In de Guido Gezellelaan, ter hoogte van de Smedenpoort in Brugge, vallen ‘s nachts bommen. Een verhuiswagen van de firma Saeys wordt getroffen. De voerman en beide paarden komen om. Brugge krijgt meer en meer geallieerde bombardementen te verduren. Op 7 februari vielen nog 12 doden, waaronder 7 kinderen.
Op 4 september sloeg het noodlot opnieuw toe en vielen 15 burgerslachtoffers te betreuren. De Duitse bezetter eiste toen dat op de gemeenschappelijke doodsberichten werd vermeld: ‘gedood door Engelse bommen’, maar de Brugse overheid hield het bij ‘schielijk overleden’, wat hen de woede van de Duitsers op de hals haalde.
De meeste geallieerde luchtaanvallen waren tegen de haven gericht, omwille van de duikboten, en ook wel tegen ‘La Brugeoise’.
De Duitse overheid had al in februari bevolen dat iedere voordeur tijdens een bombardement moest open blijven om toevallige passanten de kans te geven te schuilen.
En deze maand worden vier schuilkelders gebouwd. Eentje komt er in de Rijksnormaalschool in de Sint-Jorisstraat en een tweede in het Gerechtshof op de Burg waar de ‘Kommandantur’ is gevestigd. Beide schuilkelders bieden plaats aan 1000 man. Een derde schuilplaats wordt gebouwd in het Seminarie voor 300 man en een vierde in de militaire bakkerij in de Clarastraat voor 200 personen. Ook in de haven en bij ‘La Brugeoise’ zijn er betonnen schuilkelders. De haven is met de stad verbonden door een met beton afgeschermde loopgraaf.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier