toen ik zeventien was en dat plezier erin bestond dat ik mij dan ongestraft dicht bij schaars geklede meisjes kon wagen.
Het is, mannen van West-Vlaanderen, tijd voor actie, als we onze eigenwaarde willen hervinden. Niet te veel ineens. Wij willen geen stressfracturen. Laten we klein beginnen. Met het laten staan van een snor. Vervolgens met – wanneer wij ons abusievelijk op een fiets bevinden – het dragen van een fluohesje. En, finaal, met het vriendelijk af en toe iets zeggen over het weer. Dat helpt beslist: heel Vlaanderen heeft geapplaudisseerd voor Frank Deboosere.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier