Patrick Ghysel zwom het kanaal over in schoolslag: “Ik kwam ruim 5 uur vroeger aan dan verwacht”

Patrick Ghysel werd gehuldigd als succesvol kanaalzwemmer in 2002 door De Vrije Zwemmers, vertegenwoordigd door Bart Musschoot, voorzitter Kris Dewaele, trainer Luc Bossuyt en Marcel Reynaert. © FRO
Fons Roets
Fons Roets Medewerker KW

Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes. Deze keer is Patrick Ghysel aan de beurt.

Patrick Ghysel zwom in 2002 als eerste Het Kanaal over in schoolslag. Later begeleidde hij Tom Waes voor een kanaalovertocht, maar de weergoden staken stokken in de wielen.

Patrick ‘Patten’ Ghysel werd geboren op 14 juli 1961, als oudste zoon van Fernand Ghysel en Denise Bossaer. Zijn broer Pascal is negen jaar jonger. Hij groeide op in de Amsterdamstraat, waar nu Tattoo Bertje actief is. In het VTI behaalde hij het diploma van A2 Bouwkunde en op 17-jarige leeftijd ging hij aan het werk bij aannemer Roger Verbeke. Tot 2004 werkte hij bij Bouwwerken Janssens en na een zware val en revalidatie bleef hij tot aan zijn pensioen in 2020 in dienst bij Renovatiewerken David in Pervijze.

Patrick Gyhysel huwde in 1992 met Petra Baeteman. Ze zijn de fiere ouders van Shana (28), Yordi (27) en Sander (26). Als jonge kerel was Patrick actief als dj (The Gold Stars) in allerlei feestzalen in Oostende en omgeving, tot zelfs de drive-inshows van Radio Mi Amigo.

Zwemmen in ’t Bosje

Patrick leerde zwemmen op 9-jarige leeftijd bij De Vrije Zwemmers in ’t Bosje. “Ik kwam mijn baantjes trekken in schoolslag. Ik nam eerst deel aan wedstrijden op regionaal, provinciaal en nationaal vlak, zonder uit te blinken. Op de 200 meter pakte ik enkele bronzen medailles als cadet. Ik was geen sprinter. Toen ik op het VTI zat, gebeurde het dat ik drie keer per dag ging trainen, in de zomer in ’t Bosje, maar ook in de Thermen, en later vanaf 1976 in het stedelijk zwembad. In ’t Laiterietje, met Ostend Swimming, zijn ze gestopt, maar De Vrije Zwemmers bleven doorgaan tot begin jaren 90. In mijn glorietijd nam ik deel aan doortochten en later, toen ik al werkte, won ik Brugge-Sluis, op de 8 kilometer. Ik zwom ook de 25 kilometer-overtocht van het IJsselmeer in Nederland. Ook de doortochten van Nijlen en de Gentse Watersportbaan en Brugge-Damme staan op mijn palmares. In de jaren 80 heb ik een hele periode minder gezwommen. De passie voor het zwemmen én de verschillende recordpogingen in binnen- en buitenland inspireerden mij echter om ook uit te pakken met een stunt: een zwemmarathon. Ik heb er twee jaar lang, bijna dagelijks hard voor getraind en met Pasen 1991 was het zover!”

“Mijn slokdarm was verbrand door het zoute water, maar ik heb het overleefd”

Patrick ging op 30 maart, om 12 uur van start met zijn recordpoging. “Tijdens het zwemmen werd ik massaal aangemoedigd door vrienden, kennissen en supporters in het zwembad. Veel sportievelingen hebben betaalde kilometers naast mij mee gezwommen en mij zo gemotiveerd. Samen hebben we 24.000 Belgische frank (600 euro, red.) opgehaald voor het goede doel, de MS Liga. Trainer Luc Bossuyt liep de hele dag met me mee aan de rand van het zwembad. Elk uur mocht ik 5 minuten het bad verlaten om iets te eten. Bij de start zwom ik 3.200 meter per uur. ’s Nachts ging het tempo iets naar beneden, maar in de laatste zes uur kon ik weer volle gas geven. Het laatste uur was een triomftocht. De supporters stonden drie rijen dik rond het bad! In totaal zwom ik 51,340 kilometer in 24 uur. Een nieuw record dat spijtig genoeg nooit gehomologeerd werd.”

Patrick toont fier de ereschaal die hij na zijn kanaalovertocht ontving.
Patrick toont fier de ereschaal die hij na zijn kanaalovertocht ontving. © FRO

Daags na de marathon stond Patrick al weer op een stelling als bouwvakker. Enkele maanden later zwom hij in esttafette de kust af in een team. Immo Broker bood hem een nieuwe job als verkoper en het zwemmen verdween even op de achtergrond. Maar de plannen om het Kanaal over te zwemmen, waren nooit ver weg.

“Dankzij mijn contact met schipper-loods John Boussery heb ik de draad weer opgenomen en ben ik, begin 2000, na een eerste rugoperatie aan de onderste wervels, weer beginnen trainen in zee, in het zwembad en in de spuikom. De eigenlijke overtocht was gepland voor 4 augustus 2002. Het waren speciale omstandigheden. ’s Avonds, 3 augustus, regende het nog hagelstenen. Ik heb nauwelijks geslapen, ben met mijn auto naar Calais gereden en op 4 augustus om 6.10 uur ben ik in Dover, Shakespeare Beach, in zee gesprongen. Ik legde de 41 kilometer af in schoolslag, in 14 uur en 41 minuten.”

Tussen pakketboten

“Midden in de zee zwom ik tussen grote pakketboten. Achter mij zag ik de white cliffs van Dover, voor mij de Franse kust. Ik krijg nog altijd kippenvel als ik eraan denk. Ik vermeld er wel direct bij dat ik door een kramp in mijn rechterkuit zeker zeven uren op mijn armen en één been getrokken heb. Die kramp is niet verdwenen, tot op het strand in Wissant. Het was voorzien om 20 uur te zwemmen, maar ’s avonds om 21u. 11’ kwam ik al aan, met de stroming mee. Veel supporters hebben mijn aankomst gemist! Een paar uur later werd mijn stunt uitbundig gevierd in Calais. Het feestje werd verder gezet met Lucy Loes in De Vlasschaard in Stene. Mijn slokdarm was verbrand van het zoute water, maar ik heb het overleefd.”

Na een korte tussenpauze en een nieuwe operatie, nu aan de nekwervels, engageerde Patrick zich in 2005 om een estafetteploeg te coachen, die de overtocht Dover-Calais-Oostende zou realiseren. Door slecht weer ging de stunt niet door. In juni 2006 werd De Panne-Knokke-De Panne gepland, een tocht van 120 kilometer. Ook deze stunt werd stopgezet door het slechte weer tussen Zeebrugge en Knokke. “De opbrengst van ons mislukt avontuur, een som van 1.500 euro, schonken we aan de revalidatie van ALS-patiënt Filip Vandycke. Nadien deelde ik mijn ervaring met kandidaat-kanaal-zwemmers en ik werd ook gevraagd als coach van enkele estafetteploegen, die de overtocht wilden wagen of de Belgische Kust afzwemmen in beide richtingen. Ik fungeerde in 2007 ook maandenlang als coach en trainer van Tom Waes, die als waagstuk in ‘Tomtesterom’ ook de kanaalovertocht wilde realiseren. We hebben veel getraind in zee en in de spuikom. In augustus was het slechte weer de grote spelbreker en de stunt van Tom viel letterlijk en figuurlijk, na elf dagen wachten, in het water. Na acht uren zwemmen met springtij en mist kreeg Tom blauwe lippen, midden in zee, en hij is gestopt. Een jaar later kon ik hem geen garantie geven op succes en we hebben er een streep onder getrokken.”