Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Vanmorgen hoorde ik op het nieuws dat ketamine (bekend onder de schuilnaam ‘Kit Kat’ of ‘Special K’) aan een opmars bezig is in het uitgaansmilieu. De groeiende populariteit zou voornamelijk te danken zijn aan het feit dat het iets goedkoper is dan cocaïne.

Een situatie waar overwegend mannen aan het uitgaan zijn, escaleert veel sneller dan wanneer er ook wat vrouwtjes aan het shaken zijn

Sinds ik aan mijn midlifecrisis bezig ben waarom wachten tot mijn veertigste? en ik de laatste tijd nogal veel uitga, was het me inderdaad al opgevallen dat drugs (weer?) heel populair zijn bij la jeunesse. Toen ik jong was, was er wel het occasionele jointje, maar echt hardcore kan je zo’n pretsigaret niet noemen. Neen, de mensen die ik nu zie, zitten duidelijk aan het zwaardere spul. Je merkt het vaak al wanneer je een café of club binnenkomt: de sfeer is wat grimmig en heel veel hoeft er niet te gebeuren of er worden klappen uitgedeeld. En dan heb ik het natuurlijk over de mannen.

Geen zorgen, ik ga jullie niet lastigvallen met mijn militante feminisme maar het is wel een feit. Een situatie waar overwegend mannen aan het uitgaan zijn, escaleert veel sneller dan wanneer er ook wat vrouwtjes aan het shaken zijn. Gooi daar dan nog wat extra testosteron tegen van de (mannelijke) barman die tussenkomt en de poppen gaan aan het dansen.

Het omgekeerde geldt echter ook. Laatst was ik iets aan het drinken in een café hier in Kortrijk toen twee mannen binnenkwamen en wodka eisten van de barvrouw. Na één blik was het duidelijk dat wodka wel het laatste was waar die mannen behoefte aan hadden, dus werden ze vriendelijk verzocht het pand te verlaten. Dat wilden ze niet.

Om redenen die we wellicht nooit helemaal zullen kennen, vonden ze het toen nodig om hun T-shirt uit te trekken, een theelichtje op de grond te zetten en in ontbloot bovenlijf grommend rond dat theelichtje te gaan draaien. Ik wist niet goed of ik bang moest zijn of heel hard moest lachen, het was een dubbeltje op zijn kant. Het vriendje van de barvrouw wilde tussenkomen, maar zij verzocht hem het aan haar over te laten. Haar zachte, sussende stem deed de flipkonijntjes uiteindelijk weghuppelen. Meer blauw op straat? Misschien wel. Maar voorlopig hou ik het op meer vrouw op straat.