Ouders versus kinderen: 1-0

© Foto Kurt
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik weet niet of kindjes de dag van vandaag nog aan zoiets geks doen als ‘frisse buitenlucht’ maar toen ik klein was, durfden mijn ouders hun kroost tijdens de herfst al eens in de auto te duwen voor een boswandeling. Ongetwijfeld sprak de idylle van er op zondag met het hele gezin opuit te trekken hen ongelofelijk aan.

Echter, zoals wel vaker het geval is met idylles, houdt de werkelijkheid daar doorgaans weinig rekening mee. Daar waar mijn ouders hoopten romantisch hand in hand door dwarrelende blaadjes te struinen met de kindjes hobbelend voorop, dachten wij maar één ding: ‘Entertain us‘.

Wij waren niet écht dom, hooguit een tikje naïef

Dat hield in dat we met zijn drieën voortdurend tegen mijn vader aan stuiterden met vragen als: ‘Papa, wil je ons eens met drie tegelijk opheffen?‘ of ‘Papa, mogen we eens met drie tegelijk op je rug?‘ of anders: ‘Papa, wil je ons eens met drie tegelijk omhooggooien in de lucht, synchroon salto’s laten maken en vervolgens weer elegant opvangen?Dus zochten mijn ouders naar afleidingsmanoeuvres:Zie je die boom daar met die dikke stam? Loop eens om het snelst naar daar en dan terug.‘ Bleek die boom zo’n anderhalve kilometer verder te staan. Of: ‘Zoek eens vijftig verschillende kleuren blaadjes…. Elk.’

Maar nimmer waren ze zo sluw als toen ze een paar paddenstoelen gespot hadden. Wij waren niet écht dom, hooguit een tikje naïef. Dat verklaart waarom wij ons bij het ontdekken van de zwammen én de achteloze uitroep: ‘Oh maar dan kunnen de kabouters niet veraf zijn!‘ prompt op de grond stortten. Toen er na een volle minuut nog geen puntmutsen te bespeuren waren, keken we een beetje teleurgesteld op naar onze verwekkers waarop die zeiden: ‘Ja, kabouters komen niet zomaar uit hun huisjes, jullie zullen héél, héél stil moeten zijn en héél véél geduld moeten hebben. Dus wij gaan daar een beetje op het terras in de zon zitten en jullie blijven hier zoeken. Oké?‘. Waarop de snoodaards aan de zuip gingen en wij het komende uur doorbrachten op handen en knieën kruipend over een natte bosgrond, al fluisterend dat het nu ‘écht niet lang meer kon duren’.

Ouders versus kinderen: 1-0.