Kunst- en goochelwerk

Nicholas in actie. "Hij oogt altijd bijzonder kalm en zelfzeker. Zelf ben ik dat totaal niet." © Nicholas
Bert Vanden Berghe

In zijn boek laat goochelaar/illusionist Nicholas Arnst letterlijk en figuurlijk even in zijn kaarten kijken. Onze man, die onhandigheid als voornaamste kenmerk heeft, test enkele op het eerste gezicht simpele goocheltrucs en moet daarbij verrassend wat zwoegen. Het duurt dan ook niet lang vooraleer een kaartspel door de living vliegt…

Een mens schrikt nog maar van weinig in dit vak. Soms moeten we onverwachts iets uit onze hoed toveren of de lezers de illusie geven dat een bepaald stuk niet zoveel bloed, zweet en tranen gekost heeft. Maar écht goochelen, dat stond nog niet op mijn cv, nee. Straks misschien wel, want op een vergadering kwam een tijdje geleden de vraag of ik de tips en tricks van goochelaar/illusionist Nicholas zelf eens wilde uitproberen.

Mocht je het in Keulen horen donderen: Nicholas Arnst werd in Saoedi-Arabië geboren, maar groeide in Brugge op. Nadat hij drie jaar geleden eerder toevallig in Belgium’s Got Talent opdraafde, kreeg hij bij VTM een eigen programma in primetime aangeboden. Sindsdien is het heel snel gegaan: zijn programma bracht hem van Tomorrowland tot in Las Vegas, terwijl zijn theatertour heel Vlaanderen doorkruiste. Sinds kort heeft hij ook een boek Geheimen van een Goochelaar uit.

Maniakaal

Nicholas oogt op televisie bijzonder kalm en zelfzeker en dat is allesbehalve een act. Hij is een man die net als zijn goocheltrucs niet makkelijk te doorgronden is. Zo bescheiden en kalm, dat je er bijna ongemakkelijk van wordt. Ook achter de schermen is hij bijzonder gedreven, iemand die zich openlijk vraagt of perfectie wel genoeg is of überhaupt bestaat en op het randje van maniakaal werkt zelfs. Of het nu over origami aanleren gaat of koffie zetten… als Nicholas iets onder de knie wil krijgen, wil hij het tot in de laatste vezel kennen.

Kunst- en goochelwerk

Maniakaal is niet bepaald een eigenschap die we delen, perfecte structuren al evenmin. Wat we wel gemeen hebben, is chaos en onvoorspelbaarheid, dus ben ik vastbesloten om ten minste een vijftal trucs onder de knie te krijgen. Handig zijn, zo staat ergens halfweg zijn boek, is absoluut geen vereiste, oefening wel. Oef!

Bij de eerste kaarttruc die ik probeer, is al snel duidelijk dat dit andere koek is dan de dubbele bodem van mijn eerste goocheldoos als kind. Gelukkig beschrijft Nicholas de trucs wel op een haalbare manier en op momenten van twijfel is YouTube mijn beste vriend.

Oefening baart kunst

Een truc aanleren is vooral een kwestie van oefening, zo blijkt. Het uitvoeren is echter andere koek. Want van zodra iemand voor mijn neus komt te staan, raak ik het noorden kwijt. Dan is er geen ruimte meer om te dubbelchecken en wil ik de truc zo snel mogelijk achter de rug hebben. De desinteresse van mijn zoon spreekt boekdelen, de schaapachtige glimlach van mijn vrouw ook. Maar ik neem me voor dat alle begin moeilijk is. Al snel blijkt dat door de mand vallen mijn grootste schrik is. Maar niets is zeker als het over goochelen gaat, verzekert Nicholas. Ook bij hem kan er wel eens iets misgaan, het is een kwestie van daarmee omgaan. Meer nog, in zijn boek wijdt hij een heel hoofdstuk aan mislukken: hoe je soms een back-up kan inbouwen, maar ook hoe je soms languit op je bek zal gaan. Het is part of the job.

“Al snel blijkt dat door de mand vallen mijn grootste schrik is bij een goocheltruc”

Een munt door mijnhand duwen, dat lukt al aardig. En pijnloos, haha! Een glas water uit demouw toveren, gaat ook verrassend goed, maar als ik datzelfde glas met een andere truc wil laten verdwijnen, is het zweten geblazen. Zelfs de meest simpele kaarttruc draait regelmatig in de soep. Dan maar wat oefenen voor de spiegel om te zien of het er wat goed uitziet, al zorgt dat eerlijk gezegd voor extra stress. Het kaartspel vliegt meerdere keren door de living. Maar er blijft geen gekozen kaart aan het venster plakken, zoals ik grootmeesters in televisieprogramma’s zie doen. Niet te moeilijk maken, moet ik mezelf weer de hele tijd inprenten. Zelfs de meest simpele truc kan mensen verbazen.

Showelement

Vreemd genoeg ben ik lang niet zelfzeker genoeg om de truc te ‘verpakken’. Ik laat de abracadabra en brede gebaren wijselijk achterwege als familieleden kijken alsof ik zot ben geworden. Diezelfde vreemde blik word ik ook gewaar bij de bakker als ik weer eens een briefje van tien euro met een scheur geef. Voortaan oefen ik wat op papier. De truc om een stukje af te scheuren en het er daarna weer aan toveren is overigens zo simpel dat ik moeilijk kan geloven dat mensen erin trappen, maar perceptie blijkt alles.

Een truc aanleren is vooral een kwestie van oefenen, diezelfde truc uitvoeren voor een publiek is echter heel andere koek, ontdekte onze journalist.
Een truc aanleren is vooral een kwestie van oefenen, diezelfde truc uitvoeren voor een publiek is echter heel andere koek, ontdekte onze journalist.

De gouden tip, waar ik trouwens het meeste moeite mee heb, is niét in de ogen van de gast te kijken voor een cruciaal moment. Als je de persoon tegenover je in de ogen kijkt en je kijkt daarna richting je volgende handeling, dan volgen ze je blik en kijken ze mee, terwijl het natuurlijk de bedoeling is dat ze afgeleid zijn. Dat betekent ook dat je haast blindelings de truc moet kunnen uitvoeren om zo je gast te verrassen. Omdat mijn vrouw zo stilaan elke truc kent, besluit ik off book te gaan en op YouTube nog een extra truc te leren – een basiskaarttruc welteverstaan. Als die meteen lukt, win ik wat zelfvertrouwen, maar nog niet genoeg om op wildvreemden af te stappen. De vraag is of het ook zo ver zal komen, want ik heb na een paar weken toch stilaan door dat het vooral veel talent, en geen dagen of weken maar jaren oefenen vergt. Al steek ik dat spel kaarten nog niet te ver weg. Wie weet komt het nog van pas voor een weddenschap op café of om een zatte nonkel aan de feestdis wat geld af te troggelen

Nicholas Arnst, Geheimen van een Goochelaar, Uitgeverij Horizon, 160 pagina’s.

Kunst- en goochelwerk