Pas op: de Kiwi’s zijn geland in Avelgem!

Bovenaan herkennen we James Fouché, Mitchel Fitzsimons, Franky Van Haesebroucke, Ethan Batt en Tom Sexton. Onderaan zien we Luke Mudgway en Logan Currie.
Tom Vandenbussche

Sinds vorige week verblijven een aantal Nieuw-Zeelandse renners van het continentale Bolton Equities Black Spoke Pro Cycling in het zuiden van onze provincie. Ex-profrenner Franky Van Haesebroucke, in het verleden ook al de steunpilaar van crossers Jonathan Page en Kata Blanka Vas, ontfermt zich over de Kiwi’s, maar hij maakt zich zorgen omdat zijn team in weinig Belgische wedstrijden startrecht krijgt. “Onze jongens kunnen echt hard met een fiets rijden, alleen moeten ze wel de kans krijgen om dat te kunnen tonen.”

Flashback naar november 1995. De 24-jarige Franky Van Haesebroucke uit Avelgem reist met enkele landgenoten af naar Nieuw-Zeeland voor de nationale ronde van het land, ook wel de Tour of Southland genoemd. Negen ritten staan op het programma, vaak in moeilijke, winderige omstandigheden. Het Belgische team pakt het slim aan. In de talloze open vlaktes trekken Van Haesebroucke en co het peloton elke dag opnieuw in waaiers, een fenomeen dat de Nieuw-Zeelanders niet kennen. Het thuisland is kansloos. De Belgen winnen maar liefst zes ritten. Zes keer is het de aalvlugge Van Haesebroucke die aan het langste eind trekt. In Oceanië is zijn naam definitief gemaakt. Ook in het vervolg van zijn carrière zal hij nog vaak de oversteek maken.

In Nieuw- Zeeland gaan jongeren naar het strand om aan de bar te zitten, hier in België draait alles rond koers

Zo’n 27 jaar later is Van Haesebroucke ploegleider van een Nieuw-Zeelandse continentale wielerploeg, Bolton Equities Black Spoke Pro Cycling. Geen toeval, of wat had je gedacht? “Tijdens mijn passages als renner in Nieuw-Zeeland en Australië heb ik Scott Guyton, toen een jonge en beloftevolle coureur die zich op de Olympische Spelen aan het voorbereiden was, leren kennen. Ik heb hem gezegd dat hij altijd op mij kon rekenen als hij ooit in Europa zou komen koersen. Dat heeft hij ook gedaan, net als zijn vrouw Vanessa die een tijdje voor Vlaanderen-T-Interim uitkwam. Na hun carrière hebben Scott en Vanessa in Nieuw-Zeeland een eigen fietsenzaak geopend. Daar leerde hij Murray Bolton kennen, een fanatieke wielertoerist en tevens de schatrijke zaakvoerder van Bolton Equities, een bedrijf dat investeert in andere bedrijven. En kijk, we zijn 2022 en Bolton is de hoofdsponsor van het team waarvan Scott Guyton de manager is en ik ben de ploegleider. Soms is de wielerwereld heel klein.”

Ruddervoorde op 17 mei

Het is een zonnige dinsdagochtend wanneer we Van Haesebroucke en zes van zijn Nieuw-Zeelandse coureurs een bezoek brengen in hun kersverse uitvalsbasis in Avelgem. De andere renners verblijven in een ander huis van het team in het Spaanse Girona. Vorige week koersten de renners in Frankrijk en Nederland. Volgende week wacht de Ronde van Griekenland. De eerste wedstrijden in België worden de profkermiskoers in Ruddervoorde op 17 mei en de Antwerp Port Classic op 22 mei. Voor onder meer de Ronde van België verwierf het team geen startrecht. Van Haesebroucke vindt het bijzonder jammer. “De komst van een nieuw continentaal team als Minerva heeft het voor ons alleen maar nog moeilijker gemaakt, want Belgische organisatoren geven altijd de voorkeur aan ploegen uit eigen land. In Frankrijk worden we met hetzelfde probleem geconfronteerd. Ik heb het daar moeilijk mee. Wij hebben heel wat kwaliteit in huis. Op de Spelen in Tokio werd het Nieuw-Zeelandse viertal in de halve finale van de ploegenachtervolging maar nipt geklopt door het Italië van Filippo Ganna. Wel, drie van de vier Nieuw-Zeelanders reden voor mijn team. Er zitten hier jongens in Avelgem die op hun eentje een snellere achtervolging kunnen rijden dan het Belgische viertal samen. Onlangs kroonden twee van mijn renners zich tot Nieuw-Zeelands kampioen. En een van hen, James Fouché, is vorige week ook continentaal kampioen van Oceanië geworden. Dat is zoals Sonny Colbrelli die Europees kampioen is. Voor organisatoren is het toch een meerwaarde om zo’n renners aan de start van hun koers te hebben? Een week geleden stonden we met ons team zelfs 21ste op de UCI-ranking. Zelfs WorldTour-ploegen zoals Astana en EF Education hebben minder punten dan ons. Dat wil toch iets zeggen?”

Franky Van Haesebroucke was prof bij onder meer Collstrop. (foto a-RN)
Franky Van Haesebroucke was prof bij onder meer Collstrop. (foto a-RN) © KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Aan de bar

Een van de renners die momenteel in Avelgem verblijft, is de 24-jarige James Fouché, kersvers kampioen van zijn land én continent. Hij reed in het verleden al voor de teams van Bradley Wiggins en Axel Merckx. Voor hem kennen de Belgische wegen niet veel geheimen meer. “Je moet naar Europa komen om wielrenner te worden”, vertelt Fouché. “In Nieuw-Zeeland gaan jongeren naar het strand om aan de bar te zitten. Hier in België draait alles rond koers. De sfeer tijdens een wedstrijd hier is met niets te vergelijken. Een fantastische beleving.”

Het is een gevoel dat ook bevestigd wordt door zijn ploegmaat Mitchel Fitzsimons, met zijn 19 lentes de jongste van het pak. Dé sprinter in spe, noemt Van Haesebroucke hem. “Alleen moet hij nog wat groeien. Die mannen zijn het in Nieuw-Zeeland niet gewoon om te moeten wringen voor hun plek. Dat heeft Mitchel vorig weekend in de Arno Wallaard Memorial in Nederland mogen ondervinden. Hij kwam ten val en zijn koers zat er meteen op.” Fitzsimons, die vorig jaar als junior al enkele maanden bij een gastgezin in Heestert (bij Joost Debrouwere, red.) verbleef, knikt. “In Nieuw-Zeeland nemen er 70 renners deel aan een wedstrijd en kunnen er 20 de koers winnen. Hier staan er 140 coureurs aan de start en zijn er meer dan 100 in staat om te winnen. Dat is het grote verschil. Het was mijn coach, ex-profrenner Hayden Roulston, die me in contact bracht met mensen in België. In Nieuw-Zeeland groeide ik op in een streek waar het dichtstbijzijnde dorp 200 kilometer verderop lag. (grijnst) Hier heb je alleen maar huizen en bijna geen platteland. Het is wennen. Net zoals de wedstrijden hier. Ongelofelijk hoeveel renners op zo’n korte ruimte kunnen koersen. It’s just crazy.”

Stap hogerop

Bolton Equities Black Spoke Pro Cycling is een ploeg met ambitie. Alleen vraagt Van Haesebroucke zich af hoe de toekomst er zal uitzien. Blijft het team in de continentale afdeling – zeg maar derde klasse – of wordt er in 2023 een stap hogerop gezet? “Als we een procontinentale ploeg worden, zouden we sowieso meer startrecht in grotere wedstrijden verwerven. Ik ben alleszins voorstander, want op dit moment moeten we het nog te vaak met de kruimels doen. En als we dan toch eens in een UCI-wedstrijd van eerste categorie mogen starten, is dat een heel belangrijke afspraak. De Tour of Hellas, die komende woensdag begint, is zo’n koers. Daar moeten we er staan.”

Van Haesebroucke wilde de Griekse vijfdaagse absoluut aan het programma toevoegen, maar logistiek belooft het een helse tiendaagse te worden. Niet voor de renners – zij nemen het vliegtuig – wel voor het personeel. “Vrijdag (vandaag, red.) vertrekken verzorger Sam Maertens en ik met de auto en camionette naar het Italiaanse Ancona voor een rit van 1.400 km. Vervolgens wacht een boottocht van 23 uur naar Patras, vanwaar we 200 km naar Athene moeten rijden. Daarna volgt opnieuw een boottocht van negen uur naar Kreta, waar woensdag de eerste rit plaatsvindt. Na afloop moeten we opnieuw de boot op naar Athene voor de vier overige etappes, waarna hetzelfde procedé zich tot de terugkomst in België herhaalt. Er zijn veel mensen die mij zeggen dat ze ook ploegleider willen worden. Ja, in de auto zitten is leuk. Maar ze beseffen vaak niet wat er nog bij komt kijken. Ik klaag echter niet. Ik krijg bij dit team volledig carte blanche. Ik ben al twee keer gevraagd door een procontinentale ploeg, maar ik werk liever met de underdog. Dat ik daardoor constant probleempjes moet oplossen, neem ik er graag bij. Ik ben normaal postbode van beroep, maar heb verlof zonder wedde genomen. Anders is het niet haalbaar. It’s a never ending story.”

We vragen Fouché, sterkhouder van het team, tot slot wat zijn ambities zijn. “Profrenner worden”, glimlacht hij. “Wat mijn droomkoers is? De Tour of Southland natuurlijk. Daar wil ik zes ritten winnen. (grijnst) Net zoals Franky.” Van Haesebroucke kan het grapje van zijn poulain wel smaken. “James houdt van slopende koersen. Hellingen zoals de Oude Kwaremont en Paterberg, dat is helemaal zijn ding. Houd hem en de andere jongens maar in de gaten. Ze kunnen echt hard met een fiets rijden, alleen moeten ze hier wel de kans krijgen om dat te kunnen tonen.”