Wereldkampioene Vogel:”Hopelijk in Apeldoorn weer met Nicky op het podium “

Volgende week vindt in Apeldoorn het WK baanwielrennen plaats. Nicky Degrendele (21) verdedigt er haar bronzen medaille in de keirin en zal het moeten opnemen tegen Kristina Vogel, wereldkampioene in die discipline en in 2016 nog goed voor olympisch goud op de sprint. De Duitse is duidelijk op haar hoede voor het jonge Belgische geweld. “Nicky probeert altijd nieuwe tactieken en is net daardoor heel gevaarlijk”, beklemtoont Vogel.

Twee keer goud en één keer brons op de Olympische Spelen, negen wereldtitels als prof en zes als juniore, 28 zeges in een Wereldbekermanche, 23 keer Duits kampioene en wereldrecordhoudster op de 200 én 500 meter met vliegende start. Kristina Vogel is op haar 27ste al een levende legende op de piste en toch volstaat één simpel mailtje naar manager Jörg Werner om een dag later een telefoontje vanuit Duitsland te krijgen. Wat blijkt: Vogel is de vriendelijkheid zelve, spreekt een heel aardig mondje Engels en is vol lof over onze West-Vlaamse medaillehoop voor Tokio 2020. “Nicky is altijd beleefd en een heel vriendelijk meisje. Het is leuk om in competitieve sporten als keirin en sprint zo’n vriendschappelijke band met iemand buiten de piste te hebben. Wel, met Nicky is dat zo.”

Gelijkenissen

Er zijn gelijkenissen tussen Vogel (°1990) en Degrendele (°1996). De Duitse kroonde zich als juniore in 2008 tot wereldkampioene keirin en sprint, onze landgenote deed zes jaar later hetzelfde in de keirin. Op hun 20ste behaalde beide meisjes zilver op het EK: Vogel in de sprint, Degrendele in de keirin. En daarna deed de Belgische zelfs beter: WK-brons in de keirin op haar 21ste, iets waar Vogel pas een jaar later in slaagde. De vraag is nu wat de toekomst brengt. Zichzelf met een icoon als Vogel vergelijken, is sowieso een illusie. “Dat Nicky vorig jaar in Hong Kong brons veroverde, was voor mij geen verrassing“, merkt Vogel op.

“Nicky is heel gevaarlijk als ze vanuit de slipstream kan komen”

“Ik wist dat ze een bepaalde tactiek zou toepassen en dat is haar ook gelukt. Hoed af voor haar, want als Belgische heeft ze het niet gemakkelijk. In Duitsland is onze sport populair en worden we uitstekend begeleid, terwijl zij het in België vaak op haar eentje moet weten te redden. Dat kan ik niet begrijpen. Het belangrijkste is om een goede trainingsgroep te hebben. Dat maakt je sterker. Ik train het hele jaar door met mannen, want alleen zo kan ik progressie boeken. Voor Nicky is dat in België duidelijk niet zo evident. Heel jammer.” Toch is het ook voor een kampioene als Vogel niet allemaal rozengeur en maneschijn. “Ik word niet betaald door de federatie en krijg enkel wat geld van een speciale instantie voor topsporters. Wel werk ik deeltijds bij de federale politie. Ik heb ook enkele sponsors en ontvang wat prijzengeld, maar als je eens valt of geblesseerd bent, heb je niets meer.”

Altijd nieuwe tactiek

Vogel ziet Degrendele momenteel vooral in de keirin als een te duchten concurrente. “Dat is haar sterkste discipline, al zal ze de komende jaren sowieso nog aan ervaring winnen. Nicky probeert telkens nieuwe tactieken uit die niet altijd normaal zijn, vaak vanuit het wiel van een concurrente. Om dat te durven, moet je vertrouwen in jezelf hebben. Nicky’s snelheid is niet haar sterkste punt, maar ze is heel gevaarlijk als ze vanuit de slipstream kan komen. Je moet altijd rekening met haar houden.”

Ook volgende week in Apeldoorn? “Zoiets is altijd moeilijk te voorspellen”, denkt Vogel. “Niemand weet immers precies hoe goed iedereen is. Maar ik hoop het beste voor haar. En waarom niet een podium zoals vorig jaar in Hong Kong? Ik op één en Nicky op twee… (grijnst) Ja, daar zou ik zeker mee kunnen leven.”