Het liefste brengt Fanny Leenknecht mensen samen. Dat doet ze als barista in haar eigen koffiebar. Ze droomt van een groene oase in de stad voor haar kinderen en voor de gemeenschap. Fanny zet de dingen in beweging. “Bij mij moet het vooruitgaan.”
“Wat werken met koffie zo leuk maakt, is dat het nooit hetzelfde is. Een nieuwe oogst zorgt telkens voor andere smaken, elke dag moet je de parameters opnieuw instellen. Mensen zijn blij wanneer ze naar de koffiebar komen. Ze zoeken even de rust op of willen net onder de mensen zijn. Ik leerde de stiel van barista in Antwerpen. Nu zou ik er niet meer kunnen wonen, toch kom ik er nog heel graag. Ik doe inspiratie op in andere koffiebars of ik check nieuwe winkels. Er is nu bijvoorbeeld een pop-upbar in een bos en bij PAKT, een creatieve site in de stad, zijn ze bezig met stadslandbouw. Dat boeit me heel erg. Ik ga dus op zoek naar dingen waaruit ik kan leren.”
“Ik hou van planten en groen, zowel thuis als in de koffiebar, maar ook op straat. Mijn buurvrouw en ik willen onze buurt Overleie graag helemaal overkappen met groen. Dat de mensen die voorbijkomen het gevoel krijgen van ‘Wat is me dat hier?’. We hebben ons daarom geëngageerd voor Klimaatstad en een dossier ingediend. Ik zit ook in allerlei vzw’s in de buurt. We doen dat voor onze kinderen. Ook al hebben we het druk en zijn we de eersten om te klagen en te zagen dat er niets gebeurt, als wij de kans níét grijpen, zal er niets veranderen. Hier wonen veel jonge mensen, het is dus voor de komende twintig jaar dat we dit doen. We willen de pijnpunten aanpakken en het gezellig maken.”
“Soms wil ik in de politiek gaan. Maar ik vrees dat ik gefrustreerd zou zijn omdat er niets verandert. Toch denk ik dat ik aanvullend zou kunnen zijn. Politici zitten soms vast in een structuur waardoor wel eens een frisse wind mag waaien. Van politieke kleuren wil ik af. Ik wil stemmen voor iemands visie. Ik ga naar stadsdebatten en sta achter de plannen rond welzijn, gezondheid en armoede. Echt politiek werk zou me waarschijnlijk iets te traag zijn, maar we zullen als buurtgemeenschap in de toekomst wel iets betekend hebben.”
“Ik zou graag kunnen niksen. Ooit moest ik eens zes maanden rusten, maar ook toen nam ik alle kinderen uit de kleuterklas van mijn dochter mee naar huis om pannenkoeken voor hen te bakken of we gingen naar de speeltuin. Lezen of voor mezelf koken of gaan winkelen, doe ik niet. Ik ben het liefste bezig met veel mensen. Alles wat ik doe, is op de gemeenschap gericht. Ik heb in Berchem gewoond, in een straat waar niemand elkaar kende. Ik heb toen een bankje voor de deur gezet en zo zijn we met elkaar beginnen te praten. Die mensen zie ik nog wanneer ik in Antwerpen kom.”
“Het gelukkigste ben ik tijdens het weekend aan de ontbijttafel. Dan rijd ik speciaal om de beste koffiekoeken en heb ik mijn kinderen gezellig bij me. Ik zou het graag elke dag zo hebben. Op woensdag trek ik met de kinderen de natuur in. Mijn zus woont in een bos op de Kempense Heide, dus daar genieten we dikwijls van het groen. In Kortrijk wandelen we langs de Leie tot we op braakliggende velden uitkomen, of we gaan naar het Kluisbos. Mijn schoonbroer is conciërge van Tiegembos in Anzegem, hoe heerlijk is dat.”
Mijn Leven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier