Christian Ampe uit Oostrozebeke: “Mijn peter at zelfs rattenvlees in de loopgraven”

Een plan over de bevrijding van Oostrozebeke. © Repro CLY
Redactie KW

Oorlogsverzamelaar Christian Ampe uit de Ingelmunstersteenweg is maniakaal bezig met de Grote Oorlog en heeft in de loop der jaren een mooie verzameling wapentuig kunnen sparen, die hij met enorm veel liefde koestert. De interesse voor de Grote Oorlog is hem ingelepeld door zijn peter Alois Ampe, die vier jaar in de loopgraven in de Westhoek vocht en het ook overleefde.

Over de bevrijding van Oostrozebeke op donderdag 18 oktober 1918 wist Christian Ampe niet zoveel te vertellen, alleen dat er heel hard werd gevochten nabij de Mandel in de Tieltsteenweg en dat Oostrozebeke in een mum van tijd door de Fransen werd bevrijd.

Christian schakelde al vlug over naar de oorlogsbelevenissen van zijn peter Alois Ampe – geboren op 30 september 1893 -, die als levende getuige van de Eerste Wereldoorlog Christian in contact bracht met de gruwel van de oorlog aan het front.

Mee naar de loopgraven

“Mijn peter Alois Ampe zat vier jaar in de loopgraven in de Westhoek en heeft me als 15- en 16-jarige heel veel verteld over de Grote Oorlog en wat hij daar allemaal heeft meegemaakt”, aldus Christian. “Vaak nam hij me op zondagnamiddag mee naar de loopgraven. Ik ben er in totaal wel 20 keer geweest en heb er vaak naar zijn verhalen geluisterd. Soms speelde hij er gids voor de vele bezoekers. De anekdotes over de oorlog die hij me vertelde zijn me altijd bijgebleven.”

“Soldaten sneden grote stukken vlees uit gesneuvelde paarden om rantsoen aan te vullen” – Christian Ampe

“Zo wist hij te vertellen dat er geregeld ratten geschoten werden, die dan op de bajonet gespiest en vervolgens boven een vuurtje geroosterd werden en naar verluidt smaakte dat ook nog lekker. Ook werd er door de soldaten grote stukken vlees uit gesneuvelde paarden gesneden om het dagelijks rantsoen wat aan te vullen. Alois vertelde me ook over de aandoenlijke pauze op kerstnacht. Dan was er een uur lang wapenstilstand en werd er met de vijand verbroederd. Na de pauze keerde iedereen naar de loopgraven terug en werd er weer over en weer geschoten.”

Oorlogsinvaliditeit

“Peter Alois werd op zijn verjaardag op 30 september 1918, toen de oorlog bijna voorbij was, vanuit een blokhuis beschoten en twee keer getroffen in de schouder. Er zaten diepe gaten in zijn schouder. Hij werd overgebracht naar de kliniek van Hofstade en van daaruit verder naar Villers-le-sec tegen Bordeaux. In 1919 kon Alois terugkeren naar huis en was ook voor hem de lange oorlog eindelijk voorbij.”

Christian Ampe is bijzonder trots op de helm en bajonet van zijn peter Alois Ampe.
Christian Ampe is bijzonder trots op de helm en bajonet van zijn peter Alois Ampe.© Foto CLY

“Hij hield er wel een levenslange oorlogsinvaliditeit aan over. Zo was zijn rechterarm korter dan zijn linker. De bezoeken aan de loopgraven met de daaraan verbonden verhalen zijn me altijd bijgebleven. Bij elk zondagbezoek aan de loopgraven bleef hij altijd een poosje alleen achter om zich te kunnen bezinnen over alles wat daar gebeurd is. Ik ben dan ook heel trots dat ik zijn helm en bajonet geërfd heb. Dat was ook een beetje de aanzet van mijn verzamelwoede rond de oorlogen”, besluit oorlogskenner Christian Ampe enthousiast.

Feiten

Om iets meer te vernemen over de feiten rond de bevrijding zelf, trokken we naar Gaby Pattyn, die zich al jaren verdiept in de geschiedenis van de twee wereldoorlogen. Hij dook even in de boeken en kon ons volgend relaas voorschotelen. “Op 17 oktober 1918 staat in het kader van het bevrijdingsoffensief het 6de linieregiment om 11 uur voor Oostrozebeke, in achtervolging van de vijand die de ‘Flandern-Stellung’ verlaten heeft. Al om 18.30 uur hebben patrouilleurs een verkenning van de dorpsrand uitgevoerd en melden dat het dorp niet bezet is. Het 10de Cie van het 6de linieregiment, onder leiding van kapitein-commandant Lambert als compagniehoofd van de voorhoede, valt ter hoogte van de mijlpaal op de baan van Ingelmunster naar Oostrozebeke, onder hevig mitrailleurvuur, afkomstig uit de Westkant van het dorp en uit de richting van het station en ontplooit zich op 400 meter van de westrand van Oostrozebeke. De Duitse mitrailleursnesten brengen het 15de linieregiment zware verliezen toe. Om 17 uur beveelt kolonel Derche het dorp te bestoken en Oostrozebeke te veroveren. De Belgen veroveren het dorp straat per straat en verplichten de Duitsers hun stellingen te ontruimen. Er werden 16 vijanden gevangen genomen. De vijanden behoorden tot de Keizerlijke Garde, een Pruisische elite-eenheid, drie mitrailleuzen worden buitgemaakt en de rest vernietigd of gesaboteerd. Het is 18 uur en Oostrozebeke is veroverd. De weg naar de Leie lag nu open. Om dat roemrijk wapenfeit te verheerlijken werd later het opschrift Oostrozebeke op het vaandel van het 6de linieregiment geschreven.”

Verklappen we ook nog dat de terugtrekkende vijandige legers een kleine frontlijn hadden opgetrokken aan de beek Mandel en daar vielen toen 34 Belgische en 13 Franse soldaten.

(Julien Cluyse)