Lize Feryn over werk, haar relatie, relativeren en taboes: “Ik ben ver van perfect”

“Als bekend gezicht moet je het goeie voorbeeld geven, en dat zorgt wel eens voor stress.”© Dirk Alexander
“Als bekend gezicht moet je het goeie voorbeeld geven, en dat zorgt wel eens voor stress.”© Dirk Alexander
Nancy Boerjan

Voorbije week geraakte bekend dat Lize Feryn een van de vrouwen is die Bart De Pauw beschuldigen van grensoverschrijdend gedrag. Een gegeven dat nog niet bekend was toen ze met ons blad sprak, maar waarover ze ook niet wenst uit te weiden. Lize is in de eerste plaats actrice en entertainer. Dat weten haar neefjes en nichtjes voor wie ze ongegeneerd een hilarische kikker neerzet – check Instagram – maar ook de televisiemakers die haar de voorbije maanden boekten voor hun panels en jury’s, van De Slimste Mens tot The Masked Singer . Ze is mooi en grappig, maar volgens zichzelf “vooral heel gewoon”.

Te gast bij Wim Helsen in het VRT-avondprogramma Winteruur vertelde een ontwapenende Lize Feryn hoe ze haar twee poezen Ronneke en Nelleke toespreekt alsof het haar kinderen zijn. Daar is niets van gelogen, stel ik vast in het knusse appartement waar ze samen met vriend en sportjournalist Aster Nzeyimana woont. Ronneke wordt na een kleine misstap – mijn poging om hem over zijn kopje te aaien wordt onthaald op klauwende nagels – zelfs even streng toegesproken en op de gang gezet, maar na wat Lize uiteindelijk toch interpreteert als welgemeende excuses liefdevol weer naar binnen gehaald.

Net als zo velen heeft Lize in 2020 de binnenkant van haar woning meer dan gewoonlijk gezien. “Vooral de eerste maanden zijn Aster en ik thuisgebleven, maar in mei kwam dan toch weer het ene na het andere project van de grond en sindsdien zijn we opnieuw constant aan de slag. Daar kunnen we alleen maar dankbaar om zijn. Ik ben nochtans best huiselijk, ik geniet intens van de momenten waarop ik hier gewoon niets hoef te doen, een boek kan lezen of zo. Of van de kleine projectjes die Aster en ik het voorbije jaar aanpakten, zoals de aanleg van ons miniterrasje op het dak. Daar hebben we voorbije zomer echt veel van genoten.”

Klinkt inderdaad erg huiselijk voor een duo datbekendstaat als fervente en graag geziene fuifnummers.

“Dat is waar, we gaan heel graag uit. Ik denk niet dat we in 2019 een festival níét meegemaakt hebben. Nachtbrakers? Dat gebeurt ook wel, maar het is niet zo dat je ons elk weekend in een discotheek vindt. En het voorbije jaar dus al helemaal niet. Maar we houden allebei van sociaal contact, en ontmoeten ook veel mensen tijdens onze jobs. Op elke set krijg ik wel nieuwe vrienden terwijl ik vriendschapsbanden van vroeger ook graag onderhoud. Zo gebeurt het dat je altijd wel onderweg bent naar een feestje.”

 © Dirk Alexander
© Dirk Alexander

“We zijn er gewoon graag bij, ja. En hopen dat die drang ooit verdwijnt zodat we aan kinderen kunnen beginnen. Want die staan wél op de planning. Maar voorlopig roept het idee aan kinderen bij ons allebei meteen de vraag op of we wel genoeg opvang zullen vinden. Volgens mij zijn we er dus nog niet helemaal klaar voor.” (lacht)

Hoe hebben Aster en jij elkaar ontmoet? Feestje?

“In maart zal het drie jaar geleden zijn dat we elkaar voor het eerst zagen, op een feestje van gemeenschappelijke vrienden. Maar meer dan een blik wisselen is er toen niet gebeurd. Nadien zijn we elkaar very 2018 berichtjes beginnen te sturen via Instagram en dat mondde uit in een afspraakje in het Antwerpse café Entrepot du Congo waar we elkaar die avond ons hele leven hebben verteld. Nog een paar dagen later noemden we onszelf officieel een koppel.”

Wat spreekt je zo aan in Aster? Jullie deelname aan ‘Code Coppens’ laat vermoeden dat dat níét zijn onverschrokkenheid is.

“Neen! (lacht) We staan precies op dezelfde manier in het leven en delen hetzelfde gevoel voor humor. Mijn zussen verwonderen er zich nog elke keer over hoe goed Aster en ik op elkaar lijken. Ik vind hem natuurlijk ook aantrekkelijk, dat vond ik al toen ik hem alleen nog maar kende als televisiepresentator. Maar daar komt bij dat hij een zelfzekerheid over zich heeft, waar ik erg naar opkijk.”

“Geen verwaandheid. Wel een soort vrolijk zelfvertrouwen waarmee hij mij op mijn mindere momenten – ik kan me soms verliezen in gepieker over futiliteiten – tot rust brengt. Als hij zegt dat ik de problemen in mijn hoofd groter maak dan ze in werkelijkheid zijn, dan geloof ik dat en kan ik ze loslaten.”

 © Dirk Alexander
© Dirk Alexander

Behalve actrice ben je ook al jarenlang een veel gevraagd model. Wat brengt 2021 jou op dat vlak?

“Er zullen vast wel opdrachten opduiken, maar het is niet zo dat ik er zelf intensief naar zoek. Als ik dat echt zou willen dan kon ik een paar maanden in pakweg Milaan gaan wonen en daar aan zoveel mogelijk castings deelnemen in de hoop dat dat opdrachten oplevert. Maar ik heb het er niet meer voor over sinds ik samen ben met Aster.”

Je zet duidelijk in op acteren. Wat ligt daar op jou te wachten volgend jaar?

“Eind deze maand start de tweede reeks van Beau Séjour waarin ik een rol speel. En ook in De Stamhouder , een Nederlandse fictieserie die zich afspeelt tijdens de jaren 1920 tot 1980, kreeg ik een mooie rol. Er volgen hiervoor normaal nog opnames in Polen dit jaar. Naar dat resultaat kijk ik ook erg uit, al zal de reeks allicht pas na 2021 te zien zijn. En dan zijn er nog wat sketches waar ik in meespeel.”

Als bekend gezicht moet je het goeie voorbeeld geven, en dat zorgt wel eens voor stress

Verkies je serieuze fictie of entertainment?

“Die keuze is moeilijk en wil ik ook liefst niet maken. Als actrice zoek ik naar een evenwicht tussen aanbiedingen krijgen, er zelf naar op zoek gaan, proberen mijn eigen richting te sturen maar tegelijk ook niet zomaar alles aan te nemen om niet in een bepaalde richting geduwd te worden… Maar ik vind het ook gewoon plezant om het allebei te doen: serieuze rollen én onnozele. Een kostuumreeks als De Stamhouder vind ik heerlijk alleen al om de kleren waarin ik er mag floreren, om te mogen betrokken zijn bij zo’n prestigieuze productie ook. Dat is toch fantastisch. Ik kan daar zo dankbaar om zijn. Maar ik amuseer me net zo goed te pletter in een komisch rolletje.”

Je was al naast Adrien Brody te zien in de Amerikaanse productie ‘The Emperor’, maar hoe kwam een Egyptische regisseur bij jou terecht voor de nog hangende film ‘Jesus and the Others’?

“Goh ja, de stemcoach die me begeleidde voor The Emperor had me bij hem aanbevolen. Maar corona heeft daar stokken in de wielen gestoken, vrees ik.”

Je volgde al vroeg dictie, acteerde in je jeugd bij het Harelbeekse amateurgezelschap Arte Del Sueno en volgde acteeropleidingen. Acteren was geen optie maar hét doel?

“Ik had als kind nochtans erg last van faalangst. Ik deed niets liever dan repeteren, maar van de voorstelling zelf lag ik nachtenlang wakker. Toen mijn eerste serieuze musical met het amateurgezelschap toch goed verliep, wist ik het zeker: ik zou acteren! Ik durfde het wél! En het gaf me het allerbeste gevoel ooit.”

Bevalt het om intussen een bekende Vlaming te zijn geworden?

“Er zitten meer voordelen dan nadelen aan, daar wil ik niet flauw over doen. Het zorgt er wel voor dat ik of wij, want voor Aster gaat hetzelfde op minder marge hebben om fouten te maken. Stel dat ik een verkeersboete kreeg, dan voelen velen zich geroepen om dat luid aan te klagen. We moeten dus het goeie voorbeeld geven, en dat ervaar ik wel als een vorm van stress. Maar dan een kleine vorm, ik neem het erbij.” (lacht)

Na je rol in de tv-serie ‘In Vlaamse Velden’ bracht je ‘Dagboek van Marie’ uit, een boek gebaseerd op die rol. Nog schrijversambities?

“Dat wil ik ooit wel nog doen: een eigen roman schrijven. Maar dan wil ik kunnen vertrekken vanuit een sterk idee en dat is er nog niet. Ik ga niet zo gauw naar de muur zitten staren tot zich een idee aandient.”

 © Dirk Alexander
© Dirk Alexander

Samen met Flo Windey in de sm-wereld duiken voor een ‘Club Flo’-reportage zoals je onlangs deed: ongemakkelijk? Of zie je jezelf wel vaker de reportagetoer opgaan?

“Human interest interesseert me zeker, ik zeg dus niet neen. En ongemakkelijk voel ik me zelden. Ik ben best open-minded, denk ik.”

Ook in de jongerenserie ‘Brak’ op VTM GO geef je geen blijk van overdreven schuchterheid. Taboes zijn niet aan jou besteed?

“Taboes vind ik onnozel. Je moet over alles kunnen en durven te praten. Problemen los je maar op door ze bespreekbaar te maken. Ik ben er soms oprecht verwonderd over dat er nog taboes bestaan. We zijn toch allemaal mensen? Waarom zou iemand zich schamen over hoe hij of zij is? Of waarom zou ik niet mogen vertellen dat ik striemen op mijn gat heb? Als ik ervoor uitkom dat mijn haar minder vol is dan vroeger en ik dat laat behandelen, dan noemen mensen dat moedig . Ik vind dat gewoon normaal. En ik ondervind dat anderen me er net meer om appreciëren. Ik ben een mens als een ander, verre van perfect. Wat nu ook weer niet betekent dat ik mijn best ga doen om er zo slecht mogelijk uit te zien.”

Voel jij je uitgesproken vrouwelijk?

“Ik voel me een vrouw, ja, maar daar sta ik eigenlijk nooit bij stil. Ik trek kleren of juwelen aan omdat ik ze mooi vind, niet omdat ze me vrouwelijker zouden maken.”

Ik speel ze allebei graag: serieuze én onnozele rollen

Toon je ook graag je ernstige kant aan het publiek?

“Daar heb ik geen moeite mee. Maar ik wil de emoties ook niet uitmelken. Ik probeer altijd positief te blijven, zoals ik leerde van mijn mama die vijf jaar geleden overleed. Haar ziekte en dood hebben me doen inzien dat we niet ongenaakbaar zijn. Je moeder vroeg verliezen was tot dan iets wat anderen kon overkomen, plots overkwam het míj. Het heeft me wel sneller volwassen gemaakt, denk ik. We hebben de kans gekregen om elkaar nog veel te vertellen, gesprekken die we anders nooit hadden gevoerd. Ze heeft mijn zussen en mij veel geleerd: om dankbaar te zijn, te relativeren zonder kapot te relativeren. Het verdriet dat ik had omdat het uitraaktemet een vriendje durfde ik haar eerst niet te tonen tot ze me duidelijk maakte dat ik dat verdriet mócht voelen, ook al was zij ziek. Of ik beloofde haar dat ik later gelukkig zou worden, omdat ik dacht dat ze dat wilde horen. ‘ Lizeke , je moet daar ook niet té hard je best voor doen’ , zei ze daarop. Want ze wist dat ik een streber was. Als kind moest ze me ook al zeggen dat het niet erg was als ik eens wat minder goeie punten had. Maar gelukkig gaat het ‘loslaten’ me alsmaar beter af.”