Julien Vermote: “Fietsen is mijn passie”

Broers Aphonse en Julien Vermote in het Vitori Sport & Medical Center. (foto Joke Couvreur) © JOKE COUVREUR
Tom Vandenbussche

In de zomers van 2015, 2016 en 2017 maakte Julien Vermote (32) naam en faam als de man die in de Tour duizenden kilometers op kop van het peloton bleef sleuren. Na enkele moeilijke jaren leek zijn carrière in 2021 echter abrupt ten einde te lopen, maar dat was zonder zijn wilskracht en zijn ploeg Alpecin-Fenix gerekend. In de Ronde van Vlaanderen toonde de Stasegemnaar dat hij helemaal terug is. Wij trokken naar Zwevegem voor een dubbelinterview met Julien en zijn broer en manager Alphonse. “Ik geniet nu veel meer van wat ik zo graag doe: fietsen.”

We moeten toegeven: het ziet er meer dan prima uit, het Vitori Sport & Medical Center van medeoprichter Alphonse Vermote (31) in Zwevegem waar wielrenners en recreatieve sporters sinds de zomer van 2018 terechtkunnen voor een brede waaier aan (sport)begeleiding. Staan ter beschikking: een bikefitter (Alphonse zelf), kinesisten, osteopaten, cardiologen, sportartsen, een orthopedist, personal trainers, een diëtiste, een podoloog… Aan ondersteuning geen gebrek. Alphonse, de één jaar jongere broer van profwielrenner Julien, heeft natuurlijk zelf een uitgebreid verleden als topsporter. Eind 2013 scheelde het na een dijk van een voorjaar geen haar of hij was ploegmaat van Julien geworden bij het grote Omega Pharma-Quick-Step van Patrick Lefevere. Alphonse glimlacht eens als we hem ernaar vragen. “Patrick heeft me nadien verteld dat hij lang getwijfeld heeft om me een contract te geven. Maar het is er niet van gekomen en nu, negen jaar later, kan ik moeilijk zeggen dat ik dat spijtig vind. Mijn jaren als wielrenner zijn een bijzonder mooie periode in mijn leven, maar dat kan ik evengoed zeggen over wat ik nu doe. Vitori is mijn kindje. Ik doe nu ook iets waar ik enorm van geniet. Dus waarom zou ik klagen? Ik heb geen spijt van de keuzes die ik gemaakt heb.”

Toxoplasmose in 2021

Broer Julien (32) kijkt geamuseerd toe. Hij oogt scherp en geniet van dit dubbelinterview. Eindelijk schijnt de zon in zijn leven weer, na enkele moeilijke jaren. De eerste drie maanden van 2021 zat hij zelfs even zonder ploeg, tot Alpecin-Fenix hem en Guillaume Van Keirsbulck in allerlaatste instantie toch een contract gaf. Een maand later stond Julien echter weer aan de kant. Het verdict: corona én toxoplasmose. Maandenlang raakte hij geen poot vooruit. Het aantal wedstrijdkilometers in 2021 is dan ook veelzeggend: nul. Maar kijk, na regen komt altijd zonneschijn. Ooit. Ook voor Julien. Hij behield het vertrouwen van de broers Roodhooft, zag zijn contract al vlug met een jaar verlengd worden en bleef zelf ook geloven in zijn terugkeer op het allerhoogste niveau. Het kostte tijd, maar in de voorbije Ronde van Vlaanderen zagen we eindelijk weer de Vermote van weleer. De renner die kan blijven voortstomen op kop van het peloton. Afgelopen weekend hield hij eerst urenlang de vroege vluchters binnen schot en vervolgens zette hij Mathieu van der Poel zorgvuldig af aan de voet van de tweede beklimming van de Oude Kwaremont. Dat zijn Nederlandse kopman het voorbereidende werk finaal ook nog eens kon afmaken, maakte het feestje compleet. “Het was simpelweg genieten”, vertelt Julien ons met een glimlach van hier tot in Tokio. “Ik heb in het verleden nog heel goeie wedstrijden gereden, maar na alles wat er de voorbije jaren is gebeurd, besef ik nu des te beter dat ik meer van zo’n prestatie moet genieten. Dat doe ik dan ook. Het is een bijzonder aangenaam gevoel.”

Alphonse, jij bent niet alleen de broer van Julien, maar je bent ook zijn manager en behartigt al enkele jaren zijn belangen. Ook voor jou was het zondag ongetwijfeld genieten.

Alphonse: “Absoluut. In Brugge-De Panne zagen we al dat het stilaan de goeie richting uitging met Julien. Dat hij in de Ronde van Vlaanderen dit zou kunnen, kwam dus niet als een complete verrassing. Maar toch. Ik heb zoals elk jaar samen met mijn schoonbroer, ex-renner Paco Ghistelinck, de Ronde vanaf de zijkant gevolgd. Wat Julien zei, geldt ook voor mij: het was genieten van start tot finish om hem zo bezig te zien.”

Julien, jouw kopman heeft alle data van zijn succesvolle Ronde op Strava geplaatst. Van der Poels Normalized Power bedroeg 338 watt. Hij moest zich natuurlijk wel 200 kilometer in de luwte houden, terwijl jij urenlang op kop van het peloton reed. Mogen we weten welke vermogenswaarden jij afgelopen zondag hebt getrapt?

Julien: (knikt) “Ik heb die zondagavond bekeken en was toch wel aangenaam verrast, moet ik toegeven. Mijn Normalized Power tijdens de Ronde bedroeg 355 watt (Vermote weegt 72 kg, red.). Zulke hoge waarden heb ik nooit eerder gehaald. Of toch, tijdens een rit in Tirreno-Adriatico in 2015, toen ik nog bij Quick-Step reed en op mijn eentje zeven vluchters moest terugpakken. Fabian Cancellara is me de dag erna zelfs komen feliciteren. Maar dat ging om een rit van vier uur en niet over een klassieker van ruim 270 km. Een groot verschil.”

En dat voor iemand die een jaar geleden in de verste verte niet aan koersen moest denken…

Julien: “Op een bepaald moment kon ik geen vijf minuten aan 300 watt rijden. Als ik op mijn rollen fietste, viel ik bijna in slaap. Vroeger kon ik blijven gaan. Vier uur trainen, de dag erna vijf uur en nog een dag erna zes uur… Het ging precies vanzelf. Maar vorig seizoen ben ik tot de vaststelling gekomen dat niemand een machine is. Het is wat het is. Het was een enorm moeilijke periode, maar ik heb er veel uit geleerd. Ik heb meer leren relativeren.”

Als het minder gaat, is het fijn om altijd op iemand te kunnen terugvallen. Was dat in jouw geval je broer Alphonse?

Julien: (knikt nadrukkelijk) “Absoluut. Op Alphonse kon en kan ik altijd rekenen. Maar uiteindelijk heeft ook hij zijn eigen job en zijn eigen bezigheden. Hij kan er niet altijd voor mij zijn en soms moet je dingen zelf oplossen. Ik wil bij deze ook nadrukkelijk mijn ploeg Alpecin-Fenix bedanken. Men heeft mij de kans gegeven om prof te blijven. Men heeft ondanks dat verschrikkelijke 2021 al vlug gezegd dat mijn contract verlengd zou worden. En Axel Moens en Kristof De Kegel, de trainers bij de ploeg, zijn altijd heel zorgvuldig met mij omgesprongen. Het is ook dankzij hen dat ik dit niveau weer haal. Toen ik zondag de blijdschap om mijn prestatie zag, gaf me dat veel voldoening.”

Alphonse: “Het is de voorbije jaren niet altijd even gemakkelijk geweest. Zelfs tussen Julien en ik zijn er in die moeilijke periode wel eens woordenwisselingen geweest. Het is onmogelijk om zoiets te vermijden. Als broer wil ik het beste voor hem en blijf ik hem altijd steunen. Als manager wil ik dat natuurlijk ook, maar moet ik rekening houden met de tijd. En die was beperkt toen Julien na zijn periode bij Cofidis zonder ploeg viel. De plaatsjes in het peloton zijn nu eenmaal duur. Heel duur. Maar we zijn er altijd in blijven geloven en finaal is alles dan toch nog in de juiste plooi gevallen.”

Julien: “Het leven is nu eenmaal een aaneenschakeling van goeie en minder goeie momenten. Het is net door de minder leuke periodes dat je de leuke meer weet te appreciëren. Als alles perfect verloopt, zou het ook niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn, hoor.”

Toen jullie bij de jeugd om de eindwinst in WestSprint streden, was het wel nog allemaal rozengeur en maneschijn.

Alphonse: “Dat waren tijden, hé. Ik weet nog goed dat Yves Lampaert, een generatiegenoot en ex-ploegmaat van mij bij de beloften, tot herhalens toe zei: ik wil punten sprokkelen voor WestSprint.”

Julien: “Nu kunnen we dat allemaal relativeren, maar toen, als nieuweling, junior en belofte, was WestSprint simpelweg een belangrijk onderdeel van ons leven. (grijnst) En misschien wel het belangrijkste. Weet je, misschien zal ik over tien jaar, als ik geen wielrenner meer ben, ook deze periode in mijn leven relativeren. Het is maar hoe je het bekijkt.”

Voor de lezer die WestSprint nog niet kent: dat is het prestigieuze regelmatigheidsklassement van deze krant dat elk seizoen de beste West-Vlaamse jeugdwielrenners bekroont. Het grappige aan jullie WestSprint-verleden is dat Alphonse één keer eindwinnaar is geworden, maar dat Julien daar nooit in geslaagd is.

Alphonse: “Ah, prachtige herinneringen heb ik daaraan. Het was wel nipt in 2006 als nieuweling. Mathieu Vanderheere, mijn ploegmaat bij KSV Deerlijk-Gaverzicht, stond aan de leiding, maar dankzij mijn zege in de laatste interclub van het seizoen, in Affligem, kon ik in extremis hem nog voorbijgaan. WestSprint was een klassement dat leefde. Ik vond het ook prachtig om naar de prijsuitreiking te mogen komen en daar als eindwinnaar gehuldigd te worden. Het zijn momenten uit mijn jeugd die me altijd zullen bijblijven.”

Het kan snel verkeren, maar hoe zien jullie de toekomst op korte en lange termijn tegemoet?

Julien: “Ik moest normaal nu naar de Ronde van Turkije, maar de ploeg heeft na mijn goeie prestatie in de Ronde van Vlaanderen beslist dat ik volgende week Parijs-Roubaix mag rijden. Met Mathieu gaan we daar uiteraard opnieuw voor winst. Ik kijk er nu al naar uit. De Ronde van Turkije is ongetwijfeld een mooie wedstrijd, maar uiteindelijk doe je het toch voor de echte topkoersen zoals de Ronde en Roubaix.”

Alphonse: “Julien is er nu 32, maar nog lang niet versleten. Volgens mij kan hij als zijn type coureur tot pakweg zijn 39ste blijven koersen. En daarna zal hij sowieso zijn ding kunnen doen binnen Vitori. Als het zover is, zien we wel wat dat precies wordt. Onlangs nam ik met Julien en schoonbroer Paco fietswinkel Surplace in Harelbeke over. Binnenkort veranderen we de naam in Secteur.”

Julien: “Ik zal me later wat met Vitori en de fietswinkel bezighouden, maar ben er nog niet echt mee bezig. Eerst wil ik nog een tijdje koersen. Ik ben zondag in de Ronde van Vlaanderen andermaal tot de vaststelling gekomen dat fietsen mijn passie is. Ik geniet er nu veel meer van. Dat ga ik niet zomaar opgeven.”