Stefaan De Croock, alias Strook: “Perfectie bestaat niet en dat is niet erg”

Een esthetische afdruk van de tijd, noemt Strook het materiaal - de planken - waarmee hij zijn werken maakt. (Foto Damon De Backer)
Nancy Boerjan

Met verweerd hout maakt Stefaan De Croock, beter bekend als Strook, portretten en installaties waarin hij het begrip tijd probeert te grijpen. De tijd die onvermijdelijk naar het einde leidt en ons op weg daar naartoe onvermoeibaar met levensvragen blijft bestoken. Daarmee blijkt hij een gevoelige snaar te raken, zowel bij het publiek dat zijn tentoonstellingen bezoekt als bij kunstverzamelaars. Zijn werk is nog tot en met zondag 6 maart te bewonderen in Brugge.

Of hij liever duizend jaar terugkeert in de tijd, of duizend jaar verder in de toekomst reist? Die vraag stelde Stefaan zich onlangs, samen met een vriend. En dat hij aan het antwoord eigenlijk geen moment twijfelt: zijn nieuwsgierigheid dwingt hem de toekomst in. Waar hij een parallelle, digitale wereld ziet opdoemen. En scifiscenario’s uittekent waarin ik hem binnen de kortste keren niet eens meer kan volgen. Iets met denkbeeldige kunst aan een al even imaginaire muur. En dat daar de zotste prijzen voor betaald worden. Maar het begon allemaal hier op aarde, op de ouderlijke boerderij in Oedelem, met veel potloden en nog meer plankjes.

Vandaag werkt Strook rond het thema tijd, de vergankelijkheid ervan, en hoe de herinnering vervormd wordt door de tijd. Niets wat dat voor hem meer tastbaar maakt dan verweerd hout. Niet langer de latten die hij bijeensprokkelde op het erf van zijn ouders, maar intussen zorgvuldig geselecteerde planken uit alle hoeken van de wereld: van een scheepswerf in het Poolse Gdansk tot de vloer van een Kortrijks café. Een esthetische afdruk van de tijd, noemt hij het materiaal waarmee hij zijn werken maakt. Ze hebben weer en wind doorstaan, werden geschilderd en herschilderd, sleten af onder schoenzolen, er werd op gemorst, ze werden geboend… Elke plank draagt een verhaal mee, net als mensen. Krassen op ons lijf en op onze ziel, ervaringen die ons vormen, een leven lang, mooie en lelijke. Ze doen stilstaan bij de tijd en wat die met ons doet. En toch evolueren ze ook. Vroeger hadden zijn portretten nog een neus en een mond, door de jaren heen werden ze abstracter. Strook geeft ze niet langer een naam mee maar een code. En toch blijven mensen zich erin herkennen.

De dood van mijn broer heeft me leren stilstaan bij het leven, elke dag

Tijd en de vergankelijkheid die er onlosmakelijk mee verbonden is: het thema kwam Strook niet zomaar aanwaaien. “In 2012 stapte mijn broer uit het leven. Hij was een jaar ouder dan ik, we waren altijd al close. Maar dat de depressie waaraan hij leed zo ver zou leiden, kwam keihard aan. Sindsdien laat het idee van eindigheid me niet meer los. Er is het constante besef dat alles ergens ophoudt, maar er zijn ook de vragen waar iedereen mee worstelt: wat doen we hier, waarom, en heeft dat zin. Ik vind het belangrijk om die vragen te stellen, maar ook om te beseffen dat we niet in ons eentje naar antwoorden hoeven te zoeken. We staan er niet alleen voor, ook al hebben velen vandaag dat gevoel.”

Zijn portretten evolueren, maar Strook zoekt ook naar nieuwe manieren om het gegeven tijd verder te verkennen en te verbreden.

“Ik mis mijn broer nu tien jaar, en stel vast dat die tijd veel doet met hoe ik me hem herinner. Ik herken hem nog op video’s en foto’s uiteraard, maar het scherpe beeld van hem dat ik meedraag, vervaagt. De tijd gooit een sluier over de werkelijkheid, over wat voorbij is. Ik zal hem en wat we samen beleefd hebben nooit vergeten, maar ik besef dat mijn herinneringen vervormen naargelang de tijd verstrijkt.”

Voor de O.L.V.-kerk in Brugge - een van de drie locaties waar zijn werk momenteel te zien is - maakte Strook een monumentale ‘kop’ waarmee hij verwijst naar de nietigheid van de mens.
Voor de O.L.V.-kerk in Brugge – een van de drie locaties waar zijn werk momenteel te zien is – maakte Strook een monumentale ‘kop’ waarmee hij verwijst naar de nietigheid van de mens.

Op de zolder van het Sint-Janshospitaal, een van de drie locaties in Brugge waar zijn werk momenteel te zien is, verwijzen enkele installaties onder een koepel van mat glas naar die gedachte: je ziet iets of iemand, maar het beeld verandert naargelang de plaats van waaruit je het bekijkt. En wat je ook probeert, helder wordt het nooit meer.

Was je je al zo bewust van de tijd en zijn eindigheid vóór je je broer verloor?

“Zoals velen allicht. One day we die. Niet meer en niet minder. Maar zijn dood heeft mijn wereld, ook mijn gedachtewereld, volledig op zijn kop gezet. Het deed me bijvoorbeeld anders kijken naar datgene waar we doorgaans geen aandacht voor hebben: oud hout gooien we weg, ik zag er plots de schoonheid van in. Het heeft me leren stilstaan bij het leven, elke dag opnieuw.”

Dat klinkt als een zware last?

“Misschien, maar ik probeer het om te zetten in positieve energie. De kunst die ik maak kanaliseert mijn gedachten en gevoelens. En net daarom doet het me goed te merken dat velen mijn werk voelen. Ik krijg verhalen toegestuurd van anderen, over wat het bij hen losmaakt. Die connectie doet me goed.”

Verraadt je voorliefde voor oude materialen een nostalgische ziel?

“Melancholie is me niet vreemd, neen. Maar het is niet iets waar ik vast in blijf steken. Zo vind je in het Groeningemuseum een werk waarin ik hout combineer met marmer. Het hout is zichtbaar oud en versleten, het marmer – dat nochtans miljoenen jaren ouder is – oogt luxueus en perfect. Het contrast zet de geschiedenis in een ander daglicht. Het toont de nietigheid aan, van de wereld en van ons bestaan. Dat dat werk naast de portretten uit de museumcollectie hangt waarop notabelen zich destijds in pracht en praal lieten afbeelden ‘voor de eeuwigheid’, onderstreept dat contrast alleen maar.”

Zat jij tijdens de geschiedenisles op de eerste rij?

“Het zijn eerder de kleine verhalen die mij boeien. Hoe de mensen leefden die in dat café in Kortrijk over de vloer kwamen. Al die mensen, de afdrukken die ze op de vloer achterlieten, dragen bij tot wat ik nu maak.”

Wat blijft hangen als je terugkeert in je eigen leven?

“Voor zover ik me kan herinneren tekende ik. Ik sleet uren met papier en potloden. En ik doe het nog altijd, al zijn de tekeningen ook weer veel veranderd sindsdien en vormen ze nu de basis van mijn houten portretten. Er kruipt enorm veel tijd in het bijeenzoeken van het juiste hout, het behandelen en drogen ervan, ik kan het dus niet verspillen door er lukraak mee aan het knutselen te slaan. Eerst teken ik een nieuw werk volledig uit, en daaruit groeit de versie in hout of andere materialen waar ik mee experimenteer.”

Het is jammer dat we kunstenaars in vakjes blijven steken

“Maar dat ik het speelse van het tekenen uit mijn jeugd heb kunnen doortrekken in mijn beroep vandaag, daar ben ik dankbaar om.”

Je ruilde je job in een reclamebureau tien jaar terug voor fulltime kunstenaar zijn. Hoe kijk je op de voorbije jaren terug?

“Ik heb het gevoel dat alles nu pas begint, dat ik nog zo veel te doen heb, nog zo veel kan evolueren. Ik heb de kans gekregen om me fulltime bezig te houden met wat ik graag doe, mensen hebben me daarin gesteund op allerlei manieren. Ik deed mijn werk graag, maar je kan je pas volledig op je kunst concentreren als je er fulltime mee bezig bent. Zo ervaar ik het in elk geval. Mijn vriendin Tine heeft me aangemoedigd. We hebben een jaar gespaard om een eerste jaar zonder vast inkomen te kunnen overleven. En nu wordt mijn werk tentoongesteld in de hele wereld en kopen kunstverzamelaars het. Ik werk samen met interessante mensen, krijg fantastische collecties te zien, en dat alles inspireert mij dan weer. Ik noem dat geen werken, het is mijn leven.”

Hoe staat iemand voor wie tijd en zijn eindigheid een dagelijks issue geworden is, in het leven?

“Wat mij betreft: zo positief mogelijk. Maar net door zo veel bezig te zijn met dat onderwerp besef ik goed dat perfectie niet bestaat. Niet in de kunst, niet in het leven. En dat is niet erg, ondanks wat sociale media en hun goednieuwsshow ons nog altijd graag willen laten geloven. Het is níét erg dat er mindere dagen, weken, zelfs maanden zijn. Ze horen bij het leven. Je kunt geen ups kennen zonder downs.”

“Het perfecte geluk bestaat niet. Als je dát kan aanvaarden – ook al is het niet vanzelfsprekend – kom je wel al een stukje dichter in de buurt, denk ik.”

Leef je graag?

“O ja! (lacht) Ik ben enorm nieuwsgierig en dat houdt me aan de gang. Op reis wil ik alles gezien hebben, ik wil altijd iets nieuws ontdekken, het verhaal horen dat eraan vasthangt… Bij mij zorgt dat voor een soort joie de vivre die me vooruit drijft, waardoor ik graag zelf iets nieuws onderneem ook.”

Welke kunstenaars, of kunststromingen, boeien jou?

“Ik maak daar geen onderscheid in, alles kan mij boeien. Ik hou niet van labels en al helemaal niet als het om kunst gaat. Nadat ik een werk had gemaakt voor Crystal Ship in Oostende heette ik plots een streetartist, terwijl ik me allerminst een streetartist voel. Het is jammer dat we kunstenaars in vakjes blijven steken. Dat is nergens goed voor.”

Sta je vandaag als kunstenaar waar je wil staan?

“Momenteel is de vraag naar mijn werk niet bij te houden. Maar ik wil niet vervallen in massaproductie. Of in de valkuil trappen om werk te maken waarvan ik denk dat het publiek het zal omarmen. Integendeel, ik wil de tijd nemen om nieuw werk te maken, uit mezelf. Ik sta op een kruispunt, en dat roept vragen op. Hoe het verder moet, daar ben ik nog niet uit.”

En wat gebeurt er als je je kunstenaarsvel even uittrekt?

“Ik spreek graag af met vrienden en ga graag fietsen. Maar zelfs dan bedenk ik weer van alles…”

Een leeg hoofd is niet denkbaar?

“Soms vind ik het jammer, maar dat is het inderdaad niet.”




Wie vragen heeft over zelfdoding kan anoniem terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be.

Wie is Strook?

• Strook is de naam waaronder Stefaan De Croock (39) kunst maakt. Hij groeide op in Oedelem, liep school in Brugge waar hij ook enkele jaren woonde, studeerde grafische vormgeving aan Sint-Lucas in Gent, en werkte nadien zes jaar als artdirector in een reclamebureau.

• Hij woont sinds kort in Ursel, samen met zijn vriendin Tine Lefevre.

• Sinds tien jaar is hij fulltime kunstenaar. Hij stelde tentoon in Stockholm, Miami, Bangkok, Montreal en Mexico City. Momenteel is zijn werk nog tot en met zondag 6 maart te zien op drie locaties in Brugge.

• Het boek Portraits (Hannibal Books) is een eerste introductie tot Strooks oeuvre en biedt een kijk op zijn kunstenaarspraktijk van de afgelopen jaren. Met teksten van Thijs Demeulemeester en een bijdrage van Wannes Cappelle – voor wie Strook de hoes van het album Skepsels ontwierp -, Koen Van Damme en Stephan Vanfleteren.

Als afsluiter van de expo Strook It’s only a matter of time presenteert Musea Brugge samen met Cactus Muziekcentrum op zaterdag 5 maart een nocturne met muzikale interventies, miniconcerten en improvisaties die plaatsvindt op verschillende expolocaties. Op de affiche onder meer Bert Dockx & Thomas Jillings, Camille Camille, Wouter Dewit en Oriana Ikomo: artiesten die werken rond dezelfde thema’s van het werk van Strook of die het contemplatieve karakter van de expo versterken.

Info en tickets: www. museabrugge.be