Yves Lampaert eindigde op een zesde plek in de sprint. “We mochten onze kans gaan”, vertelde de West-Vlaming van Quick-Step Floors, “dus ik wilde wel graag een goede prestatie neerzetten. Met een zesde plek kan ik wel leven.”
Ploegmaat Fernando Gaviria gaf op in de etappe van donderdag, dus was het aan andere renners bij Quick-Step Floors om het mooie weer te maken. “Richeze zou zijn eigen sprint rijden”, deed Lampaert zijn verhaal, “we moesten geen rekening met hem houden, hij zou zijn ding zelf wel doen en dus kregen wij de vrijheid om er voor te gaan. Zowel Phil en ik kunnen wel uit de voeten op zo’n finish, dus gingen we onze gang. Je weet waar Phil het zal proberen en ik wou dat ook wel doen, vooraf denk je: ja, daar probeer ik het ook, maar op het moment dat hij dan wegsprint, zat ik al op mijn tandvlees in het wiel. Ik dacht echt dat hij het zou halen, want er zat veel snelheid op, maar die jongens van FDJ hebben zich echt kapot gereden om hem terug te pakken. Op zich was dat wel een goede zaak voor mij, iedereen bleef op zijn plaats zitten en ik zat goed geplaatst, in het wiel van Greg Van Avermaet, maar ik had niets meer in de benen om nog te versnellen en op te schuiven, zoals een Gaviria dat wel kan. Meer dan een zesde plek zat er niet in.”
Ook Lampaert had het knap lastig de voorbije drie dagen in de Alpen. “Zo’n etappe zoals vandaag doet dan wel deugd. Gisteren was echt een dodentocht, ik voelde me een halve zombie toen ik in de kamer kwam. Gelukkig konden we redelijk lang slapen, tot 10 uur, en toen ik wakker werd had ik het gevoel dat het nog het kwart voor zeven was. Ik was nog altijd kapot. Dan ben je wel blij als je zo’n etappe rijdt, relatief gemakkelijk, maar wel nog altijd een gemiddelde van meer dan 44 per uur (45,017 km/uur om precies te zijn), dus zo rustig was het niet.”
(Belga)
Tour de France
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier