Negende keer, goede keer in Roubaix? Waarom Lampie mag blijven dromen van kassei

In volle finale kwam Yves Lampaert in 2022 nog ongelukkig ten val. Blijft hij dit jaar wel gespaard van ellende in ‘zijn’ koers? (foto Belga) © JASPER JACOBS BELGA
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Na Vlaanderens Mooiste maken de renners zich op voor een tocht door de Hel van het Noorden. De laatste kans voor de kasseikern van Soudal-Quick-Step om nog iets te maken van dit voorjaar. En daarvoor zal er toch opnieuw naar Yves Lampaert gekeken worden. Wij blikken terug op drie edities van Parijs-Roubaix die de burger hoop moet geven op een topresultaat van Lampie zondag.

Yves Lampaert werd afgelopen zondag achttiende en eerste Quick-Stepper in een loodzware editie van de Ronde van Vlaanderen. Een resultaat waaraan Lampie zich na een moeilijk seizoensbegin ongetwijfeld zal optrekken. De Ingelmunstenaar lijkt dan ook net op tijd de betere benen gevonden te hebben voor zijn koers. Zondag staat hij voor de negende keer aan de start in Compiègne. In zijn vorige acht deelnames aan Parijs-Roubaix eindigde Lampaert vier keer in de top tien. Drie keer bewees hij zelfs een potentiële winnaar te kunnen zijn van de Helleklassieker. En daarom, als een soort extra motivatie: een terugblik op zijn drie strafste prestaties in de Hel.

2015: Zevende plek bij tweede deelname

Niet zijn sterkste prestatie qua resultaat, maar wel degene waarbij Lampaert zijn visitekaartje afgaf en ons deed dromen van een nieuwe West-Vlaamse winnaar in Roubaix. In zijn debuutseizoen bij wat toen nog Etixx-Quick-Step was, mocht Lampaert zich meteen tonen op de Noord-Franse kasseien. Een jaar eerder was hij als renner van Topsport-Vlaanderen bij zijn debuut nog 108ste geworden, op meer dan 13 minuten van winnaar Niki Terpstra, maar een jaar later stond Lampie aan de start als ploegmaat van diezelfde Terpstra.

Lampaert rijdt die dag een hele dag attent voorin. Eerst probeert hij met beukwerk aan de kop van het peloton voor de eerste grote schifting te zorgen. Wanneer dat gelukt is, probeert hij op zo’n twaalf kilometer van de meet zelfs weg te springen uit de kopgroep. Hij krijgt het gezelschap van Greg Van Avermaet, met wie hij een bonus van een tiental seconden bijeensprokkelt. Het mag evenwel niet zijn, want eens ook John Degenkolb komt aansluiten, moet Lampie in functie van ploegmaat Zdenek Stybar de benen stilhouden en komen de achtervolgers terug.

Op de piste van Roubaix offert Lampaert dan uiteindelijk zijn eigen kansen op door de sprint aan te trekken voor Zdenek Stybar. Jammer genoeg zonder succes, want de Tsjech moet in de sprint de duimen leggen voor een oppermachtige John Degenkolb. En Lampaert? Die laat het in de laatste hectometers lopen, maar wordt toch nog knap zevende. Zeker geen slecht resultaat, al had hij wel op meer gehoopt. “Ik blijf toch met een dubbel gevoel achter”, stelde hij na afloop. “Als ik met Van Avermaet en Degenkolb was weggebleven, dan had ik op het podium gestaan, maar nu kwamen er nog vier jongens bij en werd ik uiteindelijk zevende omdat ik geknecht heb voor Stybar.”

Bij zijn tweede deelname werd Lampaert zevende. Een potentiële winnaar was geboren.
Bij zijn tweede deelname werd Lampaert zevende. Een potentiële winnaar was geboren. © POOL PAPON L'EQUIPE BELGA

Een gemiste kans dus, maar het belangrijkste was evenwel dat de boerenzoon die zondag een serieus visitekaartje heeft afgegeven. Een potentiële West-Vlaamse winnaar van Parijs-Roubaix was geboren. “Ik zal er alles aan doen om in de toekomst nog goede resultaten te halen in Parijs-Roubaix”, geloofde Lampaert er toen ook al in.

