“Ik wil me tonen in Luik, maar de Giro is mijn allergrootste doel”: Mauri Vansevenant maakt zich op voor de Ardennenklassiekers

Mauri Vansevenant wil zich de komende weken tonen in de Ardennen. © David Ramos Getty Images
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Het Vlaamse voorjaar zit erop, dus trekken we een nieuw blik renners open. Ook Mauri Vansevenant (24) rijdt de komende weken voor het eerst dit seizoen op Belgische wegen. Al volgt zijn grootste doel pas volgende maand: “Ik wil in de Giro meedoen voor etappezeges.”

Woensdag was er al de Brabantse Pijl, maar komende zondag wordt het tweede luik van het voorjaar met de Amstel Gold Race echt op gang getrapt. En ook onze Mauri Vansevenant zal er aan de start staan voor Soudal-Quick-Step. Vansevenant vertoefde de afgelopen twee weken nochtans in Andorra op hoogtestage als voorbereiding op de Ronde van Italië, die begin mei start.

“De ploeg organiseerde niet echt een hoogtestage richting de Giro, maar omdat ik daar echt wel goed voorbereid aan de start wil staan, heb ik het heft in eigen handen genomen en heb ik na de Ronde van het Baskenland op eigen initiatief een hoogtestage ingelast. De dag van vandaag kan je bijna niet anders, want als je zoiets in het hedendaagse wielrennen niet doet, mag je het vergeten”, vertelt de Torhoutenaar.

Normaal was het de bedoeling dat Vansevenant nog tot en met zondag in de dwergstaat zou blijven, maar door de vele blessures bij de Wolfpack moest Vansevenant zijn hoogtestage iets vroeger dan gepland stopzetten om zondag in Maastricht aan de start te staan van de Amstel. Evident was dat evenwel niet, want Vansevenant was immers op zijn eentje in Andorra. Zonder verzorger, zonder ploegmaat, zonder vriendin. Het maakte dat hij vrijdag (vandaag, red.) nog zelf met de auto terug naar huis moet komen, goed voor een rit van om en bij twaalf uur. “Twee dagen voor een koers nog zo’n onderneming doen en nog zelf helemaal naar huis rijden… (blaast) Ideaal is dat niet.”

Ups en downs

Ook in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik staat Vansevant volgende week behoudens pech aan de start. Hij keert zo woensdag terug naar de koers waar hij vier jaar geleden voor het eerst de neus aan het venster stak en als stagiair misschien wel op weg was naar de zege, tot hij uit de bocht ging en ten val kwam. “Mijn enige kans om die koers ooit te winnen”, blikt Vansevenant er nu op terug. “Voor de Muur van Hoei ben ik immers niet explosief genoeg om het in een groep af te maken en in zo’n gunstige koerssituatie zal ik daar nooit meer zitten. Maar goed, ik heb er toen alles aan gedaan om die wedstrijd te winnen, maar ik zat gewoon volledig kapot. Dat is ook de reden waarom ik toen viel. Ik had geen controle meer over mijn fiets en beschikte niet meer over de reflexen om de bochten goed aan te snijden. Een gemiste kans, maar ik kan mezelf niets verwijten.”

“Ik besefte vier jaar geleden meteen dat ik nooit meer zo’n kans zou krijgen om de Waalse Pijl te winnen”

Voor de West-Vlaamse wielerfans was het wel een hoopvol resultaat. Een West-Vlaamse topper voor het rondewerk en de Ardennenklassiekers leek opgestaan. Vier jaar later moeten we echter vaststellen dat de carrière van Vansevant sindsdien met ups en downs verliep. “Het ene jaar gaat het inderdaad beter dan het andere”, is Vansevenant zelf ook eerlijk. “Het ene jaar gaat het allemaal vanzelf en het andere jaar doe je er evenveel voor, maar loopt het net iets minder. Vorig jaar heb ik alleszins heel wat pech gehad. Ik heb toen mijn knie gestoten in de Strade Bianche waardoor ik het hele voorjaar heb moeten missen, waarna ik de rest van het seizoen wat achter de feiten aan heb gelopen. Ook dit jaar is het tot dusver nog niet mijn beste seizoen geweest. Ik kwam eigenlijk telkens een beetje tekort. Ik was op zich wel goed, maar niet goed genoeg, wat heel frustrerend is. Hoe dat komt, weet ik zelf ook niet goed. Al ligt het niveau ook gewoon enorm hoog. Zeker in de koersen als de Ronde van Catalonië, maar evengoed in de Ronde van Oman en de UAE Tour. Het is heel moeilijk geworden om ergens prijs te rijden. Zeker als er mannen als Pogacar, Van Aert en Van der Poel aan de start staan. Dan is de winnaar eigenlijk vooraf al gekend. En dat is frustrerend, ja. Want dan mag iemand zoals ik nog de beste dag van zijn leven hebben, dan nog kan je die mannen niet kloppen.”

Overal net wat tekort komen, het klinkt een beetje als het verhaal van de hele Soudal-Quick-Step-ploeg dit voorjaar, want behalve Tim Merlier loopt zowat iedereen achter de feiten aan. “Dat we geen superseizoen hebben, is wel duidelijk”, zucht Vansevenant. “Het valt me ook op dat we veel DNF’s (did not finish, red.) hebben, wat misschien ook wel iets zegt over de motivatie. Het is hoe dan ook niet gemakkelijk om het tij te keren. Of de tegenvallende kasseiklassiekers nu voor meer druk zorgen? Niet per se. Ik wil gewoon voor mezelf weer presteren. Ik probeer zo weinig mogelijk naar anderen te kijken en vooral zelf zo goed mogelijk te presteren. Het is altijd gemakkelijker om de anderen met de vinger te wijzen, maar als je zelf niet honderd procent bent, veeg je beter eerst voor je eigen deur. En aangezien het bij mij zeker nog niet perfect was, heb ik dus niet veel redenen om te klagen over anderen.”

Vansevenant was in 2020 misschien wel op weg naar de zege in de Waalse Pijl, maar kwam ten val: “Ik zat echt volledig kapot.”
Vansevenant was in 2020 misschien wel op weg naar de zege in de Waalse Pijl, maar kwam ten val: “Ik zat echt volledig kapot.” © ERIC LALMAND BELGA

En eerlijk is eerlijk: het zit de ploeg van Lefevere de laatste weken ook niet mee. Zo viel in de Ronde van het Baskenland zowel Remco Evenepoel als Mikel Landa geblesseerd uit, waardoor ook de kern voor de Ardennenklassiekers in één klap onthoofd werd. Al zijn blessures volgens Vansevenant niet helemaal een excuus. “Andere ploegen hebben ook pech. Kijk bijvoorbeeld naar Visma: zij zien al het hele voorjaar kopmannen uitvallen en zijn nu ook Vingegaard kwijt. Elke ploeg heeft dus wel pech, waardoor dat eigenlijk geen excuus is.”

Toch kan Vansevenant ook niet ontkennen dat Soudal-Quick-Step een beetje in de hoek zit waar de klappen vallen. “Het grootste probleem is nu dat we geen echte kopmannen meer hebben voor de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Dat Remco en Mikel op korte tijd allebei zijn uitgevallen, maakt de insteek van zo’n koers volledig anders. Ook omdat er dan nog lastminute moet geschoven worden in de selecties. Dat is geen evidente situatie.”

Aanvallen in de Giro

En met welke ambitie staat Vansevenant de komende wedstrijden dan zelf aan de start? “Als ik de Amstel rijd, zal ik daar doordat ik net van hoogte kom en door de rompslomp van de terugreis zonder al te veel verwachtingen aan de start staan. De aankomst van de Waalse Pijl is dan weer net iets te explosief voor mij. In Luik-Bastenaken-Luik sta ik echter wel met ambitie aan de start. Daar wil ik me zeker proberen tonen. Al zijn die Ardennenklassiekers gewoon ook heel moeilijke wedstrijden. Luik is bijvoorbeeld een enorm zware wedstrijd. Ik stond er al drie keer eerder aan de start en raakte er tot diep in de finale, maar om daar dan echt het verschil te maken of om te winnen, moet je echt wel van wereldklasse zijn. Het verschil tussen een mooie ereplaats behalen en meedoen voor de overwinning is gigantisch. Zeker als Tadej Pogacar aan de start staat.”

“Als je zelf niet honderd procent bent, veeg je beter eerst voor je eigen deur”

Het allergrootste doel van Vansevenant volgt echter volgende maand. Dan staat de pocketklimmer aan de start van de Ronde van Italië. “Daar wil ik een paar keer proberen mee te gaan in de ontsnapping en meedoen voor etappezeges. Oké, ook in de Giro kom ik Pogacar tegen, maar ik denk niet dat hij daar elke dag voor de overwinning zal proberen te gaan. Althans, dat hoop ik toch!” (lacht)

Vansevenant over de reconversie van Soudal-Quick-Step: “Op twee fronten presteren”

Er is dit voorjaar al heel wat geschreven over de veranderende focus bij Soudal-Quick-Step. Maar hoe kijkt een klimmer als Vansevenant naar de sluimerende omschakeling van kasseiploeg naar rondeploeg? “Voor mij is dat niet per se slecht, natuurlijk. Al zou ik liever zien dat de klassieke kern ook wereldtop blijft en dat we op twee fronten goede prestaties kunnen leveren. Zo kan je als rondeploeg immers druk wegnemen van de van de klassieke kern en omgekeerd. Het kan een mooie symbiose zijn.” Die omschakeling naar een rondeploeg maakt ook wel dat er voor Vansevenant nu meer concurrentie is. “Maar ook dat hoeft niet slecht te zijn”, aldus Vansevenant. “Want concurrentie houdt iedereen scherp. Dat was vroeger ook zo in de klassieke kern, waardoor er altijd gevochten moest worden om in de selectie te geraken en dan sta je automatisch ook met de sterkste renners aan de start. Die concurrentie is dus zeker geen nadeel.”