Mathias Sercu: “Ik heb geleerd om goed voor mezelf te zorgen”

"Crashen was niets voor mij, dacht ik altijd. En dan opeens: bam, gedaan."
Bert Vanden Berghe

Hij is met voorsprong een van de meest getalenteerde en aimabele mensen uit de Vlaamse televisiewereld. Mathias Sercu speelt, schrijft en leeft met vallen en opstaan, maar bovenal met heel veel goesting. Al was het niet altijd even makkelijk. “Ik vond acteren opeens een heel belachelijk beroep.”

We staan midden in de bloemenpluktuin van de Herenthoeve in Meulebeke, niet zo ver van zijn ouderlijk huis in Ardooie. Het zonovergoten weiland, de kerk in de verte en de rust die er heerst, stralen als geen ander vakantie uit. Mathias Sercu is dan zelf amper een paar dagen thuis van een deugddoende trip richting Ierland, met zijn vrouw en… Elvis. Op het VW-busje, dat net als zijn naamgenoot pure rock-‘n-roll is, staan de woorden Never laugh at live dragons. Een quote uit The Hobbit van J.R.R. Tolkien, zo blijkt. Een metafoor voor het feit dat je zelfs op een moment van zelfvertrouwen toch maar beter nederig kan blijven, een levensles die doorheen ons gesprek loopt en die Mathias als geen ander hanteert.

“Dit is fijn hier. Maar wakker worden in een Iers landschap, dat is de max. Deze keer zijn we met de boot gearriveerd in Dublin, vorig jaar was dat wat verderop in Rosslare. Dat vond ik geweldig, vlak bij Roeselare opgegroeid en dan naar Rosslare reizen. (lacht) Begin juni ben ik met mijn broer Sam, met de motor, naar de Pyreneeën gereden, op bezoek bij Anne Denolf. Heel basic, met een minitentje, één kleine Bialetti om koffie te zetten en een gasvuurtje dat zo klein is dat we een excuus hadden om niet te koken. Langs kleine wegeltjes rijden en op een haast verlaten camping toekomen, ‘s avonds een flesje wijn kraken… dat is ook iets als picknicken. En dat gevoel, dat kent Brad Pitt niet, hé.”

En in Ierland ben je op bezoek geweest bij zanger Philippe Robrecht, zag ik op Instagram.

“Hij woont sinds een jaar of twee op het eiland Inishboffin. Dat is alsof je terug in het verleden stapt. Daar wonen 140 mensen, wordt er niks op slot gedaan… echt the middle of nowhere. Dat kennen we niet meer. Het is daar zo stil, dat je ervan schrikt. Of ik er zou kunnen wonen? Nee. Het is heerlijk om te herbronnen, maar ik ben te veel gehecht aan mijn vrienden en familie.”

Ik word nog altijd aangesproken over ‘Buiten De Zone’

“Maar de eerste avond dat we daar waren aten we kreeft, verse makreel… allemaal zelf gevangen. Maar man… lékker. Straf! Bovendien heb ik daar met Philippe in een pub opgetreden, kon ik ook meteen een internationaal optreden van mijn bucketlist schrappen. Check!” (lacht)

Kan je op vakantie makkelijk die knop omdraaien?

“Ja. En omgekeerd ook, gek genoeg. Ik kom graag weer naar huis. Misschien heeft dat ook te maken met mijn job. Ik heb geen beroep waarbij je het gevoel hebt dat je jezelf naar je werk moet slepen. Vandaag zit ik hier, morgen in mijn schrijfkot. Pas op, ik besef maar al te goed wat een luxe dat is. Aan de andere kant is het ook een gevolg van de weg die ik gekozen heb.”

En waar leidt de weg de komende maanden nog naartoe?

“Ik zit momenteel in een fase waar veel zaken hangende zijn, en waarvan ik niet weet hoe ze zullen uitdraaien. Nu hou ik vier spreekwoordelijke balletjes in de lucht: twee televisiereeksen en twee films, waarvan ik telkens de scenarist ben.”

Mathias Sercu:

Vertel.

“Aan de film J’aime la vie ben ik al bezig sinds 2015, maar in 2017 heb ik er efkes de stekker uitgetrokken. Hij gaat over een jonge alleenstaande moeder die werkt als verpleegster in de palliatieve thuiszorg, met een zoontje van negen dat eigenlijk stiekem een meisje wil zijn. Op een dag krijgt ze te horen dat ze kanker heeft en dat zet bij haar iets in gang. Als kind is ze geplaatst en nu gaat ze op zoek naar haar familie.”

Klinkt heavy.

“Dat was Marsman ook. Die tv-reeks ging over een man van wie de moeder was gestorven, die zijn vrouw en job kwijtraakte en de zorg voor zijn autistische broer op zich moest nemen. Dat klinkt deprimerend, maar het was allesbehalve een donker verhaal. De tweede film waar ik aan werk is Dit is Vigo, een musicalfilm. Productiehuis De Mensen heeft me daarvoor een paar jaar geleden gecontacteerd en Bart Peeters gaat de muziek maken. Dat zijn hele mooie uitdagingen, zonder meer. Over de twee televisiereeksen kan ik heel weinig kwijt. Over de ene zijn we met een zender aan het onderhandelen, voor de andere zoeken we een Nederlandse partner. Eén van die reeksen zou in het West-Vlaams zijn.”

Dat budgetmatig rondkrijgen is niet simpel.

“In maart heeft het Mediafonds aangekondigd dat al het geld voor dit jaar al op is, waardoor heel wat voorstellen en ideeën blijven liggen. Die achterstand kan je onmogelijk inhalen, want er wordt niet opeens gestopt met schrijven.”

Integendeel, zelfs. Legt dat geen extra druk, als scenarist?

“Pff, ik probeer daar niet mee bezig te zijn. Je kan alleen maar je ding doen. Ik heb het altijd gezegd en ik méén het ook: Marsman is misschien de enige reeks die ik ooit gemaakt zal hebben. En als dat zo is, dan nog mag ik heel trots zijn, denk ik. En het heeft ook veel deuren geopend, merk ik. Mensen vrágen mij sindsdien om te schrijven. Dat is de grootste verandering geweest, dat ik niet meer in mijn vrije tijd schrijf, maar er effectief ook voor betaald word. En er kruipt veel tijd in. Komt zo’n film of reeks er, dan is dat een waanzinnig cadeau. Komt die er niet, dan is het maar zo. Ik word daar niet noodzakelijk ongelukkig van. Ik heb ook het geluk dat ik veel andere dingen kan doen.”

Mathias Sercu:

Zoals theater. Je stond ook mee aan de wieg van Het Eenzame Westen, dat nu toert met het fantastische ‘Zwins’.

“Ik stond ooit samen met Lien De Graeve op de set van De Rodenburgs, toen ik zei dat we eens iets in het West-Vlaams moesten doen. Het idee om een gezelschap op te richten kwam van Tom (Ternest, red.). Maar ik bevond me toen in een heel andere fase in mijn leven. Ik was net veel in vraag aan het stellen, ging weg bij theatergezelschap De Spelerij. Vastzitten aan een nieuw gezelschap zag ik niet zozeer zitten. Tom zal wel nog altijd naar mijn mening informeren en me vragen voor een volgend stuk. Maar ik wil maar één stuk per jaar meer spelen, omdat ik tijd wil maken voor dat schrijven. Ik heb bovendien al twee theaterprojecten op stapel staan. Met TG De Link doen we De Thuiskomst van Harold Pinter. Dat maak ik samen met Jef Hoogmartens, Debbie Crommelinck, Bram De Win en Bert Verbeke. Daarnaast ga ik ook een stuk doen met Elise Bundervoet. En ik heb ook een nieuw muzikaal project! Mathias Sercu en de Opportuniteiten heet het en in december spelen we een tweetal keer in Gent. Luc Coghe zit overigens in de organisatie van de zaal. Hij was de regisseur van Buiten De Zone.”

Speaking of which, heb je er al bij stilgestaan dat je volgend jaar 30 jaar bezig bent?

“Is dat zo?”

Ik zag zelfs dat je je debuut op tv maakte bij… ‘Postbus X’!

(giert het uit) “Oh man, ik speelde zó slecht! Was ik toen een regisseur geweest, dan had ik mezelf echt nooit meer gecast. Maar dat was wel fantastisch om te doen. Ik zat toen nog op de toneelschool. Ze zochten jonge acteurs voor Postbus X en ze vroegen of ik met de motor kon rijden. ‘Tuurlijk’, zei ik. Alleen had ik dat nog nooit gedaan. Dus oefende ik met een maat uit Ardooie die een brommer had. Welk jaar was dat, 1990? Ik ben afgestudeerd in juni 1992. In 1993 had ik mijn eerste filmrol in Ad Fundum en deed ik Buiten De Zone, dat in 1994 verscheen. Dat heeft, samen met Theater Antigone, veel in gang gezet.”

qsdf
qsdf

Ik denk dat je misschien wel nog het vaakst van ‘Buiten De Zone’ herkend wordt.

“Gisteren nog! Aan een tankstation. Echt, ik stop met de motor om te tanken, komt daar een bonk van een gast naar mij. Ik was wat geïntimideerd. “Tv, hé? Buiten De Zone, hé? Hoe is ‘t nog?” Geweldig! Toen mijn dochter 18 jaar was, zat ze bij de scouts. Op een gegeven moment kwam ze thuis van kamp en vroeg ze of we Buiten De Zone op dvd hadden. ‘Ik ga dat toch eens bekijken,’ zei ze, ‘want ik kan anders niet meepraten.”

Die reeks spreekt nog altijd tot de verbeelding.

“Ze heeft haast mythische proporties gekregen, wat wij zelf ook zo’n beetje hebben met Monty Pythons The Meaning of Life. De hoogtepunten zijn geweldig, maar als je de films terugziet… Met Buiten De Zone is dat ook zo. Veel sketches blijven overeind, maar de stukjes daartussenin…”

De reeks had over de hele lijn een cast die je vandaag nooit meer zou samen krijgen…

“Wie er allemaal de revue passeert… geweldig. Een piepjonge Wim Danckaert, Peter Van Asbroeck… Maar ook heel wat mensen die er vandaag niet meer zijn, zoals Rudi Van Vlaenderen, Dora van der Groen en Senne Rouffaer.”

Hoor je de rest van de cast nog?

“Elise is zowat de enige met wie ik nog regelmatig contact heb. Toevallig kreeg ik nog een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje van Danny (Timmermans, die Robin vertolkte, red.). Hij en zijn vrouw worden samen 100 jaar.”

Volgend jaar word je ook 50. Moeite mee?

“Ik verjaar pas in december, dus ik heb nog even te gaan. (lacht) Nee, ik heb er totaal geen moeite mee. Voor sommige beroepen is dat overigens een zegen. Voor mij is dat zo, en ook bijvoorbeeld voor iemand als mijn vrouw, die psychologe is. Ik heb nog nooit last gehad met ouder worden. Ik zou ook niet terug willen. Als puber hoopte ik ook al om zo snel mogelijk ouder te worden.”

qdsf
qdsf

Je midlifecrisis heb je al achter de rug?

“Wat is een midlifecrisis? Als je net in die fase van je leven een crisis krijgt of instort? Twee jaar geleden kwam het allemaal samen. Er bleek ook veel uitgesteld verdriet bij te zitten. De dood van mijn moeder had een zwaardere impact dan gedacht. (Ze stierf in een fietsongeluk in 2013, red.) Ik ben in die jaren daarna blijven doordoen. Je constateert dan dat heel dat werkveld verandert en evolueert. En je kijkt terug op de afgelopen 20, 25 jaar en vraagt je af wat je nog wil doen. Bovendien zit je in een fase waarin je kinderen groter worden. (denkt na) Het is heel logisch wat mij overkomen is. Wat ik ook geleerd heb, was om eraan toe te geven. Ik had al zo veel vrienden van mij zien crashen, dat ik er totaal niet heb tegen gevochten toen het mij overkwam.”

Was het iets dat sluimerde of overviel je het echt?

“Ik dacht altijd: dat is niets voor mij. Dat zit niet in mij. En in één keer: bam! Klets, gedaan. De aanleiding was de dood van een tante van mij. Het was de tante die het meest op mijn moeder leek. Ze woonde in Frankrijk en elk jaar ging ik één keer langs, waarbij ze toen telkens vertelde over vroeger. En plots was ze dood. Dat was de aanleiding, denk ik. Ik was Dinez in de sneeuw aan het spelen, een stuk dat geënt was op de situatie van mijn oudste broer (die kanker heeft in een terminaal stadium, red.). Ineens kwam het allemaal samen. Ik speelde het met Joris Hessels, Hannelore Bedert en Paula Bangels, allemaal mensen die ik graag zie. Ik had het zelf geschreven en ik moest mezelf naar het werk slépen. Dat spelen op zich ging, maar alles daarrond, echt álles, was mij te veel. Gelukkig had ik een entourage die zei: ‘Het is oké, crash maar.'”

Hoe uitte dat zich? Niet meer uit je bed komen?

“Ik zat eigenlijk gewoon thuis, in mijn peignoir met een koffie, constant te denken: waar is mijn vrouw? Als Ilse in de buurt was, dan was het oké. Ik durfde niet meer buiten te komen. Ik ben nochtans een sociale mens, zeg tegen iedereen goeiendag. Toen bleek dat ze zouden bellen van Studio Orka kreeg ik een paniekaanval, terwijl elke acteur daarvoor staat te springen.”

Mathias Sercu:

Ik denk dat velen zouden schrikken als ze zouden weten hoeveel er in jullie vak regelmatig bij de psycholoog zitten.

“Dat gemak heb ik wel, ik ben getrouwd met een psychologe. (lacht) Tot 2003 had ik het grote geluk dat ik vasthing aan het NTG. Ik speelde drie tot vier stukken per jaar, in een periode waar ik kleine kinderen had en ze naar de crèche of school kon brengen. Alles wat ik filmde, zoals Team Spirit, gebeurde tussen de voorstellingen in. En dat was telkens een cadeau. Sindsdien werk ik freelance en speelde ik in geen enkele voorstelling meer die gesubsidieerd was, met uitzondering van een periode van enkele maanden in Nederland. Al de rest had ik zelf uit de grond gestampt, zelf geschreven. En ineens was daar het gevoel: ‘Het is op. Ik ben uitverteld. Ik ga nooit meer iets te vertellen hebben. Waar moet ik het nog halen? Ik denk dat veel mensen in de kunstensector daarmee worstelen. Je moet alles altijd zelf genereren.”

Heeft het lang geduurd vooraleer je er weer bovenop was?

“Als ik het allemaal bekijk, toch een goed jaar. Ik heb echt goed voor mezelf gezorgd. Ik heb veel projecten afgezegd, deed enkel radiospotjes. De motor op richting Brussel of Antwerpen, uitwaaien, inspreken en terug. Ik was toen echt uitgeput. Je kon mij bijeenvegen. Ik was 25 jaar bezig als acteur, en het was de eerste keer in mijn leven dat ik oprecht dacht: ik ga een andere job doen. Maar wat? Geen idee.”

Dan is het goed om even het verstand op nul te zetten.

“Dat is het letterlijk: je móét naar nul. Zolang je niet op die nul geraakt, zit je in een heel ambetante fase. Ik vond acteren opeens een heel belachelijk beroep. Mijn broer Kobe werkt als verpleger op een palliatieve afdeling. Dát is een beroep. Doe het maar, hé, elke dag omgaan met mensen die aan het sterven zijn. Mijn zus? Werkt met demente bejaarden. Chapeau, godverdomme. Benjamin, Jozef. Lesgeven, jongeren iets bijleren. En dan ik: acteren? Dat geloof je toch zelf niet? Ik kon ook niet meer kijken naar fictie. Toen ben ik vooral beginnen te lezen – geschiedenisboeken – wat een openbaring was. En dat jaar ben ik er veel opuit getrokken, met Elvis, met de motor, met de dochter naar Londen, alleen naar de Pyreneeën, koffietjes drinken met mensen die ik graag zie, babbelen over het leven.”

Mathias Sercu:

Heb je de dood van je moeder intussen kunnen plaatsen?

“Dat is iets raars. ‘Iets plaatsen’. Je hebt gewoon verdriet. Waar moet je dat plaatsen? Je moet dat laten bestaan, denk ik. In diezelfde periode heb ik mijn schrijfkot in de tuin gezet. Dat is de max. Een plekje waar ik echt rustig kan zitten, even geen kloten doen, behalve zitten en nadenken.”

Ben je ondertussen veranderd?

“Ik ben met vier projecten bezig en ik ben ook zo iemand die dan nog een vijfde gaat uitvinden. Maar ik heb veel geleerd uit mijn crash, ja. Wat ik nog zou willen doen nu? Gewoon bezig blijven zoals ik bezig ben. Het is een leuke mix. Als je kan doen wat je graag doet, dan is dat al een groot cadeau in het leven. En dat je het beseft. Wat een luxe! Zie ons hier zitten. Niet aan een bureau of aan een band. Wat kan een mens nog meer verlangen?”

Precies. Schol!

Met dank aan belevingsboerderij en bloemenpluktuin Herenthoeve in Meulebeke. Info: www.herenthoeve.be.

Wie is Mathias Sercu?

Mathias Sercu werd geboren op 22 december 1970 en groeide op in Ardooie. Vandaag woont hij met zijn vrouw en twee kinderen in Gent.

Hij studeerde aan het conservatorium. Daarna deed hij televisie- en theaterwerk. Hij maakte onder meer deel uit van het theatergezelschap De Spelerij en stond mee aan de wieg van Het Eenzame Westen. Op tv was hij te zien in series als Buiten De Zone, Team Spirit, De Rodenburgs, Danni Lowinski, Spitsbroers en recent nog Eigen kweek en Campus 12. In 2014 verscheen de tv-reeks Marsman, die hij zelf had geschreven. Hij was ook te zien in films als Team Spirit, Zot van A., Le Ciel Flamand en Cargo.

Mathias is ook erg muzikaal aangelegd. In 2009 won hij de titel van Steracteur Sterartiest. Hij staat ook regelmatig op de planken met zijn broers en binnenkort ook met Mathias Sercu & de Opportuniteiten.