Het geheim van de experten
Het geheim van goede interieurexperten? Dat ze erin slagen om van een huis een thuis te maken. Een plek waar je je thuis voelt. En daar spelen niet alleen de kleur van de verf en de vorm van de stoelen een rol in, maar ook en vooral de accessoires. Interieurarchitecten Hendrik Billiau en Charlotte Van Bruwaene vertellen over die voorwerpen die hun hart en interieur veroverd hebben.
Zelfstandig interieurarchitecte Charlotte Van Bruwaene (37) uit Tielt kiest steevast voor een sobere aanpak in haar werk. In haar eigen interieur kreeg een Zuid-Afrikaans beeldje een speciale plek.
Charlotte Van Bruwaene werkt al zes jaar als zelfstandig interieurarchitecte. Daarbij ontwerpt ze voornamelijk moderne en landelijke interieurs voor particulieren, zowel nieuwbouw als renovatie. Ze doet ook aan vastgoedstyling, waarbij ze interieurs verkoopklaar maakt. Daarnaast ontwerpt ze ook voor bedrijven. “Vroeger werkte ik voor een firma, waarbij ik geen contact of interactie had met de klanten en ook de afwerking niet mee kon opvolgen. Op een gegeven moment trok ik er de stekker uit, want ik ben eigenlijk iemand die niet kan stilzitten. Nu ja, een wervelwind eigenlijk.(lacht) Omdat ik in Zuid-Afrika wat vrienden had en het eigenlijk altijd wel een soort droom was, besloot ik om een half jaar naar ginder te trekken.”
“Als ik naar het beeldje kijk, besef ik altijd weer hoe goed we het hier eigenlijk hebben”
“De eerste maanden werkte ik voornamelijk in een restaurant en daarna trok ik rond door dat prachtige land. Eigenlijk was ik een slechte reiziger, want ik bleef overal graag plakken. Ik had in die hele periode misschien wel twee keer zoveel kunnen zien, maar als ik ergens op een mooie plek kwam of bij warme mensen was… Tja. Op een gegeven moment kwamen mijn zus, schoonzus en nicht op bezoek. Ik had een hele trip uitgestippeld en het was toen ergens langs de weg dat ik dit beeldje vond. Eigenlijk is dat beeld een dankbare herinnering aan hoe goed we het hier hebben en hoe ze ginder met zo weinig zo gelukkig zijn. Als ik een slechte dag heb, bekijk ik het beeldje eens en maak ik me weer de bedenking dat we hier verwend zijn.”
“Reizen zit er tegenwoordig niet zo veel meer in met een man die ook zelfstandig is en met drie kinderen, maar ik raak wel enorm geïnspireerd door landen als Zuid-Afrika of mijn favoriete stad Marrakesh. Het gebruik van pure, ruwe materialen en naturelle kleuren is een heuse inspiratiebron en iets dat ik ook laat terugkomen in mijn werk. Het straalt een warmte uit die je zowel in een landelijk als modern interieur kan integreren. Momenteel zijn we onze eigen hoeve aan het renoveren met een plek om klanten te ontvangen en hun plannen te bespreken. Daarnaast creëren we ook een ruimte waar we allerlei accessoires voor de woning willen aanbieden, want die maken een ruimte eigenlijk helemaal af en zorgen voor dat echte thuisgevoel. En nee, dat hoeft heus geen Zuid-Afrikaans beeldje te zijn.” (lacht)
Interieurarchitect Hendrik Billiau (66) uit Ieper zit al meer dan 40 jaar in het vak en is verzot op unieke designstukken, gaande van stoelen tot een kapstok, die hij niet noodzakelijk gebruikt in zijn eigen interieur.
Al sinds 1976 combineert Hendrik Billiau zijn activiteiten als interieurarchitect met een zaak in het hart van Ieper. Hij heeft thuis enkele designstukken waar hij persoonlijk veel belang aan hecht. “Eén stuk eruit pikken is moeilijk. Zo ben ik verknocht aan het schilderij van de lokale kunstenaar Godfried Vervisch. Ook aan de stoelen van Toni Cordero hecht ik veel waarde. Deze Italiaanse designer ontwierp heel wat lichtarmaturen voor het merk Artemide die op vandaag nog altijd zeer begeerd zijn. De stoelen uit 1991 – die hij maakte voor het merk Acerbis – zijn enigszins wat excentriek, maar passen met het rode velours en blinkende aluminium zo in het interieur van Cruella De Vil (het personage uit de Disney-prent ‘101 Dalmatiërs’, red.).Ik kon de stoelen op de kop tikken in de Italiaanse fabriek, waar ze op zolder stonden. In mijn camionette heb ik ze mee naar huis genomen. Op vandaag zijn het heuse collector’s items. Ze worden niet gebruikt, nee. Het is te jammer om erop te gaan zitten. Ik heb ook een elpeecollectie uit de jaren zestig die ik het liefst onaangeroerd laat. Mijn nazaten kunnen in elk geval niet wachten tot ik de stoelen aan hen doorgeef, maar ik hou ze voorlopig mooi bij.”
“De stoelen zijn te waardevol om op te gaan zitten. De kapstok gebruik ik dan weer wel”
“Een ander pronkstuk is ongetwijfeld een kapstok van Xavier Lust, een Franstalige Bruggeling en gerenommeerde designer, die een internationaal klantenbestand heeft. Zijn bekendste werken maakte hij voor het bedrijf MDF Italia. De kapstok was een soort spielerei voor hem. Er zijn er maar een heel beperkt aantal van gemaakt, simpelweg omdat de kostprijs te hoog was. Het ontwerp – en ook de naam – is gebaseerd op de baobab, een boom die enkel voorkomt in Madagascar. Die gebruik ik wel. Hij kreeg een prominente plaats in de ontvangstruimte van onze vakantiewoning die we verhuren. Als we gasten over de vloer krijgen, beginnen ze haast altijd over de kapstok in kwestie. Mijn zoon heeft connecties met het bedrijf en door hem kon ik één exemplaar op de kop tikken.”
“Al die zaken zijn nu meer geld waard dan toen ik ze aankocht, maar eigenlijk doet het financiële aspect er niet toe. Het gaat over unieke voorwerpen die niemand anders heeft. Die gedachte geef ik ook vaak mee aan mijn klanten, dat een dergelijke belegging een meerwaarde is en je interieur naar een hoger niveau kan tillen. Zulke zaken zijn ook een inspiratiebron voor mijn werk, al besef ik dat niet iedereen zoiets nastreeft. En dat hoeft ook niet.”
Wonen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier