Dominique Vieren is gebeten door leerbewerking
Dominique Vieren wilde op het einde van haar leven niet tot de conclusie komen dat ze het misschien tóch beter had gedaan… En dus sprong ze een onduidelijke toekomst als leerbewerker tegemoet: “Het is zo leuk om mooie spullen te ontwerpen én zelf te kunnen maken.”
“Ik hield altijd al van werken met mijn handen. Mensen die een ambacht uitvoeren, fascineren me enorm. Ik herinner me het ateliertje van schoenhersteller Etienne iets verder in onze straat: Tjenne was zelf om met geen tang vast te pakken, maar het rook er zo heerlijk naar leer en lijm… Als tiener wilde ik dan ook liefst hout leren bewerken, maar zo’n richting werd toen niet gepromoot. Bovendien had ik goeie punten, en dus belandde ik als vanzelfsprekend in het Algemeen Secundair Onderwijs. Dat ik later koos voor architectuur en monumentenzorg is daar volgens mij een gevolg van: ik zocht een studierichting waar toch enig handwerk aan te pas kwam. Bovendien volgde ik door de jaren heen allerlei creatieve cursussen, waarbij ik vooral gebeten geraakte door leerbewerking. En zo groeide het idee – hoe onbereikbaar het aanvankelijk ook leek – om daar iets mee te doen. Toen ik 43 werd, realiseerde ik me dat het nu of nooit was en besloot ik van mijn passie mijn beroep te maken. Of dat in elk geval te proberen.”
“Ik struin heel graag op rommelmarkten rond. Alles waar een verhaal aan vast zit, boeit me. Ik zie ook altijd een toepassing voor iets wat er op het eerste zicht waardeloos uit ziet. Zelfs in doe-het-zelf zaken loop ik na te denken over wat ik met al die materialen zou kunnen doen. (lacht) Ik ik ook kan moeilijk iets weggooien. Ik zoek altijd uit aan wie ik oude spullen kan weggeven, onder vriendinnen organiseren we regelmatig een kledingruil, en als er niemand interesse heeft, is er nog de kringloopwinkel of een goed doel. Het containerpark komt pas op de allerlaatste plaats.”
“Een voorwerp dat goed ontworpen is, een mooie vorm heeft, kan me oprecht ontroeren. Het hoeft daarom zeker geen bekend merk te dragen. Mijn huis staat vol meubelen en prullaria die me op een of andere manier geraakt hebben. Elk op zich hebben ze een reden waarom ze hier staan. En samen vormen ze een verhaal dat voortdurend evolueert en groeit. Ons huis zelf draagt ook een hele geschiedenis met zich mee: gebouwd in 1879 als herberg, in de jaren 90 werd het een bloemenwinkel, later een filiaal van het Gemeentekrediet en tenslotte geraakte het in verval. Toen wij het kwamen bekijken, waren we niettemin meteen verkocht. Maar we hebben het huis volledig moeten strippen, de tuin was zo overwoekerd dat we pas bij het ruimen ervan merkten dat we ook het wrak van een Alfa Romeo hadden gekocht…”
“Ik deel met mijn man een voorliefde voor Scandinavië. En dan houden we nog meer van het ruwere IJsland en Noorwegen dan van Zweden. Ik ontdekte in IJsland een vislooierij waar ik prachtige huiden heb gevonden: leer van zeetong, kabeljauw en zeewolf! Ik hoop dat er ooit iets gelijkaardigs kan gedaan worden met onze Noordzeevissen.”
“Tot mijn achttiende speelde ik basket bij de jeugd van Koksijde en daar heb ik heel leuke tijden beleefd. De liefde voor de sport is gebleven. Het gebeurt weleens dat ik plots naar een match van BC Oostende ga kijken, in mijn eentje. Want hoewel ik echt wel van contact met anderen hou, ben ik ook graag alleen. Ik kan zo opgaan in het eenzame werk in mijn atelier dat mijn dochter me komt zeggen dat het welletjes is geweest voor die dag.”
Mijn Leven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier