Wout Beel is al voor derde seizoen op rij ploegfotograaf bij Quick-Step Alpha Vinyl: “De koers zit stilaan diep onder mijn vel”

Wout Beel, hier aan het werk op Dwars Door Vlaanderen in zijn eigen Roeselare, is voor het derde seizoen op rij de vaste fotograaf bij Quick-Step Alpha Vinyl. © Stefaan Beel
Philippe Verhaest

Wanneer u een foto van Yves Lampaert, Julian Alaphilippe en de andere helden van Quick-Step Alpha Vinyl onder ogen krijgt, is de kans groot dat die voor Wout Beel genomen is. De Roeselaarse Moorsledenaar maakt als ploegfotograaf voor het derde seizoen op rij uit van het team en is helemaal verliefd op de koers. “En zeggen dat ik aanvankelijk amper wist dat een fiets twee wielen had”, glimlacht hij.

“Eigenlijk is het gek dat net ik bij een wielerploeg ben terecht gekomen”, opent Wout Beel (35) zijn verhaal. De geboren en getogen Roeselarenaar, die nu met zijn partner Ellen Wyffels, zijn zoontje Rémi (5) en zijn pluszonen Stan (12) en Mauro (10) in Moorslede woont, had aanvankelijk niks met koers.

“Maar een toeval bracht me met Quick-Step Alpha Vinyl in contact. Jaren geleden leerde ik tijdens een reportage met het ter ziele gegane Ché Magazine de topfotograaf Sigfrid Eggers kennen. Hij werkte regelmatig opdrachten voor het team van Patrick Lefevere af en in het voorjaar van 2019 kreeg ik telefoon van hem. Sigfrid vertelde me dat hij het BK wielrennen op de weg wegens een dubbele boeking niet in zijn agenda ingepast kreeg en vroeg of ik wilde inspringen. De rest is geschiedenis.”

Ik durf mezelf koersliefhebber noemen, maar ik ben zeker nog geen kenner

Na het Belgisch kampioenschap kreeg Wout nog de kans om het vipdorp van de ploeg tijdens de start van de Tour de France in Brussel op de gevoelige plaat vast te leggen en in december 2019 volgde de vraag of hij als vaste ploegfotograaf aan de slag wilde gaan. “Ik zou één seizoen lang de ploeg op de voet mogen volgen”, vervolgt hij. “Ik heb meteen toegehapt, want zo’n kans krijg je niet elke dag.”

Objectief

Drie jaar geleden was de koers voor Wout een relatief onbekende wereld. “Ik kende er bitter weinig van”, grijnst hij. “Ik wist amper dat een fiets twee wielen en remmen had. Maar dat speelde net in mijn voordeel. Zo kon ik volledig objectief naar het wereldje kijken.”

Zijn eerste seizoen viel door de coronacrisis deels in het water. “Enkel De Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne heb ik in normale omstandigheden kunnen in beeld brengen. Daarna zat ik, net als iedereen, drie maanden in mijn kot. Ik kreeg wel de kans om de renners bij hen thuis te fotograferen. Achteraf bekeken maakte ik toen unieke beelden.”

Zijn integratie binnen de ploeg verliep relatief vlot, blikt Wout terug. “Al was ik me bewust van mijn positie. Ik was de nieuwkomer, de kerel die niks van het wereldje kende. Voor de mecaniciens mocht ik vooral niet in de weg lopen”, lacht hij. “Ik heb me aanvankelijk erg low profile opgesteld en veel geluisterd. Zo leerde ik de koers van binnenuit kennen.”

Een beeld van Wout Beel tijdens een trainingsstage in Calpe.
Een beeld van Wout Beel tijdens een trainingsstage in Calpe. © Wout Beel

En die heeft hem ondertussen volledig opgeslorpt. “De koers zit onder mijn vel, ja. Ik durf mezelf al een liefhebber noemen, nog geen kenner. Het peloton is een enorme machine. Je ziet enkel de renners aan het werk, maar daarachter gaat een complete microkosmos schuil. Mensen die zich van ’s ochtends tot ’s avonds in het zweet werken. Voor hen heb ik enorm veel respect.”

Pieken en dalen

Nu voelt Wout zich een volwaardig lid van The Wolfpack. “Eens ze je in hun hart gesloten hebben, kom je terecht in een erg warme familie”, klinkt het. “Het mooiste compliment dat ik kan krijgen? Wanneer coureurs me om mijn foto’s vragen. Ik probeer zowel de pieken als de dalen in beeld te brengen, maar altijd met respect voor de renner. Sensatie zoek ik niet op.”

Als ploegfotograaf beleefde Wout al een pak topmomenten vanop de eerste rij. “Maar de comeback van Mark Cavendish tijdens de Tour de France van afgelopen zomer staat toch afgetekend op één. Als renner was hij afgeschreven, maar dan wint Mark vier etappes… Onbeschrijfelijk. Op zo’n moment voel je ook zélf de emoties door je lijf gieren.”

Fabio Jakobsen, nadat hij net Kuurne-Brussel-Kuurne gewonnen had.
Fabio Jakobsen, nadat hij net Kuurne-Brussel-Kuurne gewonnen had. © Wout Beel

Ook de zware val van Remco Evenepoel in de Ronde van Lombardije in 2020 zal Wout altijd bijblijven. “Ik volgde die bewuste etappe aan de zijde van Patrick Lefevere en Remco’s ouders. Die hele gebeurtenis heeft lang, héél lang in mijn kleren gehangen.”

90 hoteldagen

Als ploegfotograaf is Wout ook vaak weg van huis. “Ik spendeer zo’n 80 tot 90 dagen per jaar op hotel. Dat hoort er nu eenmaal bij en gelukkig steunt mijn partner me door dik en dun. Tijdens de Tour de France moest ik mijn gezin vier weken missen, toen was de thuiskomst erg leuk”, glundert hij.

“Aan de andere kant: altijd als er een grote afspraak op de agenda staat, kriebelt het om weer te vertrekken. De koers is mijn gezonde drug geworden.”

Zondag krijgt Wout de kans om voor het derde jaar op rij zijn favoriete koers in beeld te brengen. “De Ronde, dat is toch iets speciaal”, zegt hij.

Ook tijdens de Strade Bianche legde Wout Beel het Quick-Step Alpha Vinyl-verhaal vast op de gevoelige plaat.
Ook tijdens de Strade Bianche legde Wout Beel het Quick-Step Alpha Vinyl-verhaal vast op de gevoelige plaat. © Wout Beel

“En het wordt de eerste keer met alle toeters en bellen. Daar kijk ik wel naar uit. Ik heb twee verplichtingen: de start en finish fotograferen. Daartussen heb ik een vrije rol, maar ik weet nu al dat ik tijd te kort zal komen Het wordt een intense dag, met op het einde een erg mooi cadeau. Of een stevige kater…”

Wie er mag winnen, laat Wout in het midden. “Laat ik daar diplomatisch over zijn: de beste van het pak. En als die dan uit onze rangen komt, is het zeker feest.”

Zelf hoopt Wout nog enkele jaren deel uit te maken van The Wolfpack. “Ik vind het echt machtig”, geniet hij. “Mijn werk werd al twee jaar op rij in een fotoboek gegoten, ik hoop dat ik nog veel jaargangen op de boekenplank mag plaatsen. Koers is een deel van mijn DNA geworden.”