Woonlab huist in eeuwenoud kasteel

Al een kleine tien jaar heeft interieurdecorateur Jean-Philippe Demeyer zijn stek in kasteelhoeve Rooigem in Sint-Kruis Brugge. Achter de middeleeuwse gevel gaat een pittige combinatie van oude meubelstukken en nieuw design schuil. “Zo’n gebouw is een echt voorrecht”, vindt Jean-Philippe. “We laten het interieur leven en experimenteren met sferen.”

Jean-Philippe Demeyer, Frank Ver Elst en Jean-Paul Dewever runnen samen hun antiek- en decoratiezaak Rooigem. Het koetshuis op het domein vormt het kloppende hart van hun onderneming. “Dat is er pas later bijgebouwd”, weet Frank. “Het koetshuis herbergt onze ateliers, ruimte met stalen en samples alsook onze bureaus. Daarnaast vind je de orangerie en ertegenover ligt een garage met opslagruimte. In het voorhof ontvangen we onze klanten. Eraan grenzen de keuken en een ruime eetkamer met grote glasramen.”

Kasteelhoeve Rooigem ligt een pak hoger dan de omringende weiden en bospartijen. “De Aardenburgseweg is oorspronkelijk een Romeinse kustbaan die liep van Aardenburg tot Oudenburg. Het Zwin kwam tot net aan de weg. In de tuin vinden we nog regelmatig strandschelpen, die jarenlang diep in de bodem verscholen zaten”, aldus Frank. “De geschiedenis gaat terug tot in 1440, maar we weten zeker dat het ontstaan verder reikt. De voorzitter van de heemkundige kring heeft dat voor ons uitgezocht.”

Alleen water- en winddicht

“We waren op zoek naar een extra locatie voor de zaak in de regio rond Knokke en Brugge. Zo botsten we op Rooigem”, duidt Jean-Philippe. Zelf woont hij intussen een kleine tien jaar in de kasteelhoeve. “Eigenlijk was het gebouw enkel water- en winddicht, om het in nieuwbouwtermen uit te drukken”, haalt Frank aan. “Er moesten dus nog heel wat basisvoorzieningen geïnstalleerd worden. Komt daarbij nog dat het pand beschermd is. Je kan er dus niet zomaar mee doen wat je wil. Alle oude elementen hebben we zo goed mogelijk bewaard en ‘leefbaar’ gemaakt.”

Creatief zijn, is risico’s durven te nemen

“Eigenlijk werd het gebouw nooit echt bewoond zoals nu het geval is. Het was ook niet echt op die functie voorzien”, pikt Jean-Philippe in. “Waar we nu een ontvangstkamer hebben voor onze klanten en bezoek, was vroeger een jachthuis. Geen permanente woning, dus.” Toch vindt Jean-Philippe het een voorrecht om er te mogen wonen. “De charme is enorm groot, dit gebouw ademt zo’n geschiedenis uit. Bovendien is het ook een gezond huis. De wind kan door de kieren spelen.”

Experimenteren met inrichtingen

De combinatie wonen en werken op dezelfde locatie is voor Jean-Philippe evident. “Wij willen met onze interieurs een bepaalde sfeer creëren. Die kan je niet simuleren in een showroom. We willen onze klanten laten aanvoelen wat we ook in hun interieur kunnen bereiken”, legt hij uit. “Onze inrichting verandert dan ook regelmatig. De meubels hier staan eigenlijk te wachten om een interieur perfect af te werken. Alles moet kloppen. De kasteelhoeve is voor ons dan ook als een woonlaboratorium: we experimenteren met inrichtingen, combinaties en stijlen. Bij onze klanten werken we ook telkens op maat, we hebben geen standaardconcept dat we toepassen. Dat geldt ook voor ons eigen historische pand: we creëren telkens opnieuw”, vertelt Frank.

“Ik vind het cruciaal dat een interieur past bij de locatie”, gaat Jean-Philippe voort. “Daarom is dé uitdaging om klanten anders te laten kijken naar hun eigen woning. Creatief zijn, is risico’s durven te nemen. Een portie lef om naast de platgetreden paden te wandelen, maakt het resultaat zoveel aantrekkelijker. Net als modelabels die elk half jaar een nieuwe collectie uitbrengen, spelen ook wij kort op de bal. We laten ons inspireren door de mode en werken bepaalde elementen op onze eigen manier verder uit. Met onze eigen kussenlijn en stoffen naar eigen ontwerp kunnen we bovendien de inrichting perfect afwerken. Het gevoel, dat moet helemaal kloppen.”