Siel Verhanneman: “Ik moet weer leren vertrouwen op geluk”

Siel Verhanneman. © Phile Deprez
Nancy Boerjan

Siel Verhanneman ligt soms wakker van wat ze een jaar geleden tegen iemand zei. Of van wat anderen van haar boek, of zelfs al haar volgende boek zullen vinden. En of ze wel menen wat ze zeggen. Zo krijg je algauw een hoofd vol, maar bij Siel komen net daar dan weer rake woorden en scherpe zinnen uit.

Schrijfster Siel Verhanneman heeft haar ouders nooit als koppel gekend, tenzij op foto’s. Ze gingen uit elkaar toen zij nog piepjong was. Ze ziet het niet als een gemis, ze heeft het nooit anders gekend. Door de week woonde ze samen met haar zus en moeder in Ieper. “We deden typische moeder-dochterdingen, we gaan trouwens nog altijd regelmatig een namiddagje shoppen”, zegt ze. Op zaterdag trok ze naar haar vader in Kortrijk. Hij nam haar dan mee naar steden als Gent, Brussel en Antwerpen waar ze musea bezochten en hij haar de plekjes toonde waar hij graag kwam. Ze gingen alternatieve films bekijken, waar Siel toen niet veel van begreep, maar het leerde haar om verder te kijken dan naar wat louter mainstream is. En hij bracht haar de liefde voor woorden bij, vanuit zijn eigen passie voor boeken en schrijven.

Voel je je verbonden met de plekken waar je opgroeide?

“Ik voel me goed waar ik veilig en op mijn gemak ben. Maar dat gevoel is niet per se verbonden met Ieper of Kortrijk. Ik woonde tot ik afstudeerde in Ieper, daarna vond ik een job in Kortrijk en ben ik daar samen met mijn vriend gaan wonen.”

Mijn jeugd had misschien iets pittiger gekund

“En ik woon hier graag, maar dat heeft meer te maken met het leuke huis dat we vonden, in een straat waar mensen nog echt met elkaar begaan zijn als ik naar mijn werk fiets, heb ik al vijf mensen begroet voor ik nog maar de straat uit ben -, dan met Kortrijk op zich.”

Je voelt je niet meteen ‘een West-Vlaamse’?

“Oh, maar ik vind het wel prettig om een West-Vlaamse te zijn. Ik zie West-Vlamingen op de een of andere manier als lieve en zachte mensen. (lacht) Ja, ik ben nu eenmaal vrij naïef en leef in een omgeving waar niemand op Vlaams Belang heeft gestemd. Maar los daarvan denk ik wel dat de clichés over West-Vlamingen veelal kloppen. Ik merk in elk geval dat schrijvers uit andere regio’s trotser lijken op hun werk, of er meer mee durven uit te pakken. Ik heb er zelfs moeite mee om mezelf een schrijfster te noemen; het lijkt me alsof ik daar vooral niet te veel mee moet uitpakken.” (lacht)

Wie is Siel Verhanneman?

“Ik zie West-Vlamingen als lieve en zachte mensen, ik ben nu eenmaal vrij naïef.”© Phile Deprez

Siel Verhanneman (29) is de dochter van Dorine De Deygere en Filip Verhanneman (+2013). Ze groeide op in Ieper en Kortrijk. Haar zus Lien overleed in 2016; broer Lennert is elf.

Ze is educatief medewerker in de bibliotheek in Kortrijk waar ze ook woont met haar vriend Vincent Coomans.

Ze debuteerde met gedichten waarin rouw en verlies veelal het thema vormen. Zopas kwam ook haar eerste roman uit, Of iedereen gaat dood. Een niet-autobiografisch verhaal waarin ze niettemin inspeelt op dezelfde thema’s.

Als ze niet schrijft, leest ze. Of gaat ze skeeleren met broer Lennert, die met zijn mama in dezelfde straat als Siel woont.

Wat voor tiener was je?

“Een hele brave. Liever bezig in mijn eentje lezen, tekstjes schrijven, naar muziek luisteren dan dat ik met vrienden iets ging drinken. Soms denk ik dat het er in mijn jeugd best wat pittiger aan toe had mogen gaan, maar ik kan ook niet zeggen dat ik er spijt van heb dat het niet zo was. Ik ben op dat vlak ook niet zo veel veranderd. Neem nu de de Sinksenfeesten voor Kortrijk zijn dat wat de Gentse Feesten voor Gent zijn waarop ik zeker ook een avondje mee ga dansen en plezier maken. Maar tegelijk kan ik dan de gedachte dat ik er net zo goed van had genoten om voort te lezen in een boek niet van me afzetten…”

Ik leerde dat alles mag bestaan: geluk en blijdschap én verdriet

“Nu, op mijn zeventiende leerde ik mijn lief kennen. Hij maakte wel deel uit van wat er leefde in Ieper. Hij startte er mee Hypnoiz op, een project waarmee ze alternatieve bands ik herinner me zelfs een beginnende Selah Sue naar het jeugdhuis haalden. Door hem werd ik opgenomen in die kring en ben ik wel meer opengebloeid.”

Je eerste gedichten postte je op Instagram waar ze veel bijval kregen, er volgden twee poëziebundels en nu is er je eerste roman. Welke reacties krijg je?

“Mijn gedichten maken veelal iets los bij mensen, in die zin dat ze me hun persoonlijke verhalen toevertrouwen. Ze herkennen zich in wat ik schrijf, of lezen er in elk geval iets in wat ze zelf ervaren hebben. Op het boek komen andere reacties: wat ze van het verhaal en van de personages vinden, hoe die personages in hun vel blijven zitten…”

“Het is heel anders nu. En ja, het smaakt naar meer. Nu schrijf ik weer meer gedichten, want een roman slorpt echt wel veel tijd en energie op. En ik ben ongeduldig van natuur, alleen al daarom was tweeënhalf jaar aan hetzelfde project werken een leerproces. Maar er zit een tweede boek klaar in mijn hoofd, ja.”

“Mijn gedichten maken iets los bij mensen, ze vertrouwen me regelmatig hun persoonlijke verhalen toe.”© Phile Deprez

Wat betekent schrijven voor je?

“Het is er altijd geweest. In de Nederlandse les wilde ik alleen maar de beste zijn. (lacht) Ik schreef van alles in schriftjes. En zo heel af en toe, als ik vond dat ik echt een mooie zin had geschreven, toonde ik die aan mijn papa. Het groeide geleidelijk maar heel erg op het gemak. Tot mijn vader zes jaar geleden overleed. Ik vond het gemakkelijker om daarover te schrijven dan erover te praten tegen vrienden of familie. Daarmee schreef ik mijn verdriet uit mijn systeem, dacht ik. De bundel die daarvan het gevolg was, beschouwde ik zelfs als een afronding van mijn rouwproces. Tot ik onder ogen moest zien dat ik al die tijd helemaal niet gerouwd had. Het begon toen pas voor mij, terwijl mijn omgeving er al van uitging dat het ergste leed al gaan liggen was. Ik wilde mijn bed niet meer uit. Vrienden probeerden me te helpen “met ons meegaan zal je deugd doen” maar zo werkt het niet. Gelukkig ben ik toen bij een goeie therapeut terechtgekomen, waar ik leerde dat álles mag bestaan: geluk, blijdschap maar ook verdriet. En voor dat laatste maken we vandaag te weinig ruimte. Er zijn dagen waarop het gewoon niet gaat. Dat heb ik leren zeggen, ook al blijft het moeilijk.”

Dansen tegen te vol hoofd

“Als kind danste ik ballet, net als een vriendin. Vier jaar geleden besloten we om de draad weer op te nemen in Kortrijk. Doordat het schrijven van mijn boek zo veel tijd opslorpte, ben ik er even mee gestopt. Maar ik geniet intens van die danslessen! Mijn hoofd staat nooit stil, ik ben me altijd heel erg bewust van mezelf. Ik geraak soms zelfs niet in slaap om iets stoms wat ik jaren eerder tegen iemand zei. Maar ballet vraagt zo veel concentratie dat er op dat moment voor niets anders plaats is in mijn hoofd. Ik ben ongetwijfeld de slechtste danseres van de hele groep, maar ik voel me altijd zó bevrijd nadien!”

Drie jaar terug verloor je bovendien je oudere zus. Hoe beleefde je dat?

“Mijn vader overleed al na enkele weken ziekte. Bij mijn zus werd kanker vastgesteld en twee dagen later was ze er niet meer, als gevolg van een complicatie. We stonden twee keer perplex, het was gewoon onwerkelijk. Maar het verlies voelde verschillend. Als ik aan mijn vader denk, haal ik me altijd voor de geest wat ik zelf allemaal mis: dat hij mijn boek niet meer heeft gelezen, of dat hij nooit in mijn huis is geweest. Bij mijn zus blijf ik denken aan wat zíj allemaal nooit zal meemaken. Ik ben nu ouder dan zij ooit is geworden, en dat kan ik moeilijk vatten.”

“We wonen in een straat waar mensen elkaar nog kennen. Ik wil daar ooit een kinderboek over schrijven.”© Phile Deprez

Hoe hebben die verliezen je leven beïnvloed?

“Ik zag mijn toekomst als jong meisje anders dan zoals het nu is in elk geval. Ik wilde een leuke job en een gezinnetje, liefst vroeg… Door de plotse noodzaak om te schrijven, die vanuit het verdriet voortkwam, liggen er nu tot mijn eigen verbazing twee bundels en een roman. Het is best wennen dat ik het schrijven heb laten voorgaan op mijn eigen leven.”

Ik geloof wel dat je als schrijver onverbiddelijk moet zijn

“Het heeft ook een enorme impact gehad op de relatie met mijn vriend. Ook hij heeft het moeilijk, zeker sinds de dood van mijn zus die even oud was als hij. Hij worstelt met paniekaanvallen en doodsangst. Onze relatie werd er een van vooral zorgen voor elkaar. En dat was nodig, maar het mag de rest niet verdringen. Nu proberen we opnieuw vertrouwen te krijgen in het leven, er níét constant van uit te gaan dat er ons vast nog iets vreselijks boven het hoofd hangt. We waren heel wantrouwig geworden tegenover geluk en zorgeloosheid en dat moeten we opnieuw leren toelaten, maar gemakkelijk is het niet. Het wordt nooit meer zoals vroeger maar ik geloof dat er een moment komt waarop we weer rustiger en blijer in het leven staan.”

En dan komt dat gezin er alsnog?

“Ja! Of dat zou ik toch heel graag willen.”

Siel Verhanneman:
© Phile Deprez

Kan je met woorden precies uitdrukken wat je voelt?

“In mijn poëzie vind ik soms zinnen waarvan ik denk dat ze precies uitdrukken hoe het zit. Al lees ik dan de dag nadien al een zin van iemand anders, waarvan ik denk ‘oh neen, dit zegt het nóg veel beter‘. (lacht) Maar dat is misschien ook net het mooie aan schrijven. Soms spreekt iemand mij aan op een gedicht dat ik intussen al lang niet meer goed vind: dat hij of zij er echt iets aan heeft. Gek toch hoe woorden een andere betekenis kunnen krijgen in iemand anders realiteit…”

Voor boeken- en andere wurmen

“Toen ik pas begon te schrijven postte ik wel eens iets op Instagram. Voor ik het wist heette ik in interviews een Instagram-dichteres terwijl ik alleen maar zocht naar een manier om mijn gedichten te laten lezen. Ook tot mijn verbazing bleek ik daarmee nogal wat jonge meisjes aan te spreken. Niet alleen de boekenwurmen, neen, op de Boekenbeurs komen nu ook meiden naar me toe van wie je niet zou denken dat poëzie hen aanspreekt. Ik ben er wel trots op dat ik dat kan teweegbrengen.”

Schrijf je álles wat je denkt en voelt?

“Dat denk ik wel. Lize Spit zegt dat je als schrijver onverbiddelijk moet zijn, anders begin je er beter niet aan. Ik geloof dat dat klopt. Een lezer merkt het als je te veel laagjes legt over wat je eigenlijk wil zeggen; ik wil mensen raken. Al zijn er vast ook schrijvers die er niet naar streven om hun lezers te raken, maar gewoon een goed boek willen schrijven.”

Geen angst om anderen te kwetsen in die onverbiddelijkheid? Je lijkt me heel lief.

“Oh, maar ik zal nooit anderen neerhalen of belachelijk maken in wat ik schrijf! Dat zit niet in mijn aard. Het is niet omdat iemand me iets aandoet, dat ik daarover een hatelijk gedicht schrijf. Want dat gedicht zou blijven bestaan terwijl ik al lang niet meer kwaad ben. Daar moet ik niet aan denken.”

Picknickvraagjes

Siel Verhanneman:
© Phile Deprez

1) Hou je van picknicken?

“Toch wel. Maar dan het liefst met andere mensen die voor het eten zorgen”, lacht Siel. “Ik ben echt niet de vrouw van de pastaslaatjes en tapenades. Het is al een succes als ik een fles water en een stokbrood bijheb. Gelukkig heb ik vriendinnen die daar wél goed in zijn, terwijl ik me bezighoud met het dekentje waarop ik wil zitten. En picknicken doe ik ook liever niet in volle zomer, het wordt mij algauw te druk als iedereen het park opzoekt. Ik krijg dan snel het gevoel dat ik met iedereen contact moet leggen, terwijl ik daar lang niet altijd voor in de mood ben. Ik ga dus het liefst picknicken als het daar eigenlijk nog niet warm genoeg voor is…”

2) Waar ga je picknicken?

“Dat kan bijvoorbeeld in het Gebroeders Van Raemdonckpark zijn, waar we vlakbij wonen. Ik kom er sowieso dikwijls als ik tot rust wil komen. Het is ook een heel mooi stadspark. Maar eigenlijk hoeven we ‘s zomers niet ver te lopen sowieso. Dan gebeurt het regelmatig dat we in onze voortuintjes met elkaar aan de praat geraken, waar dan een aperitief van komt en soms meer. Het is echt een leuke straat om te wonen. Ooit wil ik er een kinderboek over schrijven. Over onze Messengergroep die Ajuin heet, omdat die gestart is door iemand die een ajuin nodig had, en uitgroeide tot een platform waarop je pakweg hulp kan inroepen als er een enorme spin in je badkuip zit en je man niet thuis is. (lacht) Die situaties en de mensen uit onze straat wil ik graag ooit in beeld brengen.”

3) Picknickte je als kind?

“Ik herinner me dat we wel eens gingen picknicken in De Palingbeek in Ieper, met mijn papa en stiefmama. Een prachtig domein met een boom om in te klimmen en een berg waar we vanaf konden rollen. De ideale picknickspot voor een kind!”

4) Welk leesvoer neem je mee?

“Op het vlak van poëzie blijft Herman De Coninck de beste voor mij. Er is geen gedicht van hem dat ik niet minstens drie keer heb gelezen en waar ik telkens weer iets nieuws in ontdek. Herman zit in mijn hart. (lacht) Daarnaast vind ik Peter Verhelst een zotte schrijver. Hij durft zo veel in zijn boeken! Ik mag hem wel mijn literaire held noemen, ja.”

“En voorts hou ik erg van de Nederlandse scene, daar vind je heel wat goeie vrouwelijke schrijfsters momenteel: Maartje Wortel, Lieke Marsman, Bregje Hofstede…”