Axelle Dauwens: “Het lukte me niet om dat beetje bitch te zijn”
De wereld verandert snel, en dat geldt zelfs dubbel voor atlete Axelle Dauwens. Tien jaar lang was ze voor de meeste van haar leeftijdsgenoten niet bij te benen. Maar sinds ze vorige zomer haar spikes aan de haak hing, is ze op zoek naar een nieuwe manier om haar leven in te vullen. Die vindt ze in een nieuwe job ook al staat die nu on hold -, een nieuw nest en meer tijd voor het goeie leven. Maar een gezonde bovenkamer in een gezond lijf zal voor haar altijd wel prioritair blijven.
Tien dagen pas was Axelle Dauwens aan de slag bij productiemaatschappij Woestijnvis, waar ze programma’s rond het EK voetbal en de Olympische Spelen zou helpen vormgeven, toen de lockdown werd afgekondigd. Net als zovelen wacht ze nu thuis geduldig af tot ze opnieuw aan de slag kan. Intussen zet ze de woning aan het Antwerpse Eilandje waar ze onlangs met haar vriend Thijs introk, op punt, gaat ze bijna dagelijks een heel eind lopen en kookt ze gerechten waar ze anders nooit aan was begonnen.
Toch maakte Axelle al sinds vorige zomer, toen ze de topsport voor bekeken hield, meer tijd voor het goeie leven. Daarover had ik het dan ook met haar, weken terug, in het romige decor van conceptstore Sweet Lona in Lauwe. Bij koffie en sweets wilde ik van haar weten hoeveel sport en discipline er nog in de ex-atlete zitten. Tijd om na haar sportcarrière in een of ander zwart gat te duikelen was er sowieso niet geweest. Want van het een was eerder al het ander gekomen. Het klikte tussen de vlotte atlete en de makers van programma’s als De Slimste Mens en Van Gils & Gasten waarin ze te gast was. Eerst als stagiaire, later fulltime, kon ze aan de slag bij productiehuizen Geronimo en Woestijnvis.
Maar om bij het begin te beginnen: voetbaltalent ontluikt al spelend, maar hoe ontdekt iemand dat er een hordeloopster in haar schuilt?
“Heel geleidelijk aan. Ik heb altijd al graag gesport en probeerde alles uit: tennis, paardrijden, zwemmen, hardlopen, springen, werpen… Ik was al zeventien toen ik zin kreeg om me op meerkamp toe te leggen, net omdat daar zeven verschillende disciplines in aan bod komen. Maar ik bleek te oud te zijn om alle technieken nog op een goeie manier aan te leren. Tijdens een skireis in diezelfde periode liep ik een knieblessure op. Nadien hervatte ik mijn trainingen met lopen. Toen bleek dat de afstand van 400 meter me het beste lag. Daarbij sprong ik af en toe ook over een horde, wat ik goed deed én leuk vond. Daarna ging het snel.”
Je droomde als kind niet van een wereldprestatie?
“Ik was realistisch genoeg om te beseffen dat ik voor zo’n prestatie te laat met atletiek was begonnen. Het Belgische record 400 meter hordelopen had ik graag gebroken, maar het mocht niet zijn. Maar ik denk dat ik mijn limieten als atleet wel heb opgezocht, en daar kan ik dus goed mee leven.”
Vorige zomer hield je je atletenbestaan voor gezien, na tien jaar. Hoe kijk je erop terug?
“Overwegend positief alleszins. Maar tien jaar is ook een flink stuk van je leven. En soms merk ik dat ik op de een of andere manier ‘achteroploop’ bij leeftijdsgenoten. Ik zet pas sinds een paar maanden mijn eerste stappen in een job zoals de meeste mensen die hebben. Ik ben ouder dan de meeste van mijn beginnende collega’s. Ik probeer die achterstand zo snel mogelijk in te halen, maar het is een kloof die je niet zomaar dicht.”
Verloren jaren?
“Neen, zo zie ik dat zeker niet. Het waren echt wel tien toffe jaren waarin ik veel meemaakte, veel leerde, veel mensen leerde kennen… Een unieke tijd zelfs, waaraan ik mooie herinneringen koester. Alleen kan ik daar nu concreet niet zoveel mee aanvangen.”
Ik zie er graag goed uit en kleed me graag leuk
Hoeveel moeite kostte het jou om te leven als een atleet?
“De ene dag ging dat al gemakkelijker dan de andere. Maar geldt het niet voor elke job dat je je aan bepaalde regels moet houden? Je eet en drinkt gezond, slaapt genoeg, traint… elke dag. Maar dat werd voor mij heel snel een gewoonte, allicht omdat ik het gewoon graag deed. Ik stond zelden stil bij wat ik al of niet mocht doen en eten.”
“Maar ik ben ook nooit iemand van extremen geweest. Daar haal ik nu eenmaal geen mentale kick uit. Voor mij werkte het gewoon beter als ik af en toe ook niet met sport bezig was, daarom studeerde ik bijvoorbeeld ook nog.”
Was je te braaf als atleet?
“Braaf vind ik niet het goeie woord. Ik ben allicht vaak wat te toegeeflijk, ja. Ook in mijn huidige job stel ik soms vast dat ik voor iets opdraai dat een ander ook wel eens zou kunnen doen. Pas op, ik doe het graag, maar ik zeg inderdaad zelden neen als ze mijn kant opkijken. En dat heeft me misschien ook parten gespeeld als loopster. Ik was en ben zeker competitief ingesteld, maar dat beetje bitch zijn, lukte me niet.”
Het mentale luik van topsport is even belangrijk als het lichamelijke?
“Ik denk zelfs belangrijker! Alles moet gewoon perfect zitten, en dat is niet simpel. Ik heb ermee geworsteld, met dat constant bezig zijn met je lichaam, dat constant op hetzelfde focussen. Dat daar dan toch zaken gebeurden waar ik geen controle over had, dat het resultaat soms tegenviel hoewel ik er alles voor had gedaan, frustreerde me.”
“En ja, de gedachte of ik er ondanks alles genoeg voor heb gedaan overvalt me wel eens. Maar niet in die mate dat ik er ongelukkig van word.”
Ik stond zelden stil bij wat ik al of niet mocht doen
En dan mag je nu eten en drinken wat je maar wil.
“Ik heb van thuis uit altijd gezond geleefd. Daar ga ik dus niets aan veranderen. Ik kook graag en ik hoef niet meer alles af te wegen, maar dat doe ik toch nog altijd op een gezonde manier. Sporten blijf ik ook doen, omdat ik het belangrijk vind en graag doe. Ik ga minstens drie keer in de week tien kilometer joggen voor ik ga werken. Het geeft me een fris gevoel.”
Hoe ijdel ben je?
“Valt mee, denk ik. Ik zie er graag goed uit en kleed me graag leuk. Ik hou mijn gewicht op peil. Maar als ik zie wat mijn generatiegenoten allemaal op sociale media posten, hoe hard ze bezig zijn met hoe ze op Instagram komen, dan vind ik mezelf echt niet ijdel.”
Je bent knap. Heb je die troef wel eens uitgespeeld?
(kijkt verbaasd) “Vind je? Er zijn nochtans kanten aan mijn lijf die ik graag anders had gezien. Maar ik word wel vaak aangesproken op mijn haar, dat is blijkbaar iets bijzonders.”
Maar zeg niet dat mode je niet boeit.
“Ik hou eigenlijk van alles wat mooi is: in kledij maar ook in architectuur, design, fotografie… Ik kan oprecht genieten van schoonheid.”
Maar daar zag je geen job voor jou weggelegd?
“Wel, ik zie niet goed hoe ik me in een van die sectoren zou kunnen onderscheiden. Ik ervaar al dat moois heel graag, maar voel niet de drang om zelf te creëren. Mijn zus Laurence heeft een kunstgalerie, en daar hangt soms iets wat me erg aanspreekt. Maar ik hoef daarom niet alles over kunst te weten.”
De kans die je kreeg om in de media aan de slag te gaan kwam op het juiste moment?
“Ja, en die heb ik dan ook met twee handen gegrepen. Ik begon als redacteur bij Geronimo maar in een kleine firma betekent dat dat je zo’n beetje van alles doet. Van research tot productie en zelf verslag uitbrengen. Ik werkte mee aan Helden van hier op de spoeddienst van het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen. Net voor de lockdown kreeg ik de kans om bij Woestijnvis aan de slag te gaan. Momenteel ben ik technisch werkloos, maar van zodra mogelijk ga ik er weer aan het werk.”
Deze reportage kwam tot stand in samenwerking met conceptstore Sweet Lona in Lauwe. Momenteel kun je er terecht voor afhaalkoffie en ijsjes, maar van zodra opnieuw toegelaten vind je er opnieuw koffie, sweets én leuke kleren onder één dak. Check www.sweetlona.be.
Iedereen thuis dus? p>
Wat doe je thuis het liefst?
“Alles proper maken, lekker koken en genieten van mijn huisje en van koffie samen met mijn lief.”
Wat is je favoriete nummer van het moment?
“Een favoriet nummer heb ik niet, maar ik ben al altijd lichtjes geobsedeerd geweest door Nick Cave. (lacht) Zijn muziek kan ik op elk moment appreciëren.”
En je favoriete gerecht?
“Pasta vongole!”
Ben je normaal een huismus?
“Niet echt, al kan ik van thuiszitten enorm genieten. Ik hou er ook wel stiekem van om huishoudelijke taken te doen: koken, strijken, verse lakens op bed leggen – heerlijk! -, stofzuigen…”
Voelt deze periode als tot rust komen, of loop je eerder de muren op?
“Dat wisselt af. Soms ben ik zo druk bezig met verven en verhuisdozen legen terwijl ik ook nog eens een lekker recept zoek voor ‘s avonds en dan vliegt zo’n dag voorbij. Maar soms bedenk ik ook dat ik alweer thuiszit en dan heb ik nergens zin in… Ik denk dat iedereen dat gevoel wel kent .”
“De gedachte dat ik nutteloos ben speelt me wel parten. Ik ben 29 en zit thuis, terwijl mensen van mijn leeftijd moeten werken, geld verdienen, ervaring opdoen en groeien in hun job… Dat gebeurt nu nauwelijks, en dat is niet goed.”
Wat is het eerste dat je zal doen wanneer dit voorbij is?
“Ik wil heel erg graag nog eens naar de zee gaan. Echt op het strand met de voeten in het water en dan ‘s avonds iets gaan eten in een gezellig restaurantje met vrienden. Heerlijk…”
Wat is de eerste bestemming waar je heen trekt als we weer mogen reizen?
“Als ik echt carte blanche krijg: Costa Rica. Namibië of Mozambique lijken me ook fantastisch. Maar Costa Rica staat bovenaan mijn lijst, ik wil me er volledig onderdompelen in de natuur.”
Wie is Axelle Dauwens? p>
Axelle werd geboren op 1 december 1990 in Knokke-Heist. Later woonde ze ook in Lapscheure.
Ze behaalde een bachelor communicatiemanagement aan de Artevelde Hogeschool en een master internationale politiek aan de Universiteit van Gent.
Ze was professioneel atlete van 2008 tot 2019 en werd onder meer vijfvoudig Belgisch kampioene op de 400 meter horden en finaliste op het Europees kampioenschap in Zurich in 2014.
Axelle werkt nu voor productiehuis Woestijnvis en woont in Antwerpen met vriend Thijs Hertsens, assistent bij Lieven Maesschalck, fysiotherapeut van topsporters.
Iedereen Toerist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier