In Kaaskerke sneuvelt majoor-geneesheer Félix Bastin. Hij is in Amay in de buurt van Luik geboren in 1870. Tijdens hevig Duits mortiervuur was hij op weg om een zwaargewonde soldaat te verzorgen.
Soldaat August Develter zit door een obusinslag met beide benen gekneld onder het ingestorte, betonnen gewelf van een ‘abri’ of schuilplaats. Bij aankomst van de arts slaat een tweede obus in. Félix wordt getroffen aan de hals en in de schouder door obusscherven. Hij is op slag dood. Ook August overleeft het uiteindelijk niet. Beiden worden naast elkaar begraven in Oeren.
De staf van het Vierde Duitse Leger (Groep Wijtschate) vertrekt naar Gent en Tielt. De grote herenhuizen die ze hebben gebruikt in de Doorniksewijk in Kortrijk komen opnieuw vrij. De bewoners kunnen er opnieuw intrekken. In sommige huizen hebben de Duitsers de meubelen meegenomen, zoals in dit van Ernest Goethals. Ze beloven aan de eigenaars dat ze een bon zullen ontvangen of dat hun meubelen zullen worden teruggegeven bij vertrek van de militairen uit Tielt. Volgens velen zal het daarbij blijven en van die beloftes komt weinig in huis.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier