Urbanus over zijn boek: “Ik hoop van Herman Brusselmans en Tom Lanoye een dikke twee te krijgen voor gezelligheid”

Urbanus tijdens zijn boekvoorstelling bovenop ‘t terras van de watertoren in Lembeek.© PADI/Daniël
Urbanus tijdens zijn boekvoorstelling bovenop ‘t terras van de watertoren in Lembeek.© PADI/Daniël
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Op maandag 7 juni blaast Urbanus alias Urbain Servranckx uit Tollenbeek 72 kaarsjes uit. Hij staat 50 jaar op het podium en dat wordt gevierd met een lijvig boek van ruim 500 pagina’s, inclusief prentjes, met als titel ‘En van waar dit allemaal komt?’ Zijn autobiografie verschijnt pas in oktober, maar een exemplaar in voorverkoop kopen is nu al mogelijk. We spraken met Urbanus op het terras van de watertoren in Lembeek in aanwezigheid van zijn vrouw Nadine en dochter Liesa.

Was je blij dat er corona was, dat je extra tijd had om te schrijven, want het is inderdaad een lijvig boek geworden?

Urbanus: “Blij niet, maar ’t kwam wel heel goed uit. Ik zat al enkele jaren met dat boek in mijn hoofd, zoals een kasseisteen in een wasmachine. Ik moest door corona ook stoppen met optreden. Ik zat volop in een tournee en zat nog met optredens in zalen voor 2.100 mensen in Nederland. Om niet in een zwart gat te vallen, begon ik te schrijven. Hoofdstuk per hoofdstuk. Dat was een zoektocht. Ik herinnerde mij nog wel iets, maar ik moest heel veel opzoeken. Gelukkig vond ik dat allemaal terug in m’n archief dankzij 27 containers met artikels. Maak ik een liveshow, dan werk ik daaraan en voel ik aan waar ik de mensen kan mee doen lachen. Anderen doen 20 à 30 try-outs, maar dat doe ik niet want dan heb ik schrik dat al mijn goede moppen al zijn verklapt tegen dat ik eraan moet beginnen. Ik geef de mensen een show waar ze zich een avond mee kunnen amuseren. Twintig optredens later is dat allemaal meer gefinetuned. Zo is dat ook met dit boek. Eerst staat het allemaal op papier. Daarna wordt dat verfijnd, want soms lees je dan op één blad ook tien keren hetzelfde woord en dan moet je naar andere woorden gaan zoeken of het anders formuleren. Ik weet niet of mijn boek literatuur gaat zijn. Ik hoop dat ik van Herman Brusselmans en Tom Lanoye een dikke twee krijg voor gezelligheid.”

Maar ging het gemakkelijker om te schrijven omdat je nu meer vrije tijd had?

Urbanus: “Natuurlijk, want nu was ik maar met dat schrijven bezig. Moest ik schrijven tijdens mijn optredens, dan zou dat moeilijk zijn geweest. Wanneer een show in mijn kop zit, dan zit dat erin maar ik heb wel mijn autocue staan. Heb ik één woordje – zoals hier – dan ben ik vertrokken voor vijf minuten. Nu ben ik door mijn boek, alles staat erin. Op een bepaald moment moest ik stoppen, mijn vrouw leest het dan wel nog eens na.”

500 pagina’s, inclusief de prentjes, ’t is wel een heel lijvig boek geworden?

Urbanus: “Het bestaat uit 37 hoofdstukken: films, tv, live- en radio-optredens…Mijn carrière bevat tien hoofdstukken. Het gaat ook over veel andere dingen, voor ik artiest was. Ik vertel hoe het begon en vooral hoe het begon te broeden. Vandaar de titel ‘En van waar het allemaal komt’. Ik leg chronologisch uit van waar het komt. Ik wou mannekes tekenen… Liedjes maken komt uit dezelfde bron als mannekes tekenen. Een liedje is eigenlijk een tekening dat je maakt met tekst en noten erin, maar dat komt uit dezelfde bron. Ik was al tien jaar theaterartiest vooraleer de strips er kwamen. Door de filmpjes op de vrt – ik speelde graag een jonger manneke – was ik een stripfiguur geworden terwijl ik striptekenaar wilde worden. Dat viel allemaal mooi in de plooi. Als kind word je met een bepaald talent geboren. Een beetje kunnen tekenen is scherper dan normaal waarnemen en iets scherper kunnen weergeven dan je zag of iets erbij steken. Daar gaat het over. Ik ging van mijn vijftien jaar werken in de bakkerij. Na mijn legerdienst begon ik als magazijnier bij Philips. Later werd ik artiest. Het rebelse zat altijd bij mij erin. Ik was geen constante terrorist hoor, maar de drang om te doen – nu al 30 jaar – vertel ik graag aan andere mensen.”

Pas in oktober komt zijn boek uit, maar je kan het nu wel al bestellen.© PADI/Daniël
Pas in oktober komt zijn boek uit, maar je kan het nu wel al bestellen.© PADI/Daniël

Ik hoorde dat je na corona met een nieuwe theatertournee uitpakt en dus stopt met de tournee waarmee je bezig was, juist?

Urbanus: “Ik moest stoppen met mijn tour ‘Trecto Pnix op niets’ toen er nog dertien optredens waren. Dat is nu al anderhalf jaar geleden. Ik moet mij daar helemaal inleven, want dat gitaar spelen gaat niet vanzelf. En dus ga ik die laatste tour niet meer brengen. Van zodra mijn boek bij de drukker zit, begin ik terug te schrijven voor mijn nieuwe tournee. Ik ben al gepensioneerd – net zoals Jacques Vermeire – maar ik stop maar niet met werken. Het is precies of ik nog maar net mijn plechtige communie heb gedaan hé. Het is de fout van Jacques en ik dat al de mensen langer moeten werken, omdat ze zien dat Jacques en ik ook nog altijd werken (lacht). Maar wij betalen ook nog altijd belastingen hé. Ik probeer zo snel mogelijk weer een show samen te stellen, maar dat zal voor dit jaar niet meer zijn. Bij mij was dat telkens twee keren één uur, maar ik probeer dat wel in te korten. Mijn show wordt telkens langer, want ik vind altijd nog iets erbij om te zeggen. Mijn technieker moet dan eens zeggen: “ Zeg Urbain, we zitten hier al twee keren anderhalf uur, gooi er een keer iets uit (lacht).”

Op maandag 7 juni blaas je 72 kaarsjes uit. Je wordt er – met alle respect – niet jonger op. Geen schrik dat het moeilijker zal worden om alles te onthouden?

Urbanus: “Ik begin dat te voelen. Soms doe ik een interview en vraag om luider te spreken, want mijn stem is verzwakt. Fysiek voel ik dat al. Ik moet meer mijn best doen. Kijk ik naar shows uit de jaren tachtig, dan schrik ik ervan hoe ik aan ’t springen was. Toen deed ik ook zoals Jacques Vermeire, namelijk de mensen tellen. Ik zong ‘Bakske vol met stro’ en dan telde ik hoeveel rijen publiek er zaten (lacht). Het kost nu inderdaad meer moeite. Ik ben een enorme fan van Bob Dylan. De laatste jaren was zijn stem precies een kapotte tractor. Ik maak daar al grappen over om dat te relativeren. Ik begin daarmee mijn show met ‘Weet je hoe oud ik ben? Ik heb sinterklaas nog misbruikt toen hij nog maar zo groot was. Dan ben je al heel oud hé. Dan zie je de kinderen met grote ogen naar hun moeder kijken (lacht) ”. (PADI)

De autobiografie van Urbanus kost 30 euro. Je kan die vooraf bestellen via comedyshows.be/urbanus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier