Het andere kantje

© Getty
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik veronderstel dat jij, net zoals ik, aan het einde van onze tweede week isolement de berichtgeving over Covid-19 wat beu bent. Ik had het dan ook graag met jou over iets anders gehad maar helaas is er weinig anders om over te spreken. Wat we wel kunnen doen – en daar ben ik heel erg goed in is de zaken van de positieve kant bekijken *algemeen buldergelach van mijn familie*.

Ik schrijf deze column altijd een dikke week op voorhand en ik weet niet hoe ik eraan toe zal zijn wanneer je dit leest maar voorlopig moet ik zeggen dat het wat mij betreft allemaal wel meevalt. En dat had ik niet verwacht. Normaal gesproken is mijn sociaal leven aan de drukke kant. Ik ga graag op café, hou van dansen en vind niks leuker dan vriendinnen uitnodigen voor champagne-avondjes. Dat alles valt nu natuurlijk weg en ik moet de tijd na mijn werk iets anders opvullen dan ik normaal zou doen. Daar waar ik pre-Covid gestaag maar dapper werkte aan de teloorgang van mijn lichaam (veel uitgaan, weinig slapen, drinken en roken) ben ik onderhand de mascotte aan het worden voor De Bond Van Gezond en Bewust Leven. Ik heb al zes dagen niet meer gerookt, drink ‘s avonds kruidenthee in plaats van wijn, ga drie keer per week lopen, slaap gemiddeld negen uur per nacht en ik sla geen enkele maaltijd over.

Ik ben een boomknuffelende hippie geworden

Het gekste van al? Ik geniet er nog van ook. Ik verkeer in een soort van zen-staat (ik gebruik ook woorden als ‘zen’) en ben van plan om het nog gekker te maken door bijvoorbeeld weer yoga te gaan doen of sapjes te drinken ‘s morgens. Daarenboven merk ik dat ik al eens een boek lees ‘s avonds in plaats van doelloos te zappen. Ik kies er de goeie films uit op Prime, want ik heb geen behoefte meer aan hersenloos gezeik omdat mijn hoofd te vol zit. Ik ga wandelen. Niet omdat ik op weg ben naar een café maar gewoon, zomaar, wandelen. En dan word ik blij als ik de lente in de lucht ruik of de bloesems aan de bomen zie. Ik moet lachen als ik lees dat er op de kanalen in Venetië weer zwanen zwemmen. En gisteren was er het ‘balkon-applaus’ voor de zorgverleners. Vermoedelijk ligt het aan het feit dat ik aan het afkicken ben van van alles maar ik kreeg zowaar tranen in mijn ogen. En ik stond als een halve debiel mee te klappen in mijn keuken voor mijn zus, Liselotte, (held!) en alle andere mensen in de zorgsector die zo hard moeten werken.

Ik ben met andere woorden een emotionele, boomknuffelende hippie geworden. En het is interessant om te zien dat die kant ook in mij zit. Maar veel langer moet dat nu wel niet duren. Dus laat ons nog even een effort doen om dat virus onder controle te krijgen en dan kunnen we weer allemaal fijn verder met onze normale, destructieve, gang van zaken.