Nee, om het typische Italiaanse ‘dolce vita’-gevoel te ervaren, hoef je niet noodzakelijk een retourtje Piemonte of Turijn te boeken. Zoiets kan tegenwoordig ook al aan onze eigen achterdeur. Westtoer en Vintage Tours 500 stippelden enkele tochten uit met zo’n kleurrijk Italiaans oldtimertje uit 1957. Wij probeerden de kastelenroute uit.
Een mooie zondagmiddag, aan Oud Sint-Jan in Brugge. Op de vroegere hospitaalsite wacht organisator Patrick Vanhove ons op met vier vintage Fiats. De vier designklassiekers hebben zowaar allemaal een naam gekregen: Ella, Valentina, Terra en Luna. Patrick wijst ons een molto pittoresco exemplaar van 1,4 m hoog en 480kg zwaar aan. Onze Valentina staat voor avontuur, flair en passie en voorwaar, het is liefde op het eerste gezicht.
Voor we aan het echte werk beginnen, neemt Patrick ons mee naar brasserie Sint-Janshoeve, waar hij de landkaart op tafel legt. We gaan immers een gps-loos avontuur tegemoet. Terwijl onze reisleider een route door de Brugse kasteelbossen uitstippelt, serveren Aimé en Nathalie warme soep en een knapperig slaatje. We sluiten de maaltijd af met een opsomming van de stops: de stedelijke groendomeinen Beisbroek, Tudor, Tillegembos, Klokhof Loppem, Magdalenagoed, de bossen van Loppem en de abdij Zevenkerken.
“Het Grote Geluk zit hem in kleine Italiaanse dingen”
Japanse fotoalbums
Wanneer we buitenkomen, staan onze vijfhonderdjes als trouwe soldaten te wachten op hun nostalgische chauffeurs. De twee nietige portiertjes dateren duidelijk uit een tijd dat de mensen nog 20cm kleiner waren. Ik controleer de luchtgekoelde motor achterin en het canvasdakje dat moeiteloos opengeklapt kan worden. Kwaliteitscontrole heet dat… Vijf minuten later brullen onze naaidoosjes om ter hardst om aandacht. Toeristen en locals wuiven enthousiast als we Brugge uit rijden. We staan vanaf morgen gegarandeerd in honderden Japanse fotoalbums vereeuwigd.
In een gezapig drafje gaat het richting Sint-Michiels. Aan kasteel Tudor gaan de remmen dicht. Het kasteel werd in 1904 gebouwd, met een formele siertuin, die in de jaren 80 heraangelegd werd in Tudorstijl. De rust en het groen zijn bepaald indrukwekkend te noemen. Tijd om opnieuw onze Italiaanse bolletjes op te zoeken voor halte twee: het beschermde monument Het Klokhof in Zedelgem.
Tussendoor genieten we van het voorjaarslandschap van het Brugse Ommeland. Het uitzicht wisselt voortdurend, alsof we door de viewmaster uit onze kinderjaren naar een rondje landschappen kijken. Langs een bos bereiken we de goed bewaarde 19de-eeuwse hoeve Het Klokhof, mét klokje op de nok van het dak. Anno 2017 wordt de hoeve door de familie Schoonjans-Goethals gebruikt als exclusieve feest- en evenementenlocatie. De zon staat intussen op haar hoogste punt en dus worden de picknickmand en het rood-wit geruite tafelkleed uit de koffer gehaald. Dit lijkt wel een Italiaans feest.
Het Grote Geluk
Wat later vervolgen we ons traject naar de Sint-Andriesabdij Zevenkerken. Met als slogan ‘ora et labora’ (bid en werk, red.) proberen ruim twintig monniken er volgens de regel van Benedictus te leven. De abdij omvat een vierkant van vier kloostergangen rond een binnentuin. Aan de noordkant, naar het oosten gericht, bevindt zich de kerk, aan de oostkant de kapittelzaal, aan de westkant de refter en aan de zuidkant de schitterende bibliotheek. De cellen van de monniken staan loodrecht op de kloostergangen. De statigheid van de vertrekken dwingt ons tot nederigheid.
Patrick haalt ons bruusk uit onze devote overpeinzingen, want we moeten de slotrit richting Zonnekemeers aanvatten. We mijden de drukke verkeersaders en sjokken over kromme boerenweggetjes het bucolische landschap door. Wanneer ik een halfuur later mijn autosleuteltje aflever, weet ik het zeker: het Grote Geluk zit hem echt in kleine (Italiaanse) dingen…
Uitgetest
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier