Eerstejaarsnieuweling Krieke Vanderbeke vindt steeds beter zijn draai in het peloton. Het stond in de sterren geschreven dat de 14-jarige Snaaskerkenaar uiteindelijk zijn weg naar de fiets zou vinden.
Krieke Vanderbeke voetbalde zes jaar als rechtsvoor bij SK Snaaskerke, maar proefde ook een tijdje van de atletieksport. “Ik was het beste in de sprintnummers, maar liep liever langere afstanden. Eigenlijk droomde ik er al langer van om te koersen, maar mama hield dat toch een beetje tegen. In het zesde leerjaar ben ik uiteindelijk toch begonnen bij Houtland-Westkust. Ik combineer wegwedstrijden met cyclocross, want ik weet zelf nog niet wat ik het liefste doe.”
Tour de France
De liefde voor de wielersport kreeg de eerstejaarsnieuweling alvast met de paplepel mee. “Papa is al lang wielertoerist en tijdens corona hebben we samen veel ritjes gedaan. Op vakantie in de Franse Alpen gaan we ook altijd naar de Tour de France kijken. We hebben ook al veel crossen live gezien. In de streek, maar bijvoorbeeld ook een keer in Baal.”
Het is dan ook niet toevallig dat Krieke een boontje heeft voor Wout van Aert en Toon Aerts, ondertussen bijna anderhalf jaar aan de kant door dopingperikelen. Met Aerts heeft hij zelfs een zekere band. “Kennen is veel gezegd, hoor, maar ik heb eens mijn kans gegrepen om bij hem in de camper te zitten. En mijn papa heeft ervoor gezorgd dat Toon persoonlijk een filmpje heeft ingesproken voor mijn communie. Hopelijk komt het snel in orde en mag hij weer koersen. Ik blijf zeker in hem geloven.”
Over zijn seizoen is de jonge Snaaskerkenaar voorlopig niet helemaal tevreden. “Het ging al bij al wel, maar ik hoop toch elke week op meer. In Ruddervoorde reed ik wel echt een goede koers. Ik zat zelfs redelijk vooraan, maar ben dan gevallen. Afgelopen weekend in Zedelgem was minder, want ik had last van de warmte. Ik neem nu ook pilletjes tegen hooikoorts.”
Personal trainer
Krieke voelt wel dat die referentiekoers er zit aan te komen. “Ik train nu meer dankzij mijn personal trainer Shana Pollentier. Vroeger deed ik gewoon ritjes met papa, terwijl het nu echte trainingen zijn, met sprintjes en zo.”
Na zijn examens in het derde jaar op de sportcampus Olympus in Oostende hoopt de nieuweling opnieuw een stap voorwaarts te zetten. “Het gaat altijd een beetje beter, maar het is nog niet wat ik hoopte. Hopelijk lukt het om op het einde van het seizoen een koers uit te rijden in het peloton. Ik denk trouwens dat ik een beetje een laatbloeier ben, in vergelijking met jongens die fysiek al sterker zijn.”
Doorzettingsvermogen
Over zijn belangrijkste kwaliteit hoeft Vanderbeke niet lang na te denken. “Mijn doorzettingsvermogen is heel groot. Ik laat mijn hoofd zeker niet hangen als ik achterop geraak”, klinkt het strijdvaardig.