2019: Eerste (en enige) podium

Zdenek Stybar, Kasper Asgreen, Tim Declercq, Philippe Gilbert, Iljo Keisse, Florian Sénéchal en … Yves Lampaert. Deceuninck-Quick-Step staat in 2019 met een ware superploeg aan de start van Parijs-Roubaix. Het doel is duidelijk: Philippe Gilbert moet er zijn vierde monument winnen. Maar Lampaert beschikt na enkele moeilijkere jaren in de Hel van het Noorden zelf ook over wonderbenen. Hij glijdt overal perfect mee en levert uitstekend werk voor Gilbert. Wanneer die laatste er echter op veertien kilometer van de meet op uittrekt met Nils Politt, moet Lampaert het ploegenspel spelen. Lampaert fungeert in de achtervolgende groep, in het gezelschap van Peter Sagan, Sep Vanmarcke en Wout van Aert, als ideale waakhond.

In 2019 mocht Lampaert als derde op het podium.
In 2019 mocht Lampaert als derde op het podium. © DAVID STOCKMAN BELGA

Mede dankzij zijn stoorwerk komen de overige favorieten nooit meer terug op het duo Gilbert-Politt en in een spurt met twee is het uiteindelijk Gilbert die op de piste van Roubaix het laken naar zich toe trekt. Zelf winnen zat er voor Lampaert dan wel niet meer in, toch maakt de zege van zijn ploegmaat gelukkig wel een en ander goed. Feest voor Quick-Step dus. “Qu’est-ce que tu as fait?”, roept een uitzinnige Lampaert zijn ploegmaat vlak na de finish uit pure blijdschap toe. Al blijkt achteraf dat de West-Vlaming desondanks toch ook wat met een gevoel van teleurstelling achterblijft. Hij beseft immers dat er ook voor hem een heel grote kans lag om die kassei te pakken. “Op een dag kan ik hier ook winnen”, liet hij nadien ook optekenen. Dichter dan op die ene lentedag in april is hij er sindsdien echter niet meer bij geweest.

2022 ‘Kalf’ verpest nieuwe podiumkans

Drie jaar na zijn eerste podium, kwam Lampaert dicht bij een tweede podiumplek in Roubaix. Tot voor Parijs-Roubaix had de renner een matig voorjaar achter de rug, maar hij is op die 17de april van 2022 wel dik in orde. Winnaar Dylan Van Baarle is dan wel outstanding, toch lijkt Lampaert op weg naar een deugddoende podiumplek. Samen met de Sloveen Matej Mohoric is hij op weg om minstens derde te worden tot een applaudisserende fan er een stokje – lees: arm – tussensteekt. Lampaert kan in een bocht de supporter niet meer ontwijken, rijdt tegen zijn arm en wordt nadien over de kasseien gekatapulteerd. Hij smakt keihard tegen de grond, maar nog meer dan de fysieke pijn eist ook de mentale pijn zijn tol. Want het podium, dat mag Lampaert wel vergeten. Toch kruipt Lampie nadien nog weer op de fiets om de koers uit te rijden. Hij bolt uiteindelijk als tiende over de streep.

Na de botsing met een fan was Yves Lampaert in alle staten. Gelukkig maakte een knuffel van Aloïs veel goed.
Na de botsing met een fan was Yves Lampaert in alle staten. Gelukkig maakte een knuffel van Aloïs veel goed. © Luca Bettini / SprintCyclingAgency SprintCyclingAgency©2022

Na de finish overheerst vooral kwaadheid en teleurstelling. “Een supporter? Een kalf!”, repliceert Lampaert wanneer hem gevraagd wordt naar het incident met de supporter. Het is een uitspraak waar Lampaert zich nadien voor zal excuseren. Een knuffel met zoontje Aloïs op het middenplein van de piste van Roubaix doet de gemoederen evenzeer bedaren. “Die knuffel met hem maakte veel goed. Mocht ik hem ooit kunnen meenemen op het podium, zal deze val snel vergeten zijn”, vertelt Lampaert nadien nog. Dit jaar dan maar?