Waarom we al 23 jaar geen top tien in Parijs-Nice rijden

© Getty Images
Tom Vandenbussche

Een achtste plaats voor Johan Museeuw. Het is 23 jaar later nog altijd de laatste keer dat een West-Vlaming de top tien in Parijs-Nice haalde. Hoe komt het dat we er in ‘De Koers naar de Zon’, die de voorbije twee decennia tot een koers voor echte klassementsrenners is uitgegroeid, maar ook in pakweg Tirreno-Adriatico niet meer aan te pas komen?

“Om bergop te kunnen rijden, moet je veel opofferingen maken”, merkt Harm Vanhoucke op. De 22-jarige Aalbekenaar is één van de weinige klimmers die onze provincie momenteel telt. Twee weken geleden werd hij nog knap tiende in de loodzware Ruta del Sol. “In een hoogtetent slapen bijvoorbeeld. Velen zien dat niet zitten.” Dat wordt beaamd door Xandro Meurisse, vorige zomer een van de revelaties in de Tour. “Het vraagt een financiële inspanning”, benadrukt de 27-jarige Zwevegemnaar. “Het vraagt ook veel van thuis uit. In de Ardennen kan je hellingen tot maximaal vijf kilometer vinden, dus moet je van jongs af aan investeren in buitenlandse stages. Dat is niet evident.”

Zwevegemnaar Xandro Meurisse werd vorig jaar 21ste in de Tour. Hij is één van de weinige West-Vlaamse profrenners die goed bergop rijdt. (foto Getty Images)
Zwevegemnaar Xandro Meurisse werd vorig jaar 21ste in de Tour. Hij is één van de weinige West-Vlaamse profrenners die goed bergop rijdt. (foto Getty Images)© BELGA

Andere hobby zoeken

Vanhoucke moet terugdenken aan zijn eigen ervaring als jonge nieuweling van 15 jaar. “Het soort wedstrijden dat we toen vooral reden, draagt daartoe bij. Het stimuleert jonge renners om voor het klassieke werk te kiezen. Dat is een spijtige zaak voor al die smalle en kleine coureurs die er als nieuweling los uitgereden worden, omdat ze op die vlakke wegen met wind niet over de kracht beschikken om hun kwaliteiten te tonen. Ja, er is een grote kans dat er West-Vlamingen bestaan die het intrinsieke talent hebben om een goeie klimmer te zijn, maar intussen al lang gestopt zijn of voor een andere hobby gekozen hebben. Ik heb het zelf meegemaakt. Bij de nieuwelingen werd ik gelost en verloor ik mijn motivatie. Maar ik heb doorgebeten en dat heeft geloond. Mede dankzij het klimproject van de wielerbond dat al een tijdje bestaat. Ik kon daardoor vaak in de Ardennen of Vogezen gaan trainen. Dat heeft veel geholpen en mijn motivatie in stand gehouden.”

“Als nieuweling werd ik gelost en verloor ik mijn motivatie. Maar ik heb doorgebeten”

Waarom we al 23 jaar geen top tien in Parijs-Nice rijden
© Getty Images

Meurisse knikt. “Toen ik bij de juniores en beloften reed, waren er niet zoveel jeugdploegen die wedstrijden of stages in het buitenland afwerkten, dus was je vooral afhankelijk van de nationale ploeg. Maar als ik nu op Strava kijk, zie ik veel jonge gasten die al in november op stage trekken en bij wijze van spreken de hele winter in Spanje vertoeven. Dat is volgens mij ook de reden waarom we de laatste jaren in Vlaanderen almaar meer jonge renners zien die een stukje bergop kunnen fietsen. Dat is mede te danken aan het klimproject van de wielerbond. Als je als junior tegenwoordig goed bergop rijdt, word je meteen door profploegen ondersteund. En door de wetenschappelijke evolutie – inspanningstests vertellen nu eenmaal heel veel – wordt heel snel duidelijk of iemand aanleg heeft om bergop te rijden.”

Piepjonge profs

Met Harm Vanhoucke (22), Mauri Vansevenant (20) en op termijn misschien ook Henri Vandenabeele (19) telt onze provincie plots enkele jonge klimtalenten. Kunnen zij de leemte invullen? Meurisse ziet voor- en nadelen. “Dat verhoogde professionalisme op jonge leeftijd heeft voor mij twee kanten. Vroeger was je haast sowieso vier jaar belofte vooraleer je prof kon worden. Soms had je al eens een jonge gast die al na twee jaar de overstap kon maken, maar vervolgens wel meerdere seizoenen nodig had om zich te profileren. Nu zijn ze 18 of 19 en doen ze meteen mee voor de knikkers. Dat maakt me toch een beetje bang. Het is echt fantastisch wat Remco Evenepoel doet, maar na alles wat hij nu al gepresteerd heeft, zal een vijfde plaats nooit meer voldoende zijn. Kan je dan na pakweg vijf jaar, als het eens even minder gaat, nog de motivatie opbrengen? Ik zie dat er beloften zijn die nu al meer voor hun sport leven dan sommige profs dat doen, terwijl hun carrière eigenlijk nog moet beginnen. Daar heb ik schrik voor. Je mag het mentale aspect echt niet onderschatten, hoor!”

Waarom we al 23 jaar geen top tien in Parijs-Nice rijden
© Corbis/VCG via Getty Images