Nog twee crossen en het veldritseizoen – zijn eerste als belofte – zit erop voor Joran Wyseure. Ondanks moeilijke startposities toonde de Lichterveldenaar zich. De crossen in Bredene en Ronse springen eruit. “In Bredene ben ik altijd goed.”
“Hoeveel ik mezelf op tien mag geven voor mijn veldritseizoen? Toch een acht”, aldus de 19-jarige Joran Wyseure. “Er is altijd ruimte voor verbetering, maar voor mijn eerste seizoen bij de beloften mag ik zeker niet klagen. Ik kan zeggen dat ik een goed seizoen gereden heb. Sinds vorig jaar heb ik een grote stap kunnen zetten. Ik heb progressie gemaakt in mijn tijdsduur. Ik kan een uur alles geven. Mijn laatste rondes val ik niet stil en ben ik bij de betere. Dat is de basis om een goede uitslag te kunnen rijden. Maar ik heb ook nog wat werkpuntjes, zoals mijn explosiviteit. Ook mijn start is niet altijd even goed. Daar kan ik nog aan werken in de toekomst. Je moet altijd alles kunnen geven, van de start tot je over de meet bolt. Het is niet omdat je eens een mindere start hebt dat je cross om zeep is. Dat is in Middelkerke ook gebleken. In de eerste ronde had ik tweemaal kettingproblemen, maar uit een verloren positie – ik denk dat ik rond positie 60 aan het rijden was – heb ik toch nog kunnen terugkeren.”
“Als eerstejaars sta ik al een heel seizoen ver achteraan bij de start. De tweede-, derde- en vierdejaars hebben al meer UCI-punten. Maar het doet goed om telkens renners in te halen, in plaats van zelf ingehaald te worden. Daar haal ik veel motivatie uit.”
Mountainbiken
“Aan de ene kant had ik een heel goede zomer. Ik had beslist, samen met mijn trainer, om zolang mogelijk wedstrijden te blijven rijden op de weg. Als laatstejaarsjunior wilde ik er nog alles uithalen. Van mijn ploeg kreeg ik vorige zomer veel mooie kansen, onder meer een rittenkoers in Portugal. Dat is me ook ten goede gekomen. Als voorbereiding reed ik ook enkele mountainbikewedstrijden. Daarin moet je 1.15 uur à 1.20 uur in het rood gaan. Toen wist ik ook dat ik dat uur in de cross zou aankunnen. Dat was goed als voorbereiding.”
Voor de Lichterveldenaar springen twee crossen erboven uit. In Bredene eindigde hij voor ene Zdenek Stybar in de top tien. In de Hotondcross in Ronse kaapte Joran een derde plaats weg. “In Bredene heb ik altijd al goed gereden. Dan trek je er met extra veel goesting naar toe. Tof dat ik daar achtste kon eindigen. Mijn cross in Ronse bij de beloften was ook een van mijn grootste uitschieters van het seizoen. Met die twee crossen ben ik supertevreden, dat ik dat kon meemaken als eerstejaars.”
“Volgend jaar hoop ik dat ik meer vooraan kan starten”
“Ik heb redelijk veel gereden en heb bijna geen enkel weekend overgeslagen, maar ik voel me nog altijd redelijk fris om het laatste weekend aan te snijden. Vorig weekend was het de tweede of derde keer dat ik twee crossen reed in een weekend en dan merk ik wel dat ik de tweede dag minder ben. Daar kan ik nog stappen in zetten”, aldus de belofte van Tormans-Acrog.
“Nu word ik ook belofte op de weg. De meeste wedstrijden zijn dus met de elite zonder contract. Zij hebben nog iets meer kracht dan ik. Als ik met die grotere en sterkere jongens kan mee rijden, kan ik meer inhoud krijgen naar volgende winter toe. Zo kan ik nog stappen zetten naar het volgende crossseizoen.”
Wereldbeker
En de toekomst? “Ik denk dat ik wel wat moet vooruit kijken, al wordt het ook afwachten wat het zal worden in het veldritwereldje met alle veranderingen in de kalender. Ik zag al dat niet alle wereldbekermanches voor beloften zullen zijn en dat er ook niet zoveel meer in België zullen zijn. Aan de top in België zijn we met 10 tot 15 renners aan elkaar gewaagd. Ik hoop vooral dat ik nog iets constanter word in mijn uitslagen, maar ook dat ik iets meer vooraan kan starten, zodat ik eens van in het begin kan mee zijn, in plaats van altijd maar achter de feiten te moeten aanhollen. Dit jaar was het prioriteit om elke cross te kunnen afsluiten met een goed gevoel en het idee dat ik er alles uitgehaald heb. Dat is toch telkens gelukt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier