Isabelle Matthijs maakt duurzame kleding, woont in haar droomboerderijtje en is helemaal thuis in de hardcorescene. Bij haar is ‘what you see’ dus niet helemaal hetzelfde als ‘what you get’. Er is verrassend veel méér dan je ziet.
“Ik wilde altijd al een kunstopleiding volgen, maar thuis zagen ze me liever een diploma halen dat meer zicht op werk bood. Zo liep het ook, en ik kon bijna meteen nadat ik mijn diploma cultureel-sociaal werk haalde aan de slag bij het OCMW van Gent. Maar ik had het gevoel dat ik iets miste, en schreef me datzelfde jaar al in voor een cursus naaien. Eerder toevallig omdat ik al wat had leren naaien van mijn moeder en grootmoeder. Dat beviel me zo, dat ik er ook patroontekenen aan toevoegde, en een module materiaalkeuze, moulage, floriste… Het kon niet op, ik volgde drie avonden les per week. Ik voelde duidelijk dat mijn hart in deze sector lag, eerder dan in maatschappelijk werk.”
“Ik verloor mijn moeder toen ik 24 was. Dat heeft een grote impact gehad op hoe ik in het leven sta. Ze was een heel lieve, warme vrouw die altijd klaarstond voor anderen, en net daardoor zichzelf soms vergat. Na haar dood maakte ik de balans op voor mezelf: ik wist intussen dat ik niks liever wilde dan kledij maken en besloot ervoor te gaan. Het heeft nog een hele tijd geduurd voor ik volledig zelfstandig durfde te beginnen, maar dat had ook te maken met mijn zin voor perfectionisme. Ik wilde dat alles helemaal goed zat vooraleer ik de stap zette.”
“Tijdloze, duurzame kleding maken, is mijn antwoord op de wegwerpmaatschappij waarin we leven. Ik hou zelf best van mode en volg ook trends. Maar dat kan heel goed samengaan. Wat ik maak, noem ik originele vertalingen van klassieke basisstukken. Het verschil zit hem in een bijzondere kleur of materiaalkeuze en in details die zo’n stuk een twist geven. Maar het blijft kledij die je jaren kan dragen en kan blijven combineren. Ik noem mezelf trouwens liever kleermaakster dan ontwerpster. Ik ga samen aan tafel zitten met degene die een kledingstuk wil, en maak schetsen op basis van ons gesprek. Zo komen we tot een ontwerp waar we beiden achter kunnen staan.”
“Als tiener maakte ik in Tielt, op de speelplaats van het atheneum, kennis met de hardcorescene. Zowel de muziek als de visie – geen sigaretten, drugs of alcohol, vegetarisch leven… – die in elk geval onze generatie toen aanhing, spraken me enorm aan. Ik leerde er ook mijn man kennen. En we maken nog altijd deel uit van die community. We gaan intussen al twintig jaar naar Ieperfest! (lacht) Hans is overigens de zanger van de Kortrijkse band Whatever It Takes. Mijn muzieksmaak is intussen ruimer geworden, ik luister ook wel al naar Trixie Whitley, Heather Nova… Maar ik blijf bovenal fan van het steviger genre. Vandaar de naam van mijn ateliertje ook, Trashic.”
“Al van jongs af aan koester ik een foto van een boerderijtje met een tuin ervoor: daar wilde ik later ook wonen. Een zoekertje in de krant bracht me tien jaar geleden naar Sint-Denijs-Westrem en het huisje waar we nu wonen: dit was mijn droom! We hebben ons wel wat verkeken op de renovatie ervan, ook al omdat we veel werken zelf uitvoerden. Maar intussen is het ergste leed geleden. We wonen in een prachtig stukje groen, vlak bij Gent: het beste van twee werelden voor mij.”
Mijn Leven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier