Theatermaker en scenarioschrijver Angelo Tijssens: “Níémand is gedoemd om het verleden te herhalen”

Angelo Tijssens: “De wereld is gaat naar de kloten als we zo voortdoen, maar er zijn ook veel stemmen die het tij proberen te keren. Daar put ik hoop uit.” © Thomas Nolf Thomas Nolf
Nancy Boerjan

Angelo Tijssens maakt al jaren naam als theatermaker en acteur, en schreef mee aan de bekroonde filmscenario’s van Girl en van Close. Die laatste film is dit najaar te zien in de bioscopen en werd zopas geselecteerd als Belgische inzending voor de Oscars. Nu heeft hij ook zijn eerste roman, De Randen, uit. “Verhalen vertellen, over wat mij boeit maar ook kwaad maakt – ongelijkheid, geweld, onrecht -, en mensen opzoeken om dat samen met hen te doen: dat is mijn lang leven.”

Hij woont intussen al langer in Antwerpen dan daarvoor in Blankenberge, maar de weg die de kuststad met Brugge verbindt en die Angelo tot zijn achttiende bijna dagelijks afmaalde, kan hij zich nog altijd zo voor ogen halen. Langs die weg speelt zijn debuutromanDe Randen zich af, en schetst hij fragmenten uit het leven van een kind dat wordt getekend door angst, een adolescent die zijn driften ontdekt en een man die geen liefde meer durft te vragen. Striemend herkenbaar, pijnlijk mooi, ontvouwt zich daar doorheen de gedachte aan hoe een verleden een heden kan beheersen. Maar ook aan hoe een mens dat verleden kan overstijgen. Geen slachtoffer hóéft te zijn. “Het is niet omdat je opgroeit in een bepaalde context, dat je er niet van kunt loskomen en van gedachten kunt veranderen. Ook al klinkt dat gemakkelijker dan het is.”

Ik weigeronverschillig te zijn, onverschilligheid heeft al veel mensen de dood in gejaagd

Een roman schrijven was nochtans niet het plan. “Ik werk altijd al aan verschillende projecten door elkaar. Voor de scenario’s van Girl en Close, die ik samen met Lucas Dhont schreef, verzamelden we veel meer materiaal dan we uiteindelijk gebruikten. Dat doe ik overigens altijd, bij elk project. Wat mij daarin intrigeerde maar geen plek vond in die scenario’s om allerlei technische redenen, schreef ik uit in nieuwe teksten. Die bleken dan toch samen te komen in een kortverhaal, het werd uiteindelijk een korte roman.” En literatuur schrijven is hem bevallen: “Anders dan bij een scenario voor theater of film, waar je als schrijver weinig vat hebt op wat anderen uiteindelijk van de personages maken, zat ik nu zelf aan het stuur. Het smaakt naar meer.”

Een roman waar niettemin veel van jezelf in zit, daar valt moeilijk naast te lezen.

“Laat me stellen dat er een fond in zit, die verweven is met mijn eigen ervaringen, maar dat daarop verschillende verhaallijnen zijn gegroeid. Lukas en ik hebben Girl geschreven, zonder zelf ooit 15-jarige ballerina’s te zijn geweest, en dat verhaal kwam ook binnen. Het is mijn job om me te kunnen inleven in een personage, om elementen uit mijn maar ook andermans levens te pikken en in elkaar te puzzelen tot een verhaal. De Randen is ingebed in wat ik ken, maar het blijft fictie.”

Dat de ingehouden woede soms van de bladzijden spat, betekent niet dat je nog een ei te pellen had?

“Ik schrijf meestal vanuit een gevoel van woede of verontwaardiging. Dat zit bijvoorbeeld ook in Close, over de vriendschap tussen twee jongens die door de maatschappij verkeerdelijk gelezen wordt.

Een verhaal dat toont hoe onze opvoeding voor een groot deel bepaalt wie we worden. Het is een thema dat me boeit.”

En dat je ook in ‘De Randen’ wil meegeven?

“Verhalen geven de lezer de kans om even in het hoofd van een ander te vertoeven. Ik hoop dat mensen daardoor ook eens bij zichzelf nagaan hoe keuzes die eerder voor hen werden gemaakt, bepalen hoe ze vandaag zelf in de wereld staan. En hoe ze die keuzes kunnen bijsturen. Het is niet omdat geweld, uitsluiting of gelijk wel groot of klein onrecht deel heeft uitgemaakt van je leven, dat je het recht hebt om hetzelfde te doen. We zijn níét gedoemd om het verleden te herhalen.”

Ik hoop dat mijn boek in grote stapels in de boekhandels ligt, maar ook in tankstations en op luchthavens

“In het boek zit inderdaad mijn eigen coming outverhaal verweven. Ik, en velen met mij, zijn opgegroeid met de gedachte dat queer mensen anders zijn, slecht of vuil zelfs. Daar word ik als 36-jarige nog altijd kwaad om, maar ik heb nu een platform om daar – op een hopelijk esthetische manier – over te praten. Als ik als prille puber al queer mensen op tv zag, waren het ofwel karikaturen à la Jimmy B of mensen die stierven aan aids. Intussen is er internet en stilaan krijgen we ook ‘andere’ verhalen te zien en te horen in de media. Maar van dat soort foute ideeën zijn we nog altijd niet af. Uit cijfers blijkt dat queer jongeren veel meer kans hebben om in de op zich al – zeker in West-Vlaanderen – hoge zelfmoordstatistieken te belanden. We móéten er dus over blijven praten.”

Jij stond op je 15de al op de planken met je eigen theatergroepje. Toen al uit woede?

“Toch niet, die is gaandeweg een drijfveer geworden. Ik wou gewoon heel graag theater maken. De kunsthumaniora in Brugge, met het oog op het toelatingsexamen bij Dora van der Groen in Antwerpen: dat ging allemaal vanzelf. Pas later ben ik me beginnen afvragen wat ik écht wilde vertellen. En toen bleek dat net datgene te zijn, waar ik zelf van wakker lig, of geneigd ben van weg te lopen. Dáár moet het voor mij dus over gaan. Een mens moet zijn of haar rugzak – desnoods een halve caravan – leren omarmen. Dat kost tijd maar ik voel dat het voor mij stilaan gemakkelijker wordt om die caravan open te trekken, er wat gerief uit te nemen en daar iets nieuws mee te maken.”

In interviews van toen met jou vind ik terug: afzetten tegen het schoolse, voorliefde voor het absurde, experimenteren, freestylen, worstelen met gevoelens, geschifte lifestream-radio, zwarte humor…

“Tja… Blijkbaar kon ik dat deel van mezelf toen níét goed verstoppen. (lacht) En dat zit ook nu nog allemaal in me. Het zijn allemaal manieren waarop ik verhalen wil vertellen, en mensen opzoek met wie ik dat samen kan doen: dat is mijn lang leven.”

Dat, en schoppen tegen zere schenen?

“Ja, maar ik heb onderweg wel geleerd om omhoog te schoppen. Wild om je heen schoppen is gevaarlijk. Je kunt meer bereiken door omhoog te mikken, naar waar het pijn doet, naar die machten die bepalen hoe mensen zouden moeten zijn, of dat nu scholen, overheden of zelfs ouders zijn.”

Je steekt je verontwaardiging over onrecht ook op sociale media niet onder stoelen of banken.

“We kunnen niet naast het onrecht kijken, het gebeurt onder onze neuzen. En dan kan je ervoor kiezen om onverschillig te zijn, maar onverschilligheid heeft al heel veel mensen de dood in gejaagd. Ik weiger onverschillig te zijn.”

“De wereld is verre van perfect en ik ben ervan overtuigd dat ze naar de kloten gaat als we zo voortdoen, maar er zijn ook veel stemmen die het tij proberen te keren. Daar put ik hoop uit.”

Je maakt al jaren theater bij het gezelschap Ontroerend Goed, acteert ook al lang, maar de voorbije jaren schreef je vooral filmscenario’s.

“Dat is heel toevallig gebeurd. Ik speelde mee in en schreef mee aan de kortfilmIJsland van Gilles Coulier, die het festival Leuven Kort won en vervolgens geselecteerd werd voor de studentencompetitie in Cannes. Er volgden nog enkele kortfilms waarvoor ik samenwerkte met Gilles, en toen vroeg Lukas Dhont me voor Girl en zijn we sindsdien al acht jaar onafgebroken ideeën aan het uitwisselen en aan het schrijven.”

“Dat is heel leuk natuurlijk. Maar zonder oneerbiedig te willen zijn tegenover de theater- en filmjury’s, de reacties van de mensen die het stuk of de film zagen, zich erin herkennen en ons daar achteraf over aanspreken, zijn een nog veel groter cadeau.”

En naar die reacties is het spannend uitkijken voor Angelo. Close, de tweede film die hij met Lukas Dhont schreef, werd op het Filmfestival in Cannes het voorbije voorjaar bekroond met de Grand Prix. De film opent dit najaar het filmfestival van Gent en is vanaf november in de bioscopen te zien.

Maar hij schreef ook het scenario voor Dust, een film die losjes gebaseerd is op de laatste uren van Lernout&Hauspie. Ook work in progress: het scenario voor Julian, naar het gelijknamige boek van schrijver en lgbtq+-activist Fleur Pierets. Voor een Britse omroep schrijft hij dan weer een politieserie, waarin queer-thema’s opnieuw een rol spelen. “Maar in de eerste plaats wil ik mainstream entertainment maken, waar die thema’s weliswaar in opgenomen zijn. Ik wil niet staan schreeuwen tegen de mensen wat er allemaal verkeerd is aan deze wereld, ik wil wel op een subtiele manier tonen hoe die in elkaar steekt. En hoe groter het publiek daarvoor, hoe liever. Het is leuk als onze films te zien zijn in kleine cultuurzalen maar liefst óók in de grote bioscoopzalen, wereldwijd als het kan. Net zoals ik hoop dat mijn boek in grote stapels in de boekhandels ligt, maar ook in tankstations en op luchthavens te koop is.”

Wat biedt jou dan tegengewicht in onze harde wereld?

“Daar heb ik eigenlijk geen tegengewicht voor nodig. Want ik vind schrijven over de thema’s die me bezighouden ook al zijn dat niet altijd de gemakkelijkste oprecht leuk. Maar ik hou ook van alle schone dingen als daar zijn: koken, samen zijn met vrienden, met mensen praten of naar hen luisteren, een museum bezoeken, kunst verzamelen… Dat alles loopt bij mij voortdurend door elkaar, het vormt één grote stroom.”

Welke kunstenaars trekken je aandacht dan?

“Zowel mijn man Nick als ik houden van beeldende kunst. En dan koop ik het liefst werk van kunstenaars van mijn generatie, die nog leven, want die moeten nu eten.Zo hebben we wel een paar werken van Toon Boeckmans en van Alex Verhaest in huis, en een Felix De Clercq. Maar het gaat me zeker niet om namen, wel om wat het werk met me doet: omdat ik het mooi vind, het me uitdaagt of op een andere manier raakt. (wijst op een schilderijtje van enkele griezelige pluchen beren in zijn werkkamer, gekocht in een kringloopwinkel) Dit heb ik bijvoorbeeld gekocht net omdat het zo lelijk is. Iemand heeft geprobeerd een lieflijk tafereel te schilderen, maar werkelijk alles eraan is mislukt. Het houdt me voor dat letterlijk alles fout kan gaan, ook al doe je nog zo hard je best. Soms lukt het gewoon even niet. Dan moet je afstand nemen en later opnieuw proberen. Maar Nick wil het niet in huis, daarom hangt het hier.” (lacht)

Wie is Angelo Tijssens?

• Angelo Tijssens (36) groeide op in Blankenberge. Hij studeerde woordkunst-drama aan de Stedelijke Academie in Brugge en trok nadien naar de toneelklas Dora van der Groen aan Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen.

• Hij maakt deel uit van theatercollectief Ontroerend Goed, als theatermaker en acteur, en schreef de scenario’s van kortfilms als IJsland en Mont Blanc.

• Samen met Lukas Dhont schreef hij ook de scenario’s van de film Girl, die in 2018 de Caméra d’Or won op het Filmfestival van Cannes, en van Close, die in mei dit jaar bekroond werd met de Grand Prix in Cannes en zopas ook geselecteerd xerd als Belgische inzending voor de Oscars. Close is vanaf woensdag 2 november in de bioscoop te zien.

• Zopas stelde hij ook zijn eerste roman, De Randen, voor.

• Angelo woont in Antwerpen, samen met zijn man Nick Mattan.

De tips van Angelo

• “Dit najaar is Roomies te zien op Eén, een serie van Kato De Boeck en Flo van Dooren. Ze gaat over verschillende manieren van samenleven en is ongelooflijk grappig. En ik ben vooral blij dat de reeks niet zal worden verstopt op een of ander digitaal kanaal. Queer-verhalen in de mainstream, ik kan het alleen maar toejuichen!”

• “Heartstopper op Netflix is een lichtvoetige en hartverwarmende serie over twee verliefde 15-jarige jongens op een school in Groot-Brittannië, waarbij ik niettemin de ogen uit mijn kop heb gejankt. Had ik die serie vijfentwintig jaar geleden maar kunnen zien…”

• “Wat theater betreft wil ik graag Funeral van Ontroerend Goed naar voren schuiven: een zoektocht naar een collectief rouwritueel, waarmee we dit najaar op tournee gaan. Heel schoon én louterend.”

www.ontroerendgoed.